Rijksvoorlichtingsdienst

Noodhulpdetachement beëindigt hulpverlening Haïti

Na elf intensieve dagen van hulpverlening - variërend van de begeleiding van konvooien, het uitdelen van noodrantsoenen tot de distributie van shelterboxen - beëindigt het noodhulpdetachement van Defensie vandaag haar inzet op Haïti.

Het Caraïbisch eiland Haïti werd op dinsdag 12 januari getroffen door een zware aardbeving met een kracht van 7 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag op 25 kilometer van de hoofdstad Port-au-Prince. Naar schatting kwamen meer dan honderdduizend mensen om in de ramp. Een groot deel van de infrastructuur werd verwoest.

Noodhulpdetachement
Kort na de ramp stuurde Defensie het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Pelikaan naar Haïti. Aan boord van het schip waren vijftien bemanningsleden, een detachement van 45 mariniers van de 32ste infanteriecompagnie van het Korps Mariniers uit Aruba, de bootgroep Aruba, zes militairen van de Arubaanse Militie en twee medewerkers van de Koninklijke Marechaussee. Het detachement werd verder aangevuld met logistiek, technisch en geneeskundig personeel van het Commando der Zeemacht in het Caraïbisch Gebied. Dit noodhulpdetachement zette zich gedurende elf dagen in voor hulpverlening aan de getroffen bevolking van het Caraïbische eiland.

Focus
Waar primair de focus lag op algemene ondersteuning en het toegankelijk maken van de haven van Port-au-Prince, verschoof de inzet naar het begeleiden van konvooien, het uitdelen van hulpgoederen en het uitvoeren van verkenningen. Op diverse locaties in Port-au-Prince deelden de mariniers voedsel en water uit. Ook bevoorraadden ze meerdere ziekenhuizen en weeshuizen. Daar werden medicijnen, noodrantsoenen, voedselpakketten, water en luiers gebracht. De mariniers escorteerden daarnaast nog een groep van 106 Haïtiaanse adoptiekinderen van het weeshuis God's Little Angels naar het vliegveld van Port-au-Prince. Ook het Nederlandse 'Urban Search and Rescue' (USAR) team werd enkele dagen begeleid bij het uitvoeren van bergingstaken. De afgelopen dagen bracht het noodhulpdetachement circa 1.000 shelterboxen naar diverse locaties. In elke box bevinden zich primaire overlevingsmiddelen voor tien personen, zoals een tent, een geïsoleerd grondzeil, thermische dekens, een fornuis, kookspullen, gereedschap, muggennetten en watercontainers en waterzuiveringstabletten. Hiermee werd duizenden ontheemde Haïtianen een onderkomen geboden.

Pelikaan
Het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Pelikaan maakte haar reputatie van 'werkpaard van de marine' meer dan waard. Na het initiële transport van het noodhulpdetachement, 21 pallets met hulpgoederen, twee vrachtauto's, vier Landrovers, vijf Zodiac rubberboten en vier Boston Whalers van bootgroep Aruba naar Haïti, vervoerde het schip 15.000 kg hulpgoederen en 45.000 kg materiaal van het Amerikaanse duik- en bergingsteam van Cuba naar Haïti. Bij terugkeer voorzag de Pelikaan de Amerikaanse kustwachtcutter USS Oak van 25.000 liter drinkwater. Hierna belaadde het ondersteuningsvaartuig wederom 200 pallets met hulpgoederen op de Amerikaanse basis Guantanamo Bay te Cuba, om deze af te leveren voor distributie op Haïti.

Net als minister Eimert van Middelkoop, die telefonisch contact had met de commandant Pelikaan, luitenant-ter-zee Maarten Veenstra, is ook de nieuwe Commandant Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Matthieu Borsboom, trots op het werk van zijn mannen en vrouwen. "Jullie waren een schoolvoorbeeld van onze snel inzetbare vloot- en marinierseenheden. Hr.Ms. Pelikaan: waar een klein schip groot in kan zijn!"

Categorieën: Internationaal, Openbare orde en veiligheid, Overig

Bron: Ministerie van Defensie