Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 15 februari 2010

Kamervragen over valkerij

Directie Natuur, Landschap
en Platteland
Team Biodiversiteit
Prins Clauslaan 8

Postbus 20401
2500 EK DEN HAAG
www.minlnv.nl
T 070 378 6868
F 070 378 6113
Onze referentie
NLP.2010/992
Uw referentie
2010201684

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Schreijer-Pierik en Pieper (beiden CDA) over valkerij (ingezonden 28 januari 2010).
1
Is u bekend1 dat het valkeniers, die beschikken over een valkeniersvergunning, toegestaan is om te jagen met de slechtvalk en havik, en dat trainingen en demonstraties met deze diersoorten, zonder ontheffing, ook in het veld mogen plaatsvinden?
Ja.

2
Is het u bekend dat jacht in het kader van bestrijding van overlast en schade, alsmede demonstraties en trainingen in het veld met andere - in gevangenschap gefokte - roofvogels dan slechtvalk en havik, net als onder de Vogel- en Jachtwet, óók onder de Flora- en faunawet verboden zijn, maar dat hiervoor ontheffing kan worden verleend?
Ja, met dien verstande dat dit wel geldt voor schadebestrijding, maar niet voor jacht.

1 - Kamerstuk 29 446, nr. 7

- Brief van de minister van LNV van 26 maart 2008 aan het Nationaal Overleg Valkerij Organisaties (NOVO)

- Brief over afhandeling klacht valkerij (bijlage bij Inv0800209)
- Kamerstuk 31 536, nr. 2, blz. 17 en 18.
Directie Natuur, Landschap
en Platteland
Team Biodiversiteit
Datum

15 februari 2010
Onze referentie
NLP.2010/992
Pagina 2 van 3

3
Is het u bekend dat de valkerij in de praktijk problemen ondervindt bij het daadwerkelijk verkrijgen van ontheffingen voor jacht, demonstraties en trainingen in het veld met andere roofvogels dan slechtvalk en havik? Waarom worden deze ontheffingen niet of nauwelijks verleend?
Het bedrijven van de jacht met andere roofvogels dan slechtvalk en havik is verboden. Van dat verbod kan geen ontheffing worden verleend. Het is eveneens verboden om andere roofvogels dan slechtvalk en havik in te zetten in het kader van beheer en schadebestrijding. Van dat verbod kan wel ontheffing worden verleend en van dat verbod is en wordt ook ontheffing verleend. Een probleem met dit soort ontheffingen is echter dat dergelijke ontheffingen slechts kunnen worden verleend, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Die andere bevredigende oplossing bestaat immers vaak wel, namelijk gebruik van slechtvalk of havik.
Voor demonstraties in het veld met andere roofvogels dan slechtvalk en havik kan ontheffing worden verleend op grond van het belang van onderwijs. Dat betekent dat de aanvrager van de ontheffing zal moeten aantonen dat er sprake is van een reëel educatief belang. Er moet dus sprake zijn van een deugdelijk educatief programma. Vaak is dat programma er niet.

4
Bent u nog steeds voornemens2 in het kader van de nieuwe Natuurwet het aantal valkeniersakten uit te breiden en de regels voor de valkerij te versoepelen, teneinde de valkerij beter in staat te stellen op te treden bij overlast of schade door vogels of andere dieren en om het waardevolle historische cultuurfenomeen van de valkerij te behouden?
Ja.

5
Bent u bereid in afwachting van de nieuwe Natuurwet de wachtlijstproblematiek verder aan te pakken en de ontheffingverlening ten behoeve van schade en overlastbestrijding, alsmede voor demonstraties en trainingen in het veld met andere roofvogels dan slechtvalk en havik te bevorderen? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
De mogelijkheden, om te bevorderen dat ook andere roofvogels kunnen worden ingezet voor beheer en schadebestrijding en daaraan gekoppeld trainingen in het veld, wordt beperkt door wettelijke bepalingen. Het ontheffingenbeleid valt binnen dit wettelijk kader.
Ook de numerus fixus en een daaraan te koppelen wachtlijst ligt vast in wet- en regelgeving.

2 Persbericht ministerie van LNV van 1 januari 2009.

Die wet- en regelgeving biedt geen mogelijkheid om hiervan af te wijken. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg