Gerechtshof Arnhem
Kort geding Vereniging van Gedupeerde Huisartsen tegen
zorgverzekeraars
Arnhem, 29 januari 2010 - De leden van de Vereniging van Gedupeerde
Huisartsen (VGH) zijn huisartsen die het declareren voor verleende
zorg aan patiënten hadden uitbesteed aan LDD BV. LDD is in september
2009 failliet verklaard. Volgens VGH zit in de boedel van LDD nog
voor een bedrag van ⬠32.000.000,- aan niet uitbetaalde declaraties
over de periode van 1 januari 2006 tot september 2009. VGH stelt dat
daar veel declaraties tussen zitten die eerder waren ingediend, maar
door de zorgverzekeraars zijn afgekeurd wegens fouten.
VGH wil dat die afgekeurde declaraties na herstel opnieuw door de
zorgverzekeraars in behandeling worden genomen en uitbetaald. In de
zorgcontracten die de huisartsen met de zorgverzekeraars hebben staan
echter termijnen waarbinnen de declaratie moet zijn ingediend. Voor
declaraties die buiten die termijnen worden ingediend vervalt het
recht op betaling.
Om de eerder afgekeurde declaraties op te sporen, te achterhalen wat
er mee mis is en fouten aan de hand van de juiste gegevens te
corrigeren, is een bewerkelijk karwei. Als de huisartsen dat gaan
doen, willen zij wel van tevoren de zekerheid hebben dat de
zorgverzekeraars zich niet op overschrijding van de termijn voor
indiening van de declaraties mogen beroepen.
Dat is de inzet van dit kort geding. De voorzieningenrechter overweegt
dat de zorgverzekeraars een gerechtvaardigd belang bij hebben zich op
die vervaltermijnen te beroepen, vanwege de kans dat zij grote
hoeveelheden oude declaraties te verwerken krijgen met alle
uitzoekwerk vandien. Dat kan leiden tot een zeer grote administratieve
last en tot ontwrichting van het electronische declaratiessysteem van
VeCoZo.
Daartegenover staat dat de vervaltermijnen van 1 a 2 jaar die
doorgaans door de zorgverzekeraars worden gehanteerd redelijk zijn. De
huisartsen moet het, niet tegenstaande de inspanningen die dat vergt,
redelijkerwijs mogelijk zijn geweest binnen die termijnen een
hersteldeclaratie in te dienen.
Niet aannemelijk is geworden dat de zorgverzekeraars het electronisch
declareren onnodig hebben bemoeilijkt. Dat die hersteldeclaraties door
LDD niet tijdig zijn ingediend is een omstandigheid die voor risico
van de huisartsen komt, omdat zij LDD hebben ingeschakeld. Ook de
problemen door het faillissement van LDD komen om dezelfde reden voor
hun risico.
Daarom kan in zijn algemeenheid niet worden gezegd dat een beroep van
de zorgverzekeraars op de vervaltermijnen naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dat kan mogelijk
in het concrete individuele geval anders zijn, maar de individuele
gevallen staan in dit kort geding niet ter beoordeling.
LJ Nummer
BL1102
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 29 januari 2010 Naar boven