Robert D. Joffe, ex-voorzitter en partner bij Cravath, Swaine & Moore LLP, is overleden aan de ziekte van kanker, volgens een woordvoerder van het bedrijf. Hij was 66 jaar oud.

Mr. Joffe, die op donderdag 28 januari overleden is, werd in de juridische wereld beschouwd niet alleen als een prominente pleiter, maar ook als toonaangevend raadsman in de vergaderkamer. Hoogtepunten van zijn carrière waren zijn grote inzet getoond bij cliёnten als Time Warner, en ook zijn inspanningen voor de vooruitgang van burgervrijheden en rechtvaardigheid. De heer Joffe genoot nationale en internationale naam, zowel om zijn standvastigheid in landmerkrechtsgeschillen als om zijn capaciteit in het geven van uiterst verstandig advies in de vergaderkamers van de bedrijven van Amerika. Of het nu om een uitdagende zaak op het gebied van antitrust, effecten of ondernemingsbestuur ging, of om een ingewikkelde contractuele overeenkomst, Mr. Joffe blonk uit in alle actie die hij ondernam.

Advies aan ondernemingsraden

Mr. Joffe vertegenwoordigde de ondernemingsraden van enkele van 's werelds meest toonaangevende bedrijven waarin hij de dringendste zaken behandelde, en in het bijzonder tijdens de meest recente financiёle crisis. Lange tijd gaf hij advies aan de non-management directeuren van Fannie Mae. Sinds oktober 2007, na de overname van het bedrijf door de Bank of America in januari 2009, deed hij dienst als vertegenwoordiger voor het onafhankelijke bestuur van Merrill Lynch. Mr. Joffe was ook raadsheer voor de onafhankelijke directeuren van o.a. Citigroup, General Electric en General Motors.

Betrekking met Time Warner

Vanaf 1978 was Mr. Joffe de eerste advocaat buiten voor Time Warner en leidde hij de fusie van Time Inc. en Warner Communications Inc. door middel van het FTC-rapport. Ook was hij de voornaamste verdediger van Time Inc., toen hij met succes de in 1989 door Paramount gepoogde overname weersprak, en met zijn pleitdooi de zaak Paramount v. Time aan de Delaware Chancery Court en het hooggerechtshof van Delaware won. Deze zaak werd beschouwd als een mijlpaal in de procesvoering van fusies en overnames, omdat dit de controle van de ondernemingsraad over bedrijfszaken bekrachtigde. Mr. Joffe vertegenwoordigde Time Warner bij de FTC in verband met de fusie van dit bedrijf met AOL. Ook vertegenwoordigde hij Time Warner in haar overname van Turner Broadcasting Systems, Inc. in processen voor de FTC en bij de rechtbanken van Delaware, en hij verdedigde Time Warner zowel in antitrustgeschillen met Fox News en de First Amendment rechtszaak die tegen de stad van New York was aangespannen. In dit laatste geval verkreeg hij een tijdelijke beperkingsorder tegen de stad die later werd omgezet in een preliminair verbod dat in het tweede circuit bekrachtigd werd. Mr. Joffe diende Time Warner ook van advies in verband met het proces voor aandeelhouderschap en volmachten van Carl Icahn.

Vol hartstocht voor de mensenrechten

Al toen hij student aan de Harvard Law School was, interesseerde Mr. Joffe zich voor de mensenrechten en het rechtssysteem. Het was hier dat hij redacteur voor rechtszaken werd bij de Harvard Civil Rights/Civil Liberties Law Review. Van 1967 tot 1969, na slechts enkele maanden als partner bij Cravath actief te zijn geweest, vertrok Mr. Joffe New York om zijn diensten te verlenen op het Ministerie van Justitie van de Regering van Malawi gesteund door een Afrikaans-Aziatische regeringsfellowship gefinancierd door de Ford Foundation. In deze functie assisteerde hij de Commissioner for Law Revision bij het herschrijven van de wetten van het land waarbij hij een raamwerk opzette voor de supervisie van de lokale rechtbanken in dit Afrikaanse land. Hierna bleef hij interesse voor de burgerrechten tonen en in 1989 pleitte hij in het geschil Martin v. Wilks, een zaak voor pro bono burgerrechten aan het hooggerechtshof van de Verenigde Staten, waarin hij zwarte en vrouwelijke gemeentewerknemers in Birmingham, Alabama vertegenwoordigde, in een poging om gelijke arbeidskansen te garanderen. In dat zelfde jaar nam hij in 1989 deel aan een missie naar Kenya in vertegenwoordiging van de Lawyers Committee for Human Rights. Ook werd hij gevraagd getuige te zijn voor de subcommissie van het Congres met betrekking tot de mensenrechten in Kenya en zijn steun aan de Civil Rights Act van 1991. In de volgende jaren, als voorzitter en partner van Cravath, was hij een geestdriftig aanzetter van de noodzaak dat advocaten pro bono cliёnten met hetzelfde respect behandelen als zij dat in geval van een betalende cliёnt deden.

Mr. Joffe was alom erkend in de rechtswereld voor zijn werk in deze zaken. In 1992 ontving hij van The Lawyers’ Committee for Civil Rights Under Law een onderscheiding voor zijn toonaangevend leiderschap voor het aannemen van de Civil Rights Act of 1991. In 2004, 2005, en 2006 respectievelijk, ontving hij van de American Jewish Committee de Learned Hand Award, de Fund for Modern Courts’ John J. McCloy Award en de Legal Aid Society’s Servant of Justice Award.

Juridische levensbaan

Mr. Joffe, geboren en getogen in New York, ontving een A.B. cum laude van het Harvard College in 1964, en een J.D. cum laude van de Harvard Law School in 1967. Na zijn activiteiten in Malawi hervatte hij in 1969 zijn werk bij Cravath en werd in 1975 partner. Hij werd gekozen tot Deputy Presiding Partner in November 1997 en volgde Samuel C. Butler op als president en partner van Cravath in januari 1999. Mr. Joffe was directeur van de firma tot 31 december 2006, waarna hij weer full-time terug in zijn eigen advocatenpraktijk stapte.

Actieleider op het gebied van civiele en rechtsgeschillen

Mr. Joffe was lid van de Association of the Bar van de stad New York (Vice- President, 2003-04; Committee on Honors, 2004; Executive Committee, 1995-99; Voorzitterschap, Trade Regulation Committee, 1980-83; Nominating Committee, 2001-2002, 2008 (Voorzitterschap); Voorzitter Task Force on Judicial Selection, 2003, 2006); lid van de Council on Foreign Relations; lid van de Board of Trustees of the Metropolitan Museum of Art (Voorzitterschap, juridische commissie); lid van de ondernemingsraad en vice-voorzitter van Human Rights First (de vroegere Lawyers Committee for Human Rights); lid van de ondernemingsraad van The After-School Corporation; lid van de ondernemingsraad van Franklin Resources, Inc. (en voorzitter van haar bestuurscommissie); bestuurslid van Fiduciary Trust Company International, de adviescommissie van het decaan van Harvard Law School, 1997-2009; en lid van de Governor’s First Judicial Department Judicial Screening Committee. Van 1994 tot 2003 was hij lid van de raad van bestuur van de Romanian American Enterprise Fund (benoemd door President Clinton) .

Erkenning aan de Balie

Mr. Joffe’s naam verscheen vaak op de verschillende rankinglijsten van de beste advocaten van het land. Hij werd aangehaald als een van de meest prominente raadsheren van het land op het antitrust-strijdtoneel in Chambers USA 2008 en in 2009: America’s Leading Lawyers for Business, The Legal 500 en Chambers Global: The World’s Leading Lawyers for Business. In 2008 werd Mr. Joffe genoemd in The Best Lawyers in America 2009 en in 2010 als leider in de antitrustwetgeving. Onlangs is hij uit vijftien advocaten in de staat van New York gekozen als een van de toonaangevende commerciёle pleiters in een publicatie van International Who’s Who of Commercial Litigators 2008. Bovendien werd Mr. Joffe beschreven in de gids 2007 Lawdragon 500 Leading Lawyers in America als “juridisch verlicht persoon standvastig in de grootste zaken – waarbij het rechtsstelsel verbeterd wordt door verbintenis en groter respect voor de mensenrechten – terwijl hij de belangrijkste rechtsprocedures voor de meest toonaangevende bedrijven van het land behandelde”. Ook werd hij erkend door Benchmark Litigation 2009 als een “Local Litigation Star” voor het gebied van New York. In Benchmark Litigation 2010 werd Mr. Joffe ook onderstreept als “National Star” voor zijn werk op het gebied van effecten.

Mr. Joffe laat naast zijn echtgenote Virginia (Dinny) nog twee kinderen achter, Katherine Joffe (NYC) en David Joffe (NYC), twee stiefkinderen, Dr. Ryan DeHaas (Concord, NC) en Elizabeth DeHaas (NYC), en twee kleinkinderen, Aidan Julio DeHaas (Concord, NC) en Alexander Contreras DeHaas (NYC). Ook leven zijn moeder Bertha Joffe nog en twee broers, Paul Joffe (DC) en Richard Joffe (NYC).

Als een van 's wereld meest toonaangevende advocatenkantoren, hanteren de bedrijfsadvocaten van Cravath’s belangrijke transacties zoals nationale en internationale fusies en overnames, aantrekken van spaargelden en commerciёle leningen, voor de grootste zaken- en financiёle instellingen in de Verenigde Staten. De afdeling voor rechtsgeschillen van de firma wordt bezet door advocaten met grote ervaring in rechtsprocedures bij de rechtbank voor complexe rechtsprocedures inzake bedrijven op ieder commercieel gebied. Cravath, Swaine & Moore LLP, opgericht in 1819, beschikt over meer dan 535 advocaten in New York City en Londen.

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal welke als enige juridische geldigheid beoogt.