CNV Onderwijs
4 maart 2010
Nieuwe aanvraagronde lerarenbeurs 2010-2011
Categorie: Scholing, Algemeen nieuws
CNV Onderwijs wijst u graag weer op het belang van een snelle aanvraag
voor de lerarenbeurs voor het schooljaar 2010-2011. Officieel kan dat
van 1 april 2010 tot en met 13 mei 2010. Leraren kunnen eenmaal in hun
carrière de lerarenbeurs aanvragen.
CNV Onderwijs heeft zich samen met de andere vakbonden hard gemaakt
voor de lerarenbeurs als onderdeel van het Convenant LeerKracht van
Nederland. Voor 2010 is het subsidieplafond tot EUR23 miljoen
verhoogd. CNV Onderwijs is van mening dat het grote succes van de
lerarenbeurs het behoud ervan in deze crisistijd rechtvaardigt. De
laatste wijzigingen in de regeling lerarenbeurs verwerkt in deze
nieuwsbrief.
Wat is de lerarenbeurs?
De lerarenbeurs is bedoeld voor elke bevoegde leraar van het primair
onderwijs tot en met het hoger beroepsonderwijs. Een leraar kan
slechts eenmaal tijdens zijn onderwijscarrière een lerarenbeurs
aanvragen. CNV Onderwijs raadt u dus aan om de lerarenbeurs in te
zetten voor een loopbaangerichte, substantiële scholing (de zogenaamde
`opscholing'), bijvoorbeeld een masteropleiding. De lerarenbeurs is
nadrukkelijk bedoeld om uw professionele niveau te verhogen, uw
vakkennis te verbreden of te specialiseren. Voor na- en bijscholing is
de lerarenbeurs niet bedoeld, omdat daarvoor al middelen aan de
werkgever worden gegeven.
De lerarenbeurs is bedoeld voor uw eigen professionalisering. Uw
werkgever mag geen voorwaarde stellen aan de opleiding die u zou
willen volgen.
Aangezien een leraar maar eenmaal van de lerarenbeurs gebruik kan
maken, is het belangrijk goed te overwegen op welk moment in uw
carrière u daarvan gebruik maakt. Overwegingen die een rol kunnen
spelen zijn:
o Is dit een geschikt moment voor mij in mijn verdere carrière?
o Kan ik deze opleiding combineren met mijn werk en mijn
privésituatie?
o Wat wil ik met deze opleiding straks gaan doen?
Wat zijn de voorwaarden?
Voor het aanvragen van de lerarenbeurs gelden de volgende voorwaarden:
1. Het hebben van een onderwijsbevoegdheid op minimaal bachelorniveau
en werkzaam zijn als leraar;
2. Minimaal één jaar in dienst bij een school die wordt bekostigd door
de overheid;
3. Voor minimaal 20% van de betrekkingsomvang belast zijn met
les(gebonden) taken;
4. Geen tegemoetkoming leraren of studiefinanciering ontvangen.
CNV Onderwijs wil u vooral op de derde voorwaarde wijzen, omdat deze
niet alleen geldt voor het moment van aanvraag. Als bijvoorbeeld voor
een meerjarige opleiding een lerarenbeurs wordt toegekend, dan moet
gedurende de hele opleiding aan deze voorwaarde worden voldaan. Is dit
niet het geval, bijvoorbeeld door functiewijziging binnen de school,
dan zal vanaf dat moment de beurs niet meer worden toegekend. Het is
dus zaak dat u gedurende uw beurs minimaal 20% les(gebonden) taken
blijft houden.
Welke opleidingen komen in aanmerking voor de lerarenbeurs?
o Bachelor-en masteropleidingen voor leraren in het PO, VO, MBO en HBO
die gericht zijn op het voldoen aan andere bekwaamheidseisen dan die
van de wet Beroepen in het Onderwijs of bekwaamheidseisen van het HBO
en WO.
o Bachelor-of masteropleidingen waarmee een leraar een voor zijn vak
relevante graad kan behalen
o Korte opleidingen, maar daar gelden andere voorwaarden. Zie hiervoor
het informatieblok korte opleidingen.
o Opleidingen die gericht zijn op het wegwerken van deficiënties met
als doel toelating tot een masteropleiding binnen het wetenschappelijk
onderwijs, maar dan moet
o De opleiding vormgegeven zijn binnen een bachelorleiding
o Niet tot de graad bachelor leiden
o Minimaal 30 studiepunten omvatten
Wilt u een totaaloverzicht van opleidingen die in aanmerking komen
voor de lerarenbeurs? Ga dan naar
www.minocwduo.nl/leraar/lerarenbeurs_voor_scholing
Meerjarig opleidingstraject
U mag ook een meerjarig opleidingstraject volgen. Er is dan wel een
studievoortgangeis van 30 studiepunten per jaar vereist. Nieuw is
echter dat pas aan het eind van de toegestane studieperiode (maximaal
6 jaar) wordt vastgesteld of aan deze eis is voldaan.
In de nieuwe regeling zijn ook de schakelprogramma's opgenomen,
bedoeld om deficiënties weg te werken. Dit is vooral van belang voor
leraren met een HBO-bachelor die een WO-master willen volgen.
Vergoeding voor deze programma's kent als voorwaarden dat ze minimaal
30 ECTS moeten omvatten, onderdeel moeten zijn van of vormgegeven
moeten zijn binnen een reguliere WO-bacheloropleiding (maar niet
leiden tot een WO-bachelordiploma), en dat na afronding met een
WO-master moet worden begonnen. Voor het volgen van een
schakelprogramma wordt geen extra jaar subsidie toegekend.
Korte opleidingen en de lerarenbeurs
Voor korte opleidingen gelden andere regels. Alleen opleidingen die
gericht zijn op het verwerven van extra bekwaamheden voor het
leraarsberoep, die maximaal één jaar duren en een studiebelasting van
minimaal 200 uur, waarvan tenminste 40 contacturen, komen voor een
lerarenbeurs in aanmerking. De opleiding moet worden afgesloten met
een bewijs van deelname. Voor opleidingen die zijn gericht op het
behalen van de bevoegdheid bewegingsonderwijs kan geen lerarenbeurs
worden aangevraagd. De werkelijke leskosten tot een maximum van
EUR3.500 per jaar vallen onder de lerarenbeurs. Ook ontvangt u een
afzonderlijke tegemoetkoming voor studiemiddelen en reiskosten van
10% van het percentage van het lesgeld. U kunt geen studieverlof
aanvragen en de werkgever ontvang geen subsidie voor studieverlof.
Subsidie voor zij-instroomtrajecten
Als apart onderdeel is in de regeling ook een subsidie voor
zij-instroom opgenomen. Deze is bedoeld voor de bekostiging van
zij-instroomtrajecten in de sectoren VO en BVE. Per zij-instromer is
het maximale subsidiebedrag EUR19.000. Dit dient ter vergoeding van de
kosten van geschiktheidsonderzoek, de scholing en begeleiding van de
zij-instromer en het studieverlof (vervangingskosten). Het bevoegd
gezag moet de aanvraag bij de DUO-IB-groep indienen, mede ondertekend
door de zij-instromer. Het subsidieplafond in 2010 is EUR12 miljoen.
Afspraken
De lerarenbeurs is allereerst bedoeld voor (meerjarige) bachelor- en
masteropleidingen (inclusief premaster of schakeltraject). De
lerarenbeurs kan voor deze opleidingen voor maximaal 3 jaar worden
aangevraagd, plus een uitloopperiode van 3 jaar. De subsidie bestaat
uit een vergoeding voor studiekosten en voor studieverlof.
De studiekosten worden verdeeld in het werkelijke les-en collegegeld,
maximaal EUR3.500 per jaar. Voor studiemiddelen en reiskosten wordt
afzonderlijk een tegemoetkoming gegeven van 10% van het jaarlijkse
collegegeld. Dit deel van de subsidie wordt aan u uitbetaald.
U heeft recht op maximaal 160 uur studieverlof bij een voltijdbaan
(een deeltijder ontvangt naar rato studieverlofuren). De subsidie voor
de studieverlofuren worden uitgekeerd aan uw werkgever. De bedragen
die de werkgever hiervoor per uur ontvangt zijn:
het basisonderwijs: EUR 33,66
het speciaal (voortgezet) onderwijs EUR 35,73
het voortgezet onderwijs EUR 36,36
het beroepsonderwijs en educatie EUR 38,71
het hoger beroepsonderwijs EUR 43,65
U vraagt studieverlof aan bij uw werkgever. De werkgever is niet
verplicht het studieverlof te verlenen. Maar de werkgever kan niet
zomaar weigeren. Er zullen zwaarwegende redenen moeten zijn die
gemotiveerd (het liefst schriftelijk) aan u medegedeeld moeten worden.
Twijfelt u? Neem dan contact op met onze afdeling individuele
belangenbehartiging.
Als u studieverlof krijgt blijft uw betrekkingsomvang hetzelfde. Wel
worden de uren van normjaartaak verminderd met het aantal
studieverlofuren. U maakt vooraf goede afspraken met uw werkgever over
de wijze waarop uw huidige taken worden verminderd met het aantal
toegekende studieverlofuren. U heeft voldoende tijd nodig om uw studie
te kunnen volgen en succesvol af te ronden. Dat is ook in het belang
van de werkgever.
Blijkt dat de werkgever wel subsidie voor studieverlof heeft
aangevraagd, maar deze niet inzet voor het toekennen van studieverlof
aan u, dan moet de werkgever deze weer terugbetalen aan het Rijk.
Tot slot wijzen wij op de bepaling dat de lerarenbeurs teruggevraagd
kan worden door de minister als u binnen één jaar na het afronden van
de studie het onderwijs verlaat. Dit gebeurt echter niet bij
onvrijwillige werkeloosheid.
Hoe kunt u een lerarenbeurs aanvragen?
De DUO IB-groep is belast met de uitvoering van de lerarenbeurs. De
lerarenbeurs is aan te vragen met het aanvraagformulier op de website
van de DUO-Groep: www. ocwduo.nl. De aanvraagtermijn loopt van 1 april
2010 tot en met 13 mei 2010.
CNV Onderwijs adviseert u om het formulier zo snel mogelijk te
downloaden en in te (laten) vullen. De aanvragen worden toegekend per
onderwijssector op volgorde van binnenkomst. De ervaring van de
eerdere aanvraagrondes leert dat ook een zeer tijdige aanvraag niet
altijd een garantie is voor toekenning.
Ook wijst CNV Onderwijs u er met klem op dat eerdere aanvragen (die
zijn afgewezen) niet automatisch leiden tot voorrang in de huidige
aanvraagronde. U moet weer een geheel nieuwe aanvraag indienen.
Meer weten?
Als u na het lezen van deze nieuwsbrief nog vragen heeft, kunt u
contact opnemen met Myriam Lieskamp mlieskamp@remove-this.cnvo.nl
---