Partij voor de Vrijheid (PVV)

Debat invoering houdverbod van dieren - Inbreng donderdag 04 februari 2010

Debat over de invoering van een houdverbod van dieren na dierenmishandeling (4 februari 2010)
Inbreng van PVV-justitiewoordvoerder Raymond de Roon:

De Partij voor de Vrijheid is als diervriendelijke partij alles behalve tevreden - en dan druk ik me nog voorzichtig uit - over de huidige strafrechtelijke aanpak van dierenbeulen. Deze voldoet niet. Het is hoog tijd dat dierenbeulen veel steviger worden aangepakt. Niet alleen een boete of een taakstraf, maar een minimum gevangenisstraf en een levenslang verbod op het houden van dieren zouden tot de mogelijkheden moeten behoren. Naast verbeteringen in de wet, moeten er ook verbeteringen in de opsporing en vervolging van dierenbeulen komen.

De indieners van het nu te behandelen wetsontwerp hebben een eerste stap gezet op de goede weg. Dat verdient veel waardering. Het wetsvoorstel heeft onze sympathie.

Toch zijn er kanttekeningen te maken bij het wetsvoorstel. Die leg ik vandaag graag aan de indieners voor. Zij hebben er voor gekozen om bij dierenmishandeling het mogelijk te maken om een voorwaardelijke straf op te leggen met een maximale proeftijd van 10 jaren. Als bij-zondere voorwaarde kan daaraan dan door de rechter worden verbonden, dat de veroordeelde gedurende die proeftijd geen dieren mag houden. Dit dus, ter bescher-ming van dieren. Het moet tegengaan, dat de bewezen dierenbeul zich andermaal vergrijpt aan dieren die hij houdt. Hij mag dus, gedurende de proeftijd, geen dieren houden en kan zich dan ook daaraan niet vergrijpen.

Een andere juridische constructie zou kunnen zijn: het in de wet opnemen van een separate straf of maatregel, inhoudende een verbod op het houden van dieren.

Aan de door de indieners voorgestelde juridische constructie, een houdverbod als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, kleeft naar mijn mening een niet onbelangrijk nadeel. Ik zal dat uitleggen.

Wanneer een veroordeelde dierenbeul het als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf (vrijheidsstraf, taakstraf of geldboete) opgelegde houdverbod, zoals dat is voorgesteld door de initiatiefnemers, niet nakomt. Dam is het gevolg dat hij zijn voorwaardelijke vrijheidsstraf moet uitzitten, zijn voorwaardelijk opgelegde taakstraf moet uitvoeren of de voorwaardelijk opgelegde geldboete moet betalen. En dat was het dan, voorzitter! Want het verbod om dieren te houden komt dan daarmee direct ook te vervallen.

Met andere woorden: als de rechter een voorwaardelijke straf heeft opgelegd, met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende tien jaren geen dieren mag houden, en de veroordeelde overtreedt dat verbod al na één jaar, dan wordt zijn voorwaardelijk opgelegde straf ten uitvoer gelegd. Maar dat kan maar één keer, voorzitter. Dus de resterende negen jaren, geldt het houdverbod dan niet meer. Dus na gerecidiveerd te hebben, kan de dierenbeul weer zonder consequenties, dieren gaan houden.

Is dit inderdaad, wat de indieners beogen? Zien zij dit niet als een nadeel van de door hen gekozen constructie? Vz. dit nadeel - want dat is het in mijn ogen - kan worden voorkomen, door het houdverbod niet als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf op te laten leggen door de rechter, maar door de rechter de mogelijkheid te bieden om een houdverbod van dieren als een separate straf of maatregel op te leggen, gedurende een bepaalde tijdsspanne. Op overtreding van dat houdverbod, zou dan een straf moeten worden gesteld in de wet. En bij iedere schending van het houdverbod, heeft dat tot consequentie voor de dader, dat hij telkens opnieuw wordt bestraft. Dus niet slechts eenmalig, zoals in de door de indieners gekozen juridische constructie, maar telkens opnieuw als hij het houdverbod schendt. Zou dat niet veel bete zijn, voorzitter?

Graag een reactie van de indieners.

Dan is er de kwestie van de voorgestelde verhoging van de strafmaat voor schending van art. 350, lid 2, Wetboek van Strafrecht. Dat betreft het beschadigen, vernielen, wegmaken enz. van andermans dier. De indieners willen de maximumstraf hiervoor verhogen van 2 naar 3 jaren gevangenisstraf. Ik sta hier niet onsympathiek tegen-over. Maar ik vind de door de indieners gegeven motivering zwak. Zij stellen dat art 350 niet alleen de eigenaar van het dier beoogt te beschermen maar ook het dier zelf. Ik ben daar niet van overtuigd. De voorgestelde verhoging leidt ook tot een one-venwichtigheid binnen art 350. In het eerste lid daarvan, wordt namelijk het beschadigen, vernielen, wegmaken enz. van andermans goed bedreigd met een maximale straf van 2 jaar gevangenisstraf. Als dit ook zou worden verhoogd naar 3 jaren, zou art 350 meer in balans blijven. Ik vraag de indieners om hierop te reageren.

De initiatiefnemers geven aan dat door dit wetsvoorstel de aandacht voor dierenwel-zijn wordt verhoogd en hiermee ook de prioriteit van het OM. Ik geloof dat niet. De aanpak door politie en Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) voldoet niet vindt de Partij voor de Vrijheid. Zoals mijn collega de heer Graus eerder al aangaf, heeft het aanpakken van dierenbeulen bij de politie niet de prioriteit en is dat ook begrijpelijk. Die hebben het druk genoeg. De dertien ambtenaren van de LID die voor het hele land werken, kunnen het gewoon niet aan. Een verhoging van de proeftijd zal hierin geen verandering teweeg brengen.

Er moet meer prioriteit komen bij politie en justitie voor opsporing en vervolging van dierenmishandeling. Het is daarom niet alleen zaak zorg te dragen voor een strenge aanpak, maar tevens voor een professionele aanpak. De PVV pleit daarom voor Animal Cops. Dieren zijn weerloos. In tegenstelling tot mensen en zelfs kinderen kan een dier geen contact opnemen met één of ander meldpunt. Wil men het probleem van dierenmishandeling tegen gaan, moet er meer gebeuren dan alleen deze kleine wetswijzigingen. De recente proef met een dierenpolitie in Capelle aan de IJssel is een mooie eerste stap, maar wij willen professionele dierenpolitie in het hele land.

Vinden de indieners ook, dat alleen een wetswijziging niet genoeg is? Dat er in de wetshandhaving ter bescherming van dieren, verbetering moet komen?

Graag een reactie van de indieners.

Tot slot:
Laat ik glashelder zijn. De PVV is vóór het voorgestelde houdverbod en de genoemde verhoging van de maximale gevangenisstraf. Wij verschillen daar geen millimeter van mening met de indieners van dit wetsvoorstel. Maar willen we het probleem van dierenmishandeling aanpakken, dan moet er meer gebeuren. Veel meer. De PVV pleit daarom voor minimum straffen van tenminste 3 maanden gevangenisstraf voor recidiverende dierenmishandelaar, de mogelijkheid van een levenslang houdverbod als aparte straf of maatregel en de invoering van Animal Cops.