ChristenUnie


bijdrage Ed Anker debat Glijdende schaal

bijdrage Ed Anker debat Glijdende schaal

woensdag 27 januari 2010 10:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Als je ergens te gast bent, dien je je als gast te gedragen. Ik heb dit uitgangspunt al een paar keer eerder gehoord, volgens mij ook van de heer De Krom die het had over het thuis uitnodigen van mensen voor het eten. Dat zijn mooie beelden. Vreemdelingen worden er extra op aangekeken als ze een misdrijf begaan. Ze houden zich immers niet aan de regels, terwijl ze wel in onze samenleving willen zijn. Deze gedachte is goed te begrijpen. Het staat buiten elke discussie over de glijdende schaal dat wij misdrijven niet kunnen en willen tolereren. Zeker als het misdrijf erg dichtbij komt, is het soms maar goed dat een rechter de taak heeft om een proportionele straf op te leggen, want persoonlijke emoties kunnen soms buitenproportionele vormen aannemen. Het uitgangspunt is dat wij misdaad niet tolereren en dat geldt zowel voor de vreemdelingen als voor de autochtone bevolking.

Zoals gezegd: er gelden bijzondere regels voor de vreemdeling die verblijf heeft in Nederland. Als een vreemdeling die hier verblijft een misdrijf begaat en daar onherroepelijk voor wordt veroordeeld, kan de consequentie zijn dat hij vanwege die veroordeling ook het verblijf in Nederland verspeelt. De norm daarvoor is neergelegd in de zogenaamde glijdende schaal, een gevolg van misdadig handelen die een autochtone Nederlander niet kent. Er wordt hier gemotiveerd afgeweken van het principe "gelijke gevallen worden gelijk behandeld". Dat is goed te begrijpen en dat steunt de ChristenUnie ook. Wij hoeven in Nederland geen ruimte te bieden aan mensen die zich hier vestigen om hun criminele zaak op te zetten. Wij zijn aan onszelf en aan onze rechtsstaat verplicht dat wij daar tegen optreden. Bij lezing van het rapport van het WODC valt op dat er in de Kamer regelmatig wordt gesproken over de glijdende schaal, dat die schaal al een aantal keer is aangescherpt en dat er is gesproken over aanscherpingen. Ook dit onderzoek is gedaan naar aanleiding van de wens om tot aanscherpingen van die glijdende schaal te komen. Het is van belang om te beseffen dat wij ons bij de vormgeving van die glijdende schaal bewust zijn van onze taak als wetgever en dat de normen die wij stellen ook aan het vereiste van proportionaliteit voldoen.

Als wij naar de mensen kijken om wie het gaat, moeten wij een belangrijke kanttekening maken. Criminaliteit is nooit goed te praten of goed te keuren. Wij moeten soms echter wel een geheel aan omstandigheden mee kunnen nemen. In de vreemdelingenpopulatie zitten ook mensen die een grotere kans lopen om in de problemen te komen. Ik noem als voorbeeld een voormalig kindsoldaat. Vanuit ernstige trauma's kan het gebeuren dat een dergelijk iemand in paniek anders reageert dan een gemiddeld mens. Juist als het gaat om het hanteren van grenzen is er al op jonge leeftijd heel veel fout gegaan. Wij helpen diegene niet door dit te vergoelijken en weg te doen -- het dragen van een straf kan ook heel erg heilzaam zijn -- maar om dat direct te laten volgen door een verblijfsbeëindiging staat op zijn minst open voor debat. Zo zijn er ook slachtoffers van mensenhandel of mensen die anderszins in verkeerde afhankelijke situaties terecht zijn gekomen. Wat mijn fractie betreft moet er binnen grenzen enige ruimte zijn om het geheel van de problemen van deze mensen in ogenschouw te kunnen nemen.

De ChristenUnie kijkt vanuit genoemd perspectief naar de voorstellen van het kabinet. De voorstellen die worden gedaan zijn absoluut een aanscherping van de huidige glijdende schaal. Ik loop ze kort langs. Het eerste punt is de hardere aanpak van ernstige delicten. Het gaat om een aantal zeer ernstige misdrijven die de rechtsorde ernstig schokken, zo staat in de brief. Als ik het goed begrijp zal een veroordeling langer doorwerken in de glijdende schaal door de vermenigvuldiging met de factor twee. De vraag is wel hoe hier in de praktijk mee wordt omgegaan als iemand na vijftien jaar meer Nederlander is dan iets anders. Zijn er dan ook nog serieuze uitzetopties? Wij kunnen wel de verblijfsvergunning afnemen, maar waar moet diegene dan heen? Wij steunen op zich dat men van bepaalde heel zware misdrijven, er zijn er al weer een aantal langsgekomen, langer last heeft als het gaat om de verblijfsstatus.

Het tweede punt is de verlenging van de periode voor cumulatie van straffen en maatregelen. De grens van vijf jaar waarna met een soort schone lei wordt begonnen, wordt weggenomen. Straffen kunnen ook na die vijf jaar worden opgeteld. Ik begrijp dat de maatregel er is zodat vreemdelingen die veel met justitie in aanraking komen geen risicotaxatie kunnen maken van de gevolgen voor hun verblijfsvergunning. De veroordelingen die in de loop van vijf jaar worden opgebouwd, kan men zo interpreteren dat iemand zeer regelmatig met justitie in aanraking komt. Als iemand na vijf jaar nog steeds een serieuze criminele carrière nastreeft, hoeven wij daar in ieder geval geen gelegenheid voor te bieden. Het is dus goed dat dan de mogelijkheid blijft bestaan om de verblijfsvergunning in te trekken. De glijdende schaal voor veelplegers stelt ons voor een vraag. Het is goed te verdedigen dat notoire veelplegers eerder geconfronteerd kunnen worden met de gevolgen voor het verblijf. Ik vraag wel aan de bewindspersonen wat de herkomst is van het aantal van vijf delicten. Zeker als het gaat om een aantal kleinere delicten kunnen de omstandigheden waar ik al eerder bij stilstond een rol spelen. Willen de bewindspersonen daarom ingaan op de proportionaliteit van dit voorstel? Bij het toepassen van de glijdende schaal bij minderjarigen gaat het om het toevoegen van geweldsmisdrijven aan de uitzonderingsgevallen conform de opiumdelicten. Hoe moet ik dit precies interpreteren? Hoe ernstig moeten deze delicten zijn en wat is de maat die daarvoor zal gelden?

Mijn laatste punt is de verbetermaatregelen en het vaker toetsen. Die vraag is al gesteld door de heer Van der Staaij en naar ik begrijp ook door mijn voorgangers, een heel aantal jaren geleden. Wij hebben die glijdende schaal, wij spreken over aanscherping, maar hij wordt zo bar weinig getoetst. Ik geloof nog niet eens in een kwart van de gevallen. Waarom werd dat in het verleden niet gedaan en wat is er voor nodig om dit wel standaard te gaan doen? Het lijkt toch de meest normale zaak om als iemand weer eens bij de IND komt voor verlenging of een nieuw document even te bekijken wat er de afgelopen jaren is uitgevoerd? Hoe moeten wij ons dit voorstellen bij de uitvoering, want als het blijkbaar zo'n probleem is, wil ik graag horen of er bepaalde organisatorische dingen zijn waar wij tegenaan kunnen lopen.

Tags

Ed Anker