Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

NMa vraagt mening sector over onderzoek naar economische machtspositie van Schiphol

16-02-2010

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) consulteert vanaf vandaag de betrokken marktpartijen over haar conclusies over de economische machtspositie van de N.V. Luchthaven Schiphol (Schiphol). De NMa heeft op verzoek van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) onderzocht of Schiphol beschikt over een economische machtspositie op één of meer markten voor luchtvaartactiviteiten en activiteiten die daarmee nauw verbonden zijn.

Daarnaast heeft de NMa gekeken welke kwalitatieve indicaties er zijn om continuering van de sectorspecifieke regulering voor de betreffende markt of markten te rechtvaardigen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het risico van misbruik. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau German Aviation Performance (GAP). De consultatie op de onderzoeksrapportage sluit op 26 maart 2010. De uiteindelijke conclusies neemt V&W mee in de evaluatie van de Wet luchtvaart.

NMa heeft drie groepen activiteiten onderscheiden namelijk de luchtvaartactiviteiten, de activiteiten die nauw verbonden zijn met de luchtvaartactiviteiten en de overige niet-luchtvaartactiviteiten. Voor de luchtvaartactiviteiten komt de NMa met het voorlopige oordeel dat de huidige marktsituatie van Schiphol nog steeds sectorspecifieke regulering van tarieven en voorwaarden rechtvaardigt. Er is immers sprake van een reëel risico dat de luchthaven misbruik maakt van zijn economische machtspositie op de markt voor deze activiteiten. Onder luchtvaartactiviteiten worden de activiteiten van Schiphol verstaan die de luchthaven levert aan luchtvaartmaatschappijen op het gebied van opstijgen, landen en parkeren van vliegtuigen, de afhandeling van passagiers en hun bagage, en de beveiliging van passagiers en hun bagage. Ook de faciliteiten voor grenscontrole vallen onder de noemer luchtvaartactiviteiten. Toezicht op basis van de Mededingingswet volstaat hier niet voor Schiphol, volgens de NMa. Deze wet kent immers langdurige procedures en laat pas ingrijpen toe wanneer zich misbruik heeft voorgedaan.

Voor de activiteiten die nauw verbonden zijn met de luchtvaartactiviteiten adviseert de NMa om sectorspecifieke regulering toe te passen voor het verlenen van toegang tot de infrastructuur van Schiphol voor grondafhandelingsdiensten. Het gaat dan om mogelijke toegangsvergoedingen die Schiphol kan heffen voor het verlenen van passagiers-, vracht-, post- en luchtvaartuigafhandelingsdiensten. Dit advies verandert in praktijk weinig aan de huidige regulering aangezien zulke toegangsvergoedingen nu niet worden geheven door Schiphol. Volgens de NMa sluit dit echter beter aan bij de totale systematiek van de regulering, waarin op dit moment al wel de toegangsvergoedingen voor brandstoflevering en catering opgenomen zijn. Daarnaast vallen alle kosten van deze grondafhandelingsdiensten nu in de regulering, waardoor het juister is om de eventuele baten ook hier onder te brengen. Een voordeel is dat deze aanpassing geen of nauwelijks reguleringskosten met zich meebrengt.

Voor een andere activiteit die valt onder de activiteiten die nauw verbonden zijn met de luchtvaartactiviteiten, namelijk de verhuur van operationeel noodzakelijke ruimtes, is sectorspecifieke regulering volgens de NMa echter niet gewenst. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om personeels- en opslagruimtes. Naar het oordeel van de NMa voldoet het mededingingsrecht voor de verhuur van deze ruimtes. Hetzelfde geldt voor de overige activiteiten die vallen onder de noemer niet-luchtvaartactiviteiten. Dit zijn dan bijvoorbeeld parkeren en het verhuren van ruimte aan winkels.
Zie ook
Consultatie NMa-rapportage economische machtspositie Schiphol