Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Sneeuwbuien en gladde wegen
Winterweer houdt aan
29 januari 2010 - Na de regen en sneeuw van vrijdagochtend gaan later vandaag en komend weekeinde sneeuwbuien het weer bepalen. Soms kunnen dat flinke buien zijn die vergezeld gaan van onweer en op sommige plaatsen een laag sneeuw kunnen achterlaten. Bovendien neemt de wind toe. De kans op overlast en verraderlijke gladheid door neerslag en bevriezing is de komende dagen groot (blijf de KNMI-waarschuwingen volgen).
IJs in de Eemshaven (foto Jannes Wiersema)
IJs in de Eemshaven (foto Jannes Wiersema)
Komende week weer kouder
De winter houdt stand waarbij de vorst weer toeneemt. De komende dagen kan het plaatselijk weer streng vriezen en volgende week is er weer kans op ijsdagen, dat zijn dagen waarop de temperatuur gedurende het hele etmaal onder nul blijft. Ook de sneeuwbuien blijven volgende week doorgaan al zijn er ook momenten met minder buien. Nu ook februari met dit weertype doorgaat kunnen we al spreken van een echte witte winter.

Sneeuwbuien hinderen verkeer
Sneeuw- en hagelbuien kunnen het verkeer flink parten spelen. De neerslag kan heftig zijn waardoor het wegdek in een mum van tijd spiegelglad kan worden. De intensiteit van de neerslag kan plotseling veranderen en over korte afstanden sterk verschillen. Voor het verkeer is dat verraderlijk omdat dan ook de toestand van het wegdek van plaats tot plaats sterk kan verschillen. Niet alleen tijdens een bui maar ook kort nadat de bui is gepasseerd. Vooral na een flinke bui bij temperaturen rond het vriespunt en lage wegdektemperaturen kan de weg nog een hele tijd glad blijven. De buien gaan vaak vergezeld met windstoten waardoor de omstandigheden voor het verkeer nog slechter worden.

Bovendien loopt in sneeuwbuien het zicht plotseling sterk terug. Als het een beetje sneeuwt valt dat nog wel mee. In lichte sneeuw is het zicht nog zo'n 1 tot 2 kilometer. Naarmate het harder sneeuwt, wordt het zicht snel minder. In een zware sneeuwbui ligt het zicht tussen 200 en 500 meter, vergelijk met het zicht in mist. In zware sneeuwbuien kan het zicht verder teruglopen soms zelfs tot minder dan 50 meter. Dat komt overeen met het zicht in zeer dichte mist. In combinatie met de gladheid en de ophoping van sneeuw op de voorruit levert dat op de weg gevaarlijke situaties op. Sneeuwbuien ontstaan vaak in koude lucht die van noordelijke breedten (uit het poolgebied) wordt aangevoerd. Vooral als die lucht op grote hoogte in de atmosfeer zeer koud is, kunnen flinke buien ontstaan. Het relatief warme water van de Noordzee vormt een extra voedingsbron voor de buien.

De invloed van het zeewater is het grootst wanneer de lucht aangevoerd wordt over het zeegebied tussen IJsland en Scandinavië en een lange weg over zee aflegt. Satelliet- en radarbeelden tonen dan lange buienstraten waarin de buien zich clusteren. Soms trekt een sneeuwstoring mee, een zogenaamde polar low. Dat is een klein venijnig lagedrukgebied die tot grote hoogte is gevuld met ijskoude lucht en zorgt voor zware sneeuwbuien. In gebieden waar deze intensieve buien passeren, kan het een tijd lang flink sneeuwen. Dat levert bij buiig weer grote verschillen op in weertype: over een afstand van nog geen tien kilometer kan het weer totaal anders zijn. In een deel van het land kan een dik pak sneeuw vallen terwijl het landschap een eindje verderop groen blijft (Zie Nader Verklaard- Sneeuwbuien en Sneeuwstoring).

Markante verandering
Begin deze week zijn bijzonder lage temperaturen gemeten. In Stavoren werd op dinsdag 26 en woensdag 27 januari achtereenvolgens -13,9 en
-15,8 graden gemeten. Overdag op 26 januari kwam de temperatuur op weerstations langs het IJsselmeer niet hoger dan -6 graden. Woensdagochtend vroor het in Berkhout nog ruim 15 graden, maar in de middag was de temperatuur hier bij regenachtig weer al opgelopen tot bijna 5 graden boven nul. Zo'n temperatuurverandering in zo'n korte tijd komt niet vaak voor. Ook de verandering in luchtdruk was bijzonder groot: in het noorden wezen de barometers dinsdag nog 1043 hPa aan, woensdag daalde de luchtdruk tot onder 1010 hPa.

Kou in Europa
Ook in ons omringende landen was woensdag sprake van een markante weersomslag. In het noordoosten van Duitsland steeg de temperatuur binnen 24 uur van -20 graden naar iets boven het vriespunt. De eerste dagen van deze week zijn in het centrale deel en oosten van Europa uitzonderlijke lage temperaturen gemeten tussen -20 en -30 graden. Opmerkelijk was de -27,6 graden in het Oostenrijkse Gars (Niederösterreich). Dat was de laagste temperatuur in dertien jaar. De lage temperatuur hield verband met de dikke sneeuwlaag. In het noordoosten van Niederösterreich ligt volgens de Oostenrijkse weerdienst (ZAMG) in 20 jaar niet zoveel sneeuw.

De komende dagen wordt in Europa, ook in de wintersportgebieden van de Ardennen en de Duitse Middelgebergten veel sneeuw verwacht. De website www.meteoalarm.eu houdt u op de hoogte van de verwachte kou en sneeuw.

Witte winter Nader Verklaard
Achtergrond informatie en nieuws over deze winter in onze rubriek Nader Verklaard in het dossier Witte winter 2010.

Eerste uitgave: 27-01-10