Gemeente Utrecht


2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
07 Vragen van de heer J. Wijmenga
(ingekomen 11 januari 2010
en antwoorden door het college verzonden op 2 maart 2010)


In diverse media, waaronder het AD/Utrechts Nieuwsblad van 30 december 2009 en 4 januari 2010 wordt door ondernemers stelling genomen tegen het gemeentelijk en rijksbeleid rond zondagopenstelling van winkels. Met name het artikel in het AD van 30 december 2009, waarin een ondernemer aangeeft het verbod op zondagopenstelling te omzeilen, leidt bij onze fractie tot de volgende vragen:

1. Kan het college een overzicht verstrekken - zo mogelijk per wijk - van de winkels die in het bezit zijn van een vergunning voor zondagopenstelling buiten de koopzondagen?


Onderstaande winkels hebben een vergunning op grond van artikel 6. Avond- en zondagwinkels van de Winkeltijdenverordening Utrecht 1996. Deze winkels mogen op werkdagen geopend zijn tot 00.00 uur en op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur.
|Wijk                   |Winkel                 |Straat                 |
|West                   |Spar                   |Kanaalstraat           |
|West                   |Buurtsuper Nieuw       |Vleutenseweg           |
|                       |Engeland               |                       |
|Noordwest              |Albert Heijn           |Amsterdamsestraatweg   |
|Noordwest              |Teleshop 68            |Amsterdamsestraatweg   |
|Overvecht              |Dirk van den Broek     |Zambesidreef           |
|Overvecht              |Albert Heijn           |Roelantdreef           |
|Noordoost              |Super de Boer          |Biltstraat             |
|Noordoost              |Albert Heijn           |Willem van Noortplein  |
|Oost                   |Albert Heijn           |Nachtegaalstraat       |
|Binnenstad             |Albert Heijn           |Twijnstraat            |
|Zuid                   |Albert Heijn           |Hondsrug               |
|Zuidwest               |Avondwinkel Rijnlaan   |Rijnlaan               |
|Zuidwest               |Albert Heijn           |Hammerskjoldhof        |
|Leidsche Rijn          |Super de Boer          |Verlengde Houtrakgracht|
|Vleuten de Meern       |Albert Heijn           |Mereveldplein          |
|Vleuten de Meern       |Dirk van den Broek     |Hindersteinlaan        |

2. Gemeentelijk en rijksbeleid is om één vergunning per 15.000 inwoners per wijk te verstrekken. Hoe wordt in dit verband omgegaan met groei en, wellicht complexer, krimp van wijken?


De winkeltijdenwet stelt een norm voor het aantal ontheffingen voor avond- en zondagwinkels van één winkel op 15.000 inwoners. Het college stelt daarbij voor Utrecht de specifieke eis van evenwichtige spreiding over de stad. In iedere wijk is ruimte voor minimaal één winkel en daarna een extra winkel per iedere 15.000 inwoners. Utrecht telt 16 ontheffingen voor avond- en zondagwinkels. Hiermee is het maximum aantal te verlenen ontheffingen bereikt. In twee wijken is tussen 2004 en 2009 het aantal inwoners afgenomen. Deze krimp is minimaal, en de kritieke ondergrens voor het behouden van een vergunning is niet bereikt. De bevolkingsprognoses tot 2025 vertonen voor alle wijken een toename van de bevolking. Beleid ten aanzien van krimp is daarom niet aan de orde.

3. Voor horecazaken geldt een afwijkend beleidskader, waarbij ruimere openingstijden toegestaan zijn. Hoe wordt bij vergunningverlening omgegaan met zaken die zowel als horeca als als detailhandel fungeren (bijvoorbeeld een snackbar die ook een bakkerswinkel is, zoals te vinden in het nieuwe winkelcentrum aan de 't Goylaan (hoek C. Erzeijstraat))?


Alle horecazaken moeten beschikken over een exploitatievergunning op grond van de Horecaverordening 2004. Er zijn ondernemingen in Utrecht waar horeca en detailhandel in één vestiging worden gecombineerd. In de meeste gevallen gaat het om ondergeschikte horeca bij winkels. Hiervan is sprake als een winkel ook een klein deel van het winkelvloeroppervlak gebruikt voor het nuttigen van ter plaatse bereide en verkochte etenswaren, bijvoorbeeld een lunchroom of konditorei bij een bakkerij. De gehele vestiging, dus zowel het horecagedeelte als de winkel, moet zich houden aan de algemeen geldende winkeltijden. Ook de ondernemer van het specifiek benoemde pand aan de Constant Erzeijstraat (hoek Goylaan) is gebonden aan de openingstijden zoals die gelden voor detailhandel conform landelijke en gemeentelijke regelgeving. Van ruimere winkeltijden voor deze ondernemingen is geen sprake.

4. Is het college met mij van mening dat zo'n dubbele functie tot oneerlijke concurrentie leidt omdat de meeste detailhandelaren geen horeca-activiteiten (kunnen) ontplooien en daarmee niet de 'ontsnappingsmogelijkheid' van een horecavergunning heeft?


Nee. Alle winkels en winkeliers moeten zich houden aan de geldende winkeltijden.

5. In het aangehaalde artikel van december geeft de ondernemer aan dat hij jarenlang op zondag open was en dat pas sinds zeer kort het verbod op zondagopenstelling bij hem gehandhaafd wordt. Kan het college aangeven op welke wijze er handhaving van de vergunningvoorschriften m.b.t. zondagopenstelling plaatsvindt en inzicht geven in het aantal keren dat handhavend is opgetreden in de afgelopen jaren?


Het college ziet toe op naleving van de regels met betrekking tot zondagopenstelling van winkels. Toezicht vindt plaats op winkels die open zijn buiten de vastgestelde stedelijke koopzondagen, wijkthemakoopzondagen en waaraan géén individuele ontheffing op grond van artikel 4, lid 1 van de Winkeltijdenverordening Utrecht 1996 is verleend. Daarnaast is er toezicht op avond- zondagwinkels, waarbij de nadruk ligt op illegale zondagopening vóór 16.00 uur. Tot slot neemt het college meldingen van ondernemers én burgers over illegale openingen serieus.

Bij handhavend optreden krijgen de ondernemers bij eerste constatering een waarschuwing, bij de tweede constatering wordt een last onder dwangsom opgelegd en bij de derde overtreding wordt de opgelegde dwangsom verbeurd. Handhavend optreden tegen zondagopenstelling heeft in 2009 geleid tot 10 waarschuwingen richting ondernemers.

6. Is het college van mening dat in de beschreven gevallen onder 3. en 5. sprake is van ontduiking van het verbod op zondagopenstelling? Is het college voornemens om op dit punt regels te verduidelijken?


In ondernemingen waar horeca en detailhandel worden gecombineerd (zoals beschreven onder 3.) mogen op grond van de Winkeltijdenwet en de Winkeltijdenverordening Utrecht 1996 buiten de geldende winkeltijden geen winkelactiviteiten plaatsvinden. Van onduidelijke regelgeving is geen sprake. Het college gaat op dit punt de regels daarom niet verduidelijken.
In het AD van 30 december 2009 is een ondernemer aan het woord die aangeeft al 12 jaar op zondag open te zijn. Medio 2009 is hier handhavend opgetreden omdat de zondagopenstelling illegaal is. De ondernemer komt voor zijn winkel niet in aanmerking voor een vergunning voor avond-en zondagwinkel op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenverordening Utrecht 1996. Het is een landelijke trend dat consumenten steeds vaker op zondag hun boodschappen doen. Gezien het succes van de 16 avond- en zondagwinkels in Utrecht geldt dit ook voor de inwoners van Utrecht. In het artikel in het AD van 4 januari 2010 presenteert de ondernemer een manier om op zondag de klanten van dienst te kunnen zijn. Via een website kunnen consumenten boodschappen bestellen en deze op zondag bij hem ophalen.
Dit is voor het college een nieuwe situatie en ook juridisch is hierover niet direct uitsluitsel te geven. Jurisprudentie ontbreekt op dit punt. Telewinkelen valt niet onder de Winkeltijdenwet. Zolang de winkel en de kassa gesloten blijven ziet het ernaar uit dat het afhalen van de bestelde goederen aan de deur mogelijk is. Het college zal hiernaar handelen.


---- --