IJsland
Kamerbrief Avis IJsland
Kamerbrief | 2 maart 2010
Met verwijzing naar uw brief d.d. 11 juni 2009, waarin u verzoekt
schriftelijk te worden geïnformeerd over alle relevante ontwikkelingen
op het gebied van EU-uitbreiding, treft u hierbij een korte
appreciatie van het `avis' van de Europese Commissie d.d. 24 februari
inzake de lidmaatschapsaanvraag van IJsland (alsmede het bijbehorende
`analytical report')
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Appreciatie van het `avis' over de lidmaatschapsaanvraag van IJsland
Op 24 februari heeft de Europese Commissie haar advies (het `avis')
gepubliceerd over de lidmaatschapsaanvraag die IJsland op 17 juli 2009
heeft ingediend. Als bijlage bij het `avis' publiceerde de Commissie
een grondig `analytisch rapport' waarin nader wordt ingegaan op de
mate waarin IJsland aan de Kopenhagen-criteria en het acquis
communautaire voldoet.
De Raad had op 27 juli 2009 de Commissie om dit `avis' gevraagd (zie
ook verslag van de Raad Algemene Zaken en Extern Betrekkingen van 27
juli, uw kamerstuk 21 501-02 nr 916).
Het avis
Volgens de Commissie voldoet IJsland in zeer grote mate aan de
politieke Kopenhagen-criteria. De Commissie stelt vast dat IJsland een
zeer goed functionerende democratie kent, waar mensenrechten en
rechtsstaat volledig worden gerespecteerd. De Commissie vraagt evenwel
aandacht voor de mogelijke belangenverstrengeling tussen onder meer
politiek en bedrijfsleven, die mede veroorzaakt wordt door de geringe
omvang van de bevolking (en de daaruit voortvloeiende nauwe
familieverbanden) en de geïsoleerde ligging van het eiland. De
Commissie stelt eveneens enkele vraagtekens bij de benoemingprocedure
van leden van de rechtelijke macht.
Bij de beoordeling van de economische Kopenhagen-criteria stelt de
Commissie in het avis dat IJsland in essentie een functionerende
markteconomie kent. Het financieel-economisch stelsel in IJsland is
echter ernstig verstoord door de financieel-bancaire crisis in 2008.
De Commissie is van oordeel dat de IJslandse economie op middellange
termijn de concurrentiekracht van de EU zal kunnen weerstaan, op
voorwaarde dat snel verdere economische hervormingen en aanpassingen
worden doorgevoerd.
IJsland heeft volgens de Commissie in het algemeen een adequate staat
van dienst (track record) opgebouwd bij de tenuitvoerlegging van
verplichtingen onder het Verdrag inzake de Europese Economische
Ruimte. Gedurende het pre-toetredingstraject zal IJsland moeten
blijven voldoen aan deze verplichtingen. IJsland zal nog wel
aanzienlijke additionele inspanningen moeten doen om aan het gehele
`acquis communautaire' te voldoen. De Commissie noemt in het bijzonder
de onderwerpen visserij, landbouw en rurale ontwikkeling, milieu, vrij
verkeer van kapitaal en financiële diensten.
De Commissie stelt vast dat IJsland op korte termijn de vervolmaking
van de herstructurering van de financiële sector alsmede de
substantiële verbetering van de organisatie en het functioneren van
het systeem van regelgeving en toezicht moet aanpakken. In het
bijbehorende `analytical report' stelt de Commissie dat IJsland zich
in een vroegtijdig stadium moet toeleggen op de verbetering van het
functioneren van het financiële toezicht en het deposito
garantiestelsel.
De Commissie constateert dat een mogelijke IJslandse toetreding
slechts een beperkte weerslag zal hebben op de EU en de capaciteit van
de EU tot verdere ontwikkeling niet negatief zal beïnvloeden
(`absorptiecapaciteit') .
Gelet op het bovenstaande beveelt de Commissie aan dat
toetredingsonderhandelingen met IJsland worden geopend.
Eerste Nederlandse appreciatie
De Nederlandse regering steunt de IJslandse EU-ambities. IJsland is op
veel terreinen een zeer gelijkgezinde partner, die belangrijke
Europese waarden - democratie, rechtstaat, respect voor mensenrechten
- met Nederland deelt. Op veel terreinen (bijvoorbeeld duurzame
energie) zou IJsland een aanwinst zijn voor de EU. Bovendien is
IJsland een betrouwbare NAVO-bondgenoot. IJsland heeft als lid van de
Europese Economische Ruimte al circa tweederde van de Europese
wetgeving (acquis communautaire) uitgevoerd en voldoet aan de
politieke Kopenhagen criteria. In dit opzicht is IJsland een
bijzondere potentiële kandidaat-lidstaat, vergelijkbaar met de
kandidaat-lidstaten in de vierde uitbreidingsronde van de jaren '90
(Noorwegen, Zweden, Finland, Oostenrijk).
De regering constateert met voldoening dat de Europese Commissie in
haar avis stilstaat bij de EER-verplichtingen van IJsland. Met
instemming constateert de regering ook dat de Commissie aandringt op
de verbetering van de organisatie en het functioneren van het systeem
van regelgeving en toezicht op de financiële sector in IJsland.
Als IJsland lid wil worden van de EU zal het land -net als alle andere
potentiële kandidaat-lidstaten- aan de toetredingscriteria moeten
voldoen. Onderdeel van deze criteria zijn de verplichtingen die
IJsland is aangegaan in het kader van de Europese Economische Ruimte
(EER). Het naleven van de richtlijn inzake de depositogarantiestelsels
is onderdeel van deze verplichting. Deze richtlijn is eveneens
onderdeel van het acquis communautaire. De beste manier voor IJsland
om aan te tonen dat het de verplichtingen inzake het
depositogarantiestelsel nakomt is door akkoord te gaan met
terugbetaling van de lening van Nederland en het VK aan IJsland inzake
de Icesave-kwestie.
De regering meent dat toetredingsonderhandelingen een alomvattend
politiek kader creëren en een additioneel instrument kunnen zijn om
IJsland in Europees verband aan te spreken op zijn verplichtingen op
grond van het acquis communautaire. Tegelijkertijd zal Nederland,
samen met het Verenigd Koninkrijk, zeer helder blijven stellen dat
IJsland aan zijn EER-verplichtingen gehouden moet worden. Talmt
IJsland daarmee, dan zal dat zijn weerslag krijgen op het tempo
waarmee het pre-accessietraject kan worden doorlopen. Op het moment
van toetreding zal IJsland het gehele acquis communautaire moeten
hebben overgenomen en geïmplementeerd.
Traject
Het avis zal de komende weken op technisch niveau worden besproken met
de lidstaten en de Europese Commissie. De Raad zal daarbij niet over
een nacht ijs gaan. Het verlenen van de status van kandidaat-lid en
het openen van toetredingsonderhandelingen zijn besluiten die met
unanimiteit in de Raad worden genomen. In deze context kan worden
gemeld dat er een zeer brede steun bestaat onder de lidstaten voor een
snelle opening van de toetredingsonderhandelingen met IJsland.
Het is nog niet bepaald wanneer het avis in de Raad Algemene Zaken (en
op de Europese Raad) zal worden besproken. De uitkomst van het
referendum over de ICESAVE-leenovereenkomst (voorzien op 6 maart) zal
mede bepalend zijn voor het standpunt dat de regering over de verdere
behandeling van het avis zal innemen. Nederland zal zeer nauw blijven
optrekken met het Verenigd Koninkrijk op dit dossier.
Ministerie van Buitenlandse Zaken