Gemeente Utrecht


2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
18 Vragen van de heer drs. W.G. Rietkerk en de heer drs. E. Smid
(ingekomen 20 januari 2010
en antwoorden door het college verzonden op 2 maart 2010)

.
In het AD/UN van 16 januari jl. wordt melding gemaakt dat er van 22-24 januari een Kamasutrabeurs gehouden wordt in de Jaarbeurs Utrecht. Op de beurs wordt vrijuit seks bedreven, zo laat de organisator weten. Er is een Swingerscafe, een Darkroom en een Voyeurruimte. Er wordt een oproep gedaan aan stellen om anderen te laten delen in hun seksuele omgang waarvoor een vergoeding in het vooruitzicht wordt gesteld.

De Jaarbeurs werkt met een algemene vergunning voor haar activiteiten en kan functioneren dank zij een erfpachtrente van 1 euro per jaar omdat de gemeente de Jaarbeurs als grote toegevoegde waarde voor de Utrechtse economie wil steunen.

Dit leidt de ChristenUnie en het CDA tot de volgende vragen:

1. Wordt de vergunning van de Jaarbeurs ook getoetst en gehandhaafd aan de verschillende artikelen die onze Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kent?


De bepalingen van de APV zijn van toepassing op deze beurzen en daarop wordt gehandhaafd.

2. Klopt het dat deze beurs onder de algemene vergunning van de Jaarbeurs valt?


Ja.

3. Kunt u aangeven of activiteiten op deze beurs voldoen aan een van de definities onder artikel 69 APV?


Onderdelen van de beurs kunnen worden beschouwd als seksinrichting.

4. Kunt u een nadere toelichting geven waarom wel of niet voldaan wordt aan de definities in art. 69 sub a., b., c. en g. APV?


Volgens de definitie wordt in de APV onder seksinrichting in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. Deze opsomming is niet limitatief.

5. Is de Jaarbeurs of Kamasutrabeurs een vergunning verleend op grond van artikel 70 APV? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot uw beleid ten aanzien van seksinrichtingen?


Nee. De feitelijke gang van zaken in de afgelopen jaren t.a.v. de Kamasutrabeurs is geweest dat is vastgesteld dat er geen sprake is van prostitutie en dat geen gevaar bestaat voor verstoring van de openbare orde. Beoordeling tegen de achtergrond van het bredere begrip seksinrichting heeft niet plaastgevonden. Vervolgens is geconcentreerd op het volksgezondheidsbelang. Door de GG- en GD is geadviseerd ten aanzien van preventie van SOA's en bevordering algemene hygiëne. De organisator is daarvoor gevoelig gebleken. De situatie is op dat punt in de loop van de jaren sterk verbeterd.

6. Heeft het college overwogen dat de activiteiten zoals aangeboden op de Kamasutrabeurs, in strijd zouden kunnen zijn met de belangen die in APV artikel 121h onder 2-e (zedelijkheid en gezondheid) zijn vastgelegd? Is er vanwege dat laatste daar genoemde belang ook advies gevraagd aan de GGD inzake risico's op verspreiding van SOA's?


Ja en ja. Zie het antwoord op vraag 5.

7. Wordt elke beurs die in de Jaarbeurs georganiseerd wordt, apart getoetst en gehandhaafd door de gemeente?


Omdat de beurzen vallen onder vergunning op grond van artikel 114 APV worden deze niet steeds getoetst. Wel wordt bij elke beurs gehandhaafd.

8. Zijn er in de Jaarbeurs sinds 2006 beurzen gehouden die niet onder de algemene vergunning van de Jaarbeurs vallen?


Dat is niet geconstateerd.


---- --