ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman AO Zorgverzekeringswet
Bijdrage Esmé Wiegman AO Zorgverzekeringswet
donderdag 28 januari 2010 10:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De
verschillende evaluaties die vandaag voorliggen, laten over het
algemeen een positief beeld zien. Door de Zorgverzekeringswet is
bijvoorbeeld de solidariteit toegenomen. Uit de verschillende reacties
in het land maak ik wel op dat er verschillen zijn in beleving. Ik kan
me voorstellen dat een grote groep chronisch zieken en gehandicapten
met negatieve ervaringen te maken heeft. Gisteren las ik in een
verslag van een bijeenkomst over zorg aan ouderen dat de zorg als
ingewikkeld wordt ervaren, iets wat meer als een extra zorgpunt erbij
komt, dan dat deze verlicht, vanwege al het geregel en papierwerk.
De centrale vraag van vandaag is: heeft de Zorgverzekeringswet
gebracht wat we ervan verwacht hadden? Voor de ChristenUnie gold
destijds een aantal principes. Ten eerste het principe dat zorg geen
gewone markt is. De ChristenUnie wil marktwerking niet categorisch
uitsluiten, maar zorgvuldig per deelmarkt afwegen of en in welke vorm
concurrentie kan worden geïntroduceerd. De ChristenUnie ziet
inkomenssolidariteit binnen het stelsel, niet via een moeizame weg van
allerlei toeslagen. Voor ons is het een optie om een deel van de
premie inkomensafhankelijk te maken. We zien nu dat
inkomenssolidariteit wordt uitbesteed aan de fiscus. Dat is vooral
bureaucratisch en kosteninefficiënt.
Ten tweede geldt het principe dat het zorgstelsel niet alleen
betaalbaar, maar ook solidair en toegankelijk moet blijven. Ten derde
is voor de ChristenUnie het principe van speciale aandacht voor
chronisch zieken, gehandicapten en mensen die geen keuze hebben of
minder goed in staat zijn om weloverwogen keuzen te maken tussen
zorgverzekeraars belangrijk. Als ik vanuit die principes kijk naar wat
voorligt, zie ik veel positiefs in de evaluatie. Maar ik vraag wel
aandacht voor de kwetsbare mensen in de samenleving, die door een
handicap of door een chronische ziekte nog te vaak in een hoek zitten
waar de klappen het ergst gevoeld worden, ook door een samenloop van
beleid.
Ik ben blij om in de brieven van het kabinet te lezen dat er aan veel
van de negatieve punten in de evaluaties inmiddels wordt gewerkt. Ik
wil een paar aandachtspunten meegeven. De compensatie van het eigen
risico verloopt nog altijd onbevredigend. Er zijn nog steeds problemen
om tot een goede afbakening te komen. Er liggen inmiddels
aanbevelingen met betrekking tot de Wtcg. Hiermee gaat de
staatssecretaris aan de slag. Kan de minister op basis van deze
gegevens al van start gaan met het aanbrengen van verbeteringen op
korte termijn bij de compensatieregeling?
Voor de lange termijn liggen er goede aanbevelingen voor het traject
van heroverwegingen, waaronder het verlagen van de nominale premie en
het rekening houden met de inkomenssituatie. De ChristenUnie is ervan
overtuigd dat het in ieder geval eenvoudiger en eerlijker kan, maar we
moeten wel opletten dat we de goede ervaringen, met de principes van
solidariteit in de Zorgverzekeringswet, weten vast te houden. We
moeten niet in de toekomst een nieuwe tweedeling veroorzaken. De
toeslagen zijn onderdeel van de heroverweging. Wat betekent dit
mogelijk voor de zorgtoeslag? Moeten we niet meer naar een
gedeeltelijk inkomensafhankelijk stelsel, om dit probleem te
ondervangen?
De heer Van Gerven (SP): Ik luister met interesse naar het betoog van
de ChristenUnie. Mag ik het zo samenvatten dat zij sympathiek staat
tegenover het voorstel uit het rapport van ZonMw om de vaste premies
tot een derde te verlagen, waardoor de zorgtoeslag afgeschaft kan
worden? Steunt zij dit voorstel?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik heb het idee
dat er nog geen concrete voorstellen liggen, maar dat er wel goede
suggesties worden gedaan. Het lijkt me ontzettend waardevol dat deze
worden meegenomen in de heroverweging, juist ook omdat deze aansluiten
bij de principes die de ChristenUnie heeft neergelegd. We moeten
opletten hoe we solidariteit hebben vormgegeven en ingewikkeld hebben
gemaakt. Als we het langs een andere weg eenvoudiger en beter kunnen
maken, lijkt me dat van belang.
De heer Van Gerven (SP): Ik vat het maar samen in mijn woorden. U hebt
er wel oren naar en u staat er sympathiek tegenover. We zullen dat
zien bij de brede heroverwegingen. Dan kom ik tot de conclusie dat er
binnen de coalitie een meerderheid tendeert naar het voorstel van de
SP.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Deze conclusie
gaat mij iets te snel. Laat ik het maar gewoon even houden bij de
principes van mijn eigen partij. De discussie in onze fractie was
boeiend. Eerst waren we gefocust op de Zorgverzekeringswet. Het is
goed om dingen in de breedte te zien en te kijken naar ons complete
fiscale stelsel. Wat kunnen we langs die weg allemaal aan
inkomenssolidariteit doen? Het is wel eens ingewikkeld en we kunnen
ook andere keuzen maken.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Voordat we heel creatief gaan
boekhouden, lijkt mij dit een heel essentieel punt. Hoe gaan we de
solidariteit vormgeven? Straks hebben we de brede heroverwegingen. Dat
wordt nog een heel akelige operatie. Zijn de inkomensafhankelijke
premie en het afschaffen van de zorgtoeslag voor u belangrijke punten
en gaat u daar samen met de PvdA voor liggen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik weet niet
precies waar ik voor moet gaan liggen. In de evaluaties worden een
paar suggesties gedaan. Deze suggesties leven ook binnen mijn fractie.
We zeggen dat deze meegenomen moeten worden in de brede heroverweging,
met de nadruk op brede. Ik vind dat deze bij het complete fiscale
stelsel betrokken moeten worden. De vraag is aan welke knop we dan het
beste kunnen draaien. Dan wordt het misschien even ingewikkeld,
misschien zelfs pijnlijk, maar ik denk ook dat we goede winsten kunnen
boeken en het allemaal wat minder pijnlijk kunnen maken.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks): Het hele leven is ingewikkeld, ook als
een coalitiepartij praat met meel in de mond. Ik vraag het nogmaals.
Straks krijgen we de brede heroverweging. Er ligt een motie van de
Partij van de Arbeid. De heer Van der Veen heeft er net iets over
gezegd. Solidariteit betekent ook keuzen maken. We kunnen dat de
minister nu meegeven. Dat snapt u toch ook wel? Vindt u een
inkomensafhankelijke premie en het afschaffen van de zorgtoeslag
belangrijke elementen in de brede heroverweging? Hebben deze elementen
uw voorkeur?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik vind het
heel belangrijke suggesties, maar ik ga niet vooruitlopen op het
eindbeeld dat ik uiteindelijk van die heroverwegingen verwacht. Er
zijn allerlei werkgroepen bezig. Ik ga nu niet alvast zeggen wat daar
uit moet komen. Dat vind ik niet handig. Ik denk dat we heel helder
zijn geweest. Wat ons betreft zijn er geen taboes. Vanaf het begin,
nog voordat de Zorgverzekeringswet werd geïntroduceerd, hebben we
gezegd dat het belangrijk is om goed te kijken naar de principes van
inkomensafhankelijkheid. Daar zijn wij niet vies van.
In de evaluaties gaat alle aandacht uit naar wat er binnen de
Zorgverzekeringswet gebeurt. Het valt mij op dat er vooral nog
problemen en vragen zitten op de snijvlakken, van bijvoorbeeld de
Zorgverzekeringswet en de AWBZ. Ik denk bijvoorbeeld aan de
ziekenhuisverplaatste zorg. Zo nu en dan krijg ik wel eens vragen
binnen van transferverpleegkundigen, die zich afvragen waar ze moeten
zijn als de zorg verplaatst wordt, bij de zorgverzekeraar, de AWBZ of
bij de Zorgverzekeringswet. Ze vragen zich af wie erover gaat, de
huisarts of de medische specialist. Het is ontzettend belangrijk dat
hierover absolute duidelijkheid is, ook bij alle zorgverzekeraars.
Collega Van de Vlies ging al in op de mogelijkheden van het
persoonsgebonden budget. Ik wil daarbij in het bijzonder noemen
ziekenhuisverplaatste zorg aan kinderen. Als deze zorg niet in de AWBZ
geborgd is, zouden zorgverzekeraars verplicht moeten worden een pgb
voor ziekenhuisverplaatste zorg op te nemen in het basispakket. Dat
lijkt mij van grote waarde.
De ChristenUnie heeft zorg over de keuzemogelijkheden. De afgelopen
jaren hebben geleid tot een beperkt aantal zorgverzekeraars; soms
spelen zorgverzekeraars een dominante regionale rol. Vanuit het
oogpunt van de NZa is dit misschien op dit moment nog allemaal
acceptabel, maar ik denk dat er vanuit het perspectief van de
premiebetaler meer over te zeggen valt. Een ander aandachtspunt is het
principe dat de polis gaat voor het inkoopcontract. Ik heb begrepen
dat zorgaanbieders nog wel eens de neiging hebben hun afspraken met
een zorgverzekeraar gelijk te stellen met de aanspraken van een
verzekerde, maar de verhouding is dus andersom. Dit vraagt aandacht.
Misschien kan de NZa hier aandacht aan besteden.
Een belangrijke onbeantwoorde vraag blijkt nog steeds te zijn: wat is
kwaliteit? Die vraag hangt nog steeds levensgroot boven ons hoofd. Ik
ben erg benieuwd wat de minister op dit punt verder gaat ondernemen.
Ook de vraag over de taakverdeling tussen de toezichthouders springt
in het oog, een vraag die in het traject tot het komen van "good
governance" wordt opgepakt. Vandaag wil ik het ook met nadruk noemen.
Er worden goede woorden gesproken in de evaluatie over de NZa, maar we
zijn er nog niet. Dat moet ons scherp houden.
Ik wil vandaag ook het preferentiebeleid aanstippen. Op zich is het
een goed principe, maar er moeten in korte tijd niet te veel
veranderingen plaatsvinden in de te vergoeden en te verstrekken
medicijnen. Dit kan therapieëntrouw onder druk zetten bij de patiënt.
Je krijgt ook de gekke situatie dat de apotheker met voorraden blijft
zitten die hij niet kwijt kan. Wat is dan echt doelmatig?
Tags
Esmé Wiegman