Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z18756

Datum 28 januari 2010
Betreft Vragen van het lid Pechtold (D66)

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Pechtold (D66) van uw Kamer over het bericht dat gemeenten veel minder geld uitgeven aan onderwijshuisvesting dan zij hebben ontvangen uit het Gemeentefonds. De vragen zijn mij toegezonden met uw bovenvermelde brief, kenmerk 2009Z18756.

Mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Sharon A.M. Dijksma

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

a
na 1 van 3 Pagi





2009Z18756 Datum

Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Onze referentie Wetenschap, mw. Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over het bericht dat gemeenten veel VO/FBI/164773 minder geld uitgeven aan onderwijshuisvesting dan zij hebben ontvangen uit het

Gemeentefonds. (Ingezonden 13 oktober 2009)


1
Is het waar dat gemeenten in 2009 veel minder aan onderwijshuisvesting hebben uitgegeven dan zij normatief via het Gemeentefonds ontvangen? 1)


2
Gaat het inderdaad om een bedrag van ongeveer 330 mln? Zo niet, hoeveel bedragen de uitgaven dan wel en wat is het normatieve bedrag dat daar aan inkomsten tegenover staat, beide opgesplitst naar primair en voortgezet onderwijs?


3
Wat gebeurt er met het overgebleven geld dat is bedoeld voor onderwijshuisvesting? Kan een gemeente besluiten om een andere verdeling te hanteren die beter aansluit bij het feitelijke bestedingsgedrag van gemeenten? Acht u dit wenselijk?

Antwoord op vraag 1, 2 en 3
Alvorens ik de vragen beantwoord wil ik aangeven dat de vragen 1 t/m 4 over het Gemeentefonds gaan. Niet ik, maar de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Bijleveld-Schouten, is eerstverantwoordelijke voor het Gemeentefonds. De antwoorden die hieronder volgen, beantwoord ik dan ook mede namens haar.

De berichtgeving waar naar verwezen wordt, is gebaseerd op een interpretatie van het POR 2010, dat als bijlage van de gemeentefondsbegroting aan uw kamer is aangeboden. Anders dan het bericht suggereert gaat het hier niet om uitgaven 2009, maar om begrotingen 2009. Het gaat om de geraamde uitgaven van gemeenten.

Inderdaad blijven deze op macroniveau achter bij de uitkomsten van het verdeelmodel. In eerdere jaren was dit ook het geval. De veronderstelling was dat hierbij zogenaamde "boekingsaspecten" een rol speelden, dat wil zeggen dat gemeenten hun uitgaven op dit terrein niet zodanig boeken dat het voor ons doel herkenbaar is. Inmiddels zou dat boekhoudkundige effect echter langzaamaan tot het verleden moeten behoren.

Dit roept de vraag op wat er aan de hand is. Nader onderzoek hiernaar is dan ook gewenst en zal dat moeten uitwijzen. Het Ministerie van BZK heeft in het POR 2010 een dergelijk onderzoek aangekondigd. Dit onderzoek zal spoedig worden opgestart. Ook zal het Ministerie van OCW bij dit onderzoek nauw worden betrokken. Kwalitatief goede onderwijshuisvesting is immers een belangrijke factor in het werk- en leerklimaat van leraren en leerlingen. Het gaat bij dit onderzoek dan ook niet alleen om een meer technische analyse van de wijze van boekhouden en toerekenen, maar ook om de vraag of de kostenveronderstelling in het Gemeentefonds en de feitelijke uitgaven aansluiten bij het gewenste kwaliteitsniveau van de onderwijshuisvesting. Wij zullen u zo snel mogelijk over de uitkomsten van dit onderzoek informeren.

Pagina 2 van 3





De analyse van het POR beperkt zich tot het zogenaamde clusterniveau in het Datum Gemeentefonds en is niet nader uitgesplitst. Voor de onderhoudssystematiek van het

Gemeentefonds is het van belang dat de verdeling van het Gemeentefonds wordt Onze referentie afgezet tegen de uitgaven van gemeenten. Een langdurige discrepantie hiertussen VO/FBI/164773 kan, zoals in het POR is toegelicht, op verdeelstoornissen wijzen, die tot aanpassing

van de verdeelsystematiek zouden kunnen leiden.


4
Bent u het eens met de conclusie van het Periodiek Onderhoudsrapport Gemeentefonds 2010 dat er nader onderzoek nodig is naar het verschil tussen de groeiende omvang van het cluster Educatie in het Gemeentefonds en de feitelijke uitgaven op dit onderwerp?

Antwoord
Zoals in het POR 2010 is aangegeven, wordt nader onderzoek gedaan naar een aantal clusters in het Gemeentefonds. In 2010 zal door BZK samen met OCW nader onderzoek plaatsvinden naar de geconstateerde verschillen tussen de (normatieve) ijkpunten en de geraamde uitgaven van gemeenten op het cluster Educatie. Over de bevindingen wordt u zo snel mogelijk geïnformeerd.

Voor het primair onderwijs heeft de Inspectie van het Onderwijs recent een onderzoek afgerond naar de uitgaven van schoolbesturen aan onderwijshuisvesting. Schoolbesturen die onderwijsbekostiging uitgeven aan huisvesting konden in dit onderzoek de reden hiervoor aangeven. Ook de rol van de gemeente kan hierbij aan de orde komen. Op dit moment zijn wij het rapport aan het bestuderen. Wij zullen het rapport vervolgens met een beleidsreactie aan uw Kamer aanbieden.


5
Onderschrijft u dat ook in voorgaande jaren door gemeenten minder werd uitgegeven aan onderwijshuisvesting dan zij ontvingen via het Gemeentefonds, zoals blijkt uit de Monitor Onderwijshuisvesting van voorgaande jaren? Kunt u aangeven hoe dit zich verhoudt tot de investeringen in onderhoud van schoolgebouwen in het kader van de crisismaatregelen?

Antwoord
Gedurende de eerste 10 jaar na de decentralisatie in 1997 zijn de inkomsten en uitgaven van gemeenten voor onderwijshuisvesting met elkaar vergeleken via de monitor onderwijshuisvesting. Hieruit bleek dat de gemeenten macro gezien wat minder uitgeven dan het ijkpunt, maar dat de uitgaven wel gemiddeld gelijke tred houden met de inkomsten.

De investeringen in onderhoud van schoolgebouwen in het kader van de crisismaatregelen staan hier los van. De stimuleringsmaatregel uit het crisispakket heeft een tweeledig doel. De maatregel beoogt enerzijds de bouwsector te ondersteunen die door de crisis flink is getroffen. Anderzijds wordt een impuls gegeven aan duurzaamheid en aan de kwaliteit van schoolgebouwen. De maatregel is gericht op het bevorderen van energiebesparende maatregelen of verbeteringen in het binnenmilieu in schoolgebouwen. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede doordat leerlingen en docenten een betere leer- en werkomgeving krijgen.


1) Besturenraad, 23 september 2009: "Gemeenten geven veel minder uit aan onderwijshuisvesting" http://www.besturenraad.nl/main_1-1-1-488.html

Pagina 3 van 3