Gemeente Wieringen

Regionale aanpak kindermishandeling Regionale Campagne Aanpak Kindermishandeling

Kindermishandeling in Nederland, de feiten:

⢠Meer dan 107.000 kinderen zijn jaarlijks slachtoffer van mishandeling. ⢠In iedere schoolklas van 30 kinderen is gemiddeld ten minste 1 kind slachtoffer van kindermishandeling.

⢠Bijna de helft van de Nederlandse bevolking (45%) is zelf ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Getuige zijn van huiselijk geweld is een vorm van kindermishandeling.

⢠Vooral kinderen tot 9 jaar zijn oververtegenwoordigd als het gaat om kindermishandeling.

⢠Zodra scholieren in de leeftijd 12 tot 18 jaar zijn, heeft 37 procent van hen ooit enige vorm van kindermishandeling meegemaakt.

⢠Naar schatting zijn er in 2007 tussen de veertig en vijftig kinderen overleden als gevolg van kindermishandeling.

⢠In 82 procent van de meldingen bij het AMK (=Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) blijkt er na onderzoek daadwerkelijk sprake te zijn van kindermishandeling. Zes procent van de meldingen blijkt een andere achtergrond te hebben en bij 12 procent van de meldingen is het onduidelijk wat de achtergrond is.

⢠Mensen met kinderen zijn meer begaan met kindermishandeling, dan mensen zonder. Van de mensen die kinderen hebben, voelt 73 procent zich nauw betrokken bij het onderwerp kindermishandeling, terwijl mensen zonder kinderen zich slechts in 32 procent van de gevallen betrokken voelen.

Â


* Kindermishandeling komt in ieders omgeving voor.

Cijfers uit de regio Kop van Noord-Holland

Schatting van aantallen kindermishandeling Kop van Noord-Holland

Voor de Kop van Noord-Holland is door het Steunpunt huiselijk Geweld in 2009 een schatting gemaakt van de aantallen kindermishandeling. Deze cijfers laten het volgende beeld zien.

Â

Aantal kinderen in de regio naar leeftijdsgroep gerelateerd aan schatting omvang kindermishandeling - 2009
Zie het origineel


meerderjarige bij een kind. Het kind wordt door de pleger zwaar psychologisch onder druk gezet om te verzwijgen wat zich tussen hen afspeelt: âDit wordt ons geheimpjeâ.

In 2005 bleek het in 4 procent van het totaal aantal meldingen bij het AMK om seksuele mishandeling te gaan. Dit cijfer is in 2007 gestegen tot 6 procent van het aantal meldingen.

Fysieke mishandeling

Er is sprake van lichamelijke mishanÂdeling als de ouder lichamelijk geweld tegen het kind gebruikt in de vorm van slaan, schoppen, bijten, knijpen, krabben, het toebrengen van brandÂwonden, het laten vallen van bijvoorbeeld een trap en dergelijke. In 2007 ging het om 16.8% van het totaal aantal AMK-meldingen dat jaar.

Ouders proberen hun gedrag te rechtvaardigen door het kind de schuld te geven: hij luistert nooit, hij doet het erom, et cetera. Ouders die inzien dat lichamelijk geweld tegen een kind niet goed is, proberen de gevolgen te

verbergen. Ze sturen het kind naar buiten met kleding die alles bedekt, ze houden het kind thuis van school of ze komen afspraken met artsen en consultatiebureaus niet na.

Emotionele / psychische mishandeling

Bij psychische mishandeling houdt de ouder er een houding tegenover het kind op na die het kind in angst en onzekerheid doet leven. Die houding uit zich bijvoorbeeld in verbaal geweld: het kind wordt regelmatig uitgescholden, het krijgt steeds te horen dat het niet gewenst is of de ouder vertelt continu dat het kind niets kan of weet. Dit geeft het kind weinig zelfvertrouÂwen. Het gaat hierbij niet alleen om negatieve uitlatingen naar het kind zelf, maar ook om denigrerende uitlatingen tegenover anderen, terwijl het kind daar zelf bij is. In 2005 zijn 11.191 gevallen gemeld. Dit is 10 procent van het totaal aantal AMK-meldingen dat jaar. In 2007 was dat aantal gestegen naar 18.2% van het aantal meldingen.

Een voorbeeld van psychische mishanÂdeling is dat ouders onredelijk hoge verwachtingen hebben van het kind op school. De ouder zet het kind onder druk om beter te presteren dan het kind aankan. En straft het kind voor slechte cijfers. Dit wordt ook wel cognitieve mishandeling genoemd.

Fysieke verwaarlozing

De ouder verwaarloost de verzorgÂing van het kind op het gebied van voeding, hygiëne en kleding. Er is ook sprake van lichamelijke verwaarlozing als de ouder geen aandacht heeft voor de veiligheid van het kind of het kind onbeheerd achterlaat. In 2007 ging het om 16.7% van het aantal meldingen.

Het lastige in het signaleren van deze vorm is, dat er geen sprake is van geheimen of dreigementen, maar van zaken die het kind niet krijgt.

Emotionele / psychische verwaarlozing

Bij psychische mishandeling is vaak sprake van bewuste handeling van de ouder. Bij psychische verwaarlozing is dit niet het geval.

Bij psychische verwaarlozing is de ouder zich van zijn handelen, of beter gezegd het nalaten daarvan, veel minder bewust. De ouder geeft het kind geen aandacht. Het kind mist liefde, warmte en bescherming. De ouders tonen geen interesse in zaken die belangrijk zijn in een kinderleven, zoals school. In 2007 ging het om bijna 35 procent van het totaal aantal AMK-meldingen dat jaar.

Het lastige is bij deze vorm van mishandeling dat het gedrag van de ouders meestal onbewust is en dat er bijna niet gesproken wordt tegen het slachtoffer (dat is immers ook de vorm van mishandeling).

Getuige zijn van partnergeweld

Kinderen kunnen getuige zijn van huiselijk geweld maar ook zelf direct slachtoffer zijn van mishandeling. Sinds enkele jaren is er ook expliciet aandacht voor de kwetsbare positie van kinderen als getuige van huiselijk geweld. Het getuige én het slachtoffer zijn: beide vormen worden beschouwd als kindermishandeling, van beide

vormen is bekend dat zij ernstige gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van een kind. In 2007 ging het om bijna 39 procent van het aantal meldingen bij het AMK.

Oorzaken van

kindermishandeling

Leefomstandigheden

⢠Gezinsklimaat. Zo blijkt dat de helft van de gezinnen waarin kindermishandeling plaatsvindt, conflict en geweld in de partnerrelatie aanwezig zijn.

⢠Sociaaleconomische omstandig-heden, zoals armoede en sociale isolatie.

⢠Gezinssamenstellingen. Kindermis-handeling komt meer voor bij

alleenstaande ouders, grote gezinnen en laag opgeleide ouders.

⢠Sociaal-culturele context. Sommige culturen tolereren geweld meer dan anderen.

Problemen en persoonlijkheid van de ouder

⢠Persoonlijke problemen zoals

depressie, labiliteit, gebrek

aan zelfwaardering, verslaving,

werkeloosheid, of een chronische ziekte.

⢠Nare jeugdervaringen. Ze zijn vaak zelf slachtoffer van mishandeling geweest.

⢠Gebrek aan pedagogisch besef zoals een verkeerde interpretatie van kinderlijk gedrag en onrealistisch hoge verwachtingen.

Kenmerken die het kind extra kwetsbaar maken

⢠Aangeboren en fysieke kenmerken zoals vroeg geborenen, kinderen met een handicap en huilbabyâs.

⢠Leeftijd.

⢠Gedrags- en ontwikkelingsproblemen.

Gevolgen van

Kindermishandeling

Lichamelijke gevolgen voor

het slachtoffer

⢠Fysieke schade, zoals blauwe

plekken, botbreuken en hersen-beschadiging.

⢠Lichamelijk letstel door seksueel

misbruik en ongewenste zwangerschap.

⢠Groeiachterstanden en motorische beperkingen door verwaarlozing.

Psychologische gevolgen

voor het slachtoffer

⢠Post Traumatische Stress Stoornis.

⢠Dissociatieve stoornissen.

⢠Verslaving.

⢠Zelfverwonding.

⢠Psychosomatische klachten.

Neurobiologische gevolgen voor het slachtoffer

De fysieke vorming van de hersenen wordt beïnvloed door de ervaring van het kind in de jeugd. Zo hebben

verschillende onderzoekers hersen-afwijkingen geconstateerd bij kinderen die mishandeld zijn. Hierdoor wordt

de hormoonhuishouding verstoord

wat tot borderline-stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen in het volwassen leven kunnen leiden.

Intergenerationele overdrachts-gevolgen

Ouders die mishandeld zijn, maken ook vaak hun eigen kinderen slachtofÂfer van kindermishandeling. Een aanÂzienlijk aantal ouders weet deze cyclus echter ook te doorbreken.

Gevolgen voor de maatschappij

Bedreigingen in de samenleving zoals agressie en verslaving hebben vaak hun oorsprong in de jeugd.

Daarnaast heeft kindermishandeling

grote financiële consequenties aan-gezien de behandeling van slachtoffers veel geld kost.

De slachtoffers &

hun omgeving

0 tot 3 jarigen

Deze kinderen zijn het meest kwetsÂbaar, omdat ze relatief afgesloten zijn van de buitenwereld. Potentieel gevaar vooral bij jongere, onervaren ouders. Fysieke en psychische verwaarlozing, en fysiek geweld komen hier het meest voor. De directe omgeving bestaat uit familie, buren, au-pair, oppas, andere ouders en crèche.

4 tot 12 jarigen

Deze groep kinderen is nog steeds kwetsbaar, maar komt wel vaak buiten.

De directe omgeving bestaat uit familie, buren, andere ouders (van vriendjes), basisscholen en verenigingen.

13-18 jarigen

Deze kinderen praten meer en kunnen zelf signaleren of er confrontaties zijn in de thuissituaties, of in de situaties van vriendjes. Er is een grote invloed van (online) sociale netwerken.

Met name psychologische agressie (âdreigenâ) komt in deze leeftijds groepen veel voor. De directe omgeving bestaat uit vriendjes (en hun ouders), school en verenigingen zoals sportÂclubs.

De Campagne Aanpak

Kindermishandeling

De Campagne Aanpak KindermisÂhandeling in opdracht van Jeugd & Gezin is in maart 2009 gestart. Het voornaamste doel van deze campagne is om de niet-gemelde gevallen uit de schaduw te halen en er voor te zorgen dat deze meer en beter zichtbaar worden gemaakt. Vervolgens moet er zo snel mogelijk hulp en bescherming worden geboden. Hulpverleners en professionals kunnen dit niet alleen. Zij zien eenvoudigweg niet alles en staan er soms ook te ver van af. Een alerte houding van mensen uit de directe omgeving van het kind kan dan het verschil maken. De campagne richt zich dan ook op deze mensen in de omgeving van het slachtoffer. In de eerste plaats zijn dit de volwassenen uit de directe omge-ving van het kind die niet beroepsmatig met het kind in contact staan, zoals bijvoorbeeld buren, familieleden, vrienden en kennissen. Ten tweede richt de campagne zich op jongeren tussen de 13 en 18 jaar om ook hen meer oog te laten krijgen voor signalen van kindermishandeling. De landelijke campagne loopt een aantal jaar en krijgt ook regionaal een doorvertaling. Kijk voor meer informatie op: www.watkanikdoen.nl.

Â

Â

Het informeren &

het melden van

kindermishandeling

Twijfel, angst voor eventuele conseÂquenties en onwetendheid zijn de grootste drempels voor mensen om een melding van kindermishandeling te maken. Het is juist zo belangrijk dat mensen goed op hun omgeving en de kinderen letten, helemaal als het om kindermishandeling gaat. Gezinsleden die te maken hebben met kindermisÂhandeling, voornamelijk kinderen, kunnen namelijk niet voor zichzelf opkomen. Voor het inwinnen van informatie over of het maken van een melding van kindermishandeling kan contact worden opgenomen met het Advies- en Meldpunt KindermishanÂdeling of ga naar www.watkanikdoen.nl. Juist als u twijfelt!

Cijfers over de melders

Uit onderzoek van het AMK uit 2007 blijkt dat slechts 0,1 procent van de meldingen wordt gedaan door kinÂderen, die zelf mishandeld werden of een ander kind uit het gezin. Dit komt vaak omdat kinderen te jong en ook erg loyaal naar hun ouders zijn, ook wanneer hij/zij of een broertje/zusje slachtoffer is van kindermishandeling. Maar ook door de ouders of een ander volwassen gezinslid wordt slechts in 0,6 procent van de gevallen melding gedaan. Melden wordt in 29 procent van de gevallen door buren, kennissen en familie gedaan. De overige meldin gen (70 procent) worden gedaan door mensen die de kinderen beroepshalve kennen.

Stappenplan van

een melding

Na een geaccepteerde melding stelt het AMK altijd een onderzoek in naar de

gezinssituatie van het kind en gaat

het AMK in ieder geval met de ouders

praten. Blijkt het kind inderdaad in de knel te zitten, dan verwijst het AMK

het gezin door naar het bureau jeugdÂzorg voor hulp, zodat de situatie beter wordt voor het kind. Het AMK kan ook informatie inwinnen bij mensen die het gezin beroepshalve kennen, zoals de school of de huisarts. Het AMK biedt zelf geen hulp, maar zorgt er wel voor dat de noodzakelijke hulp in gang wordt gezet. Dat gebeurt zoveel mogelijk in overleg met de ouders. Als de situatie voor het kind levens-bedreigend is of als de ouders geen hulp willen accepteren, draagt het AMK het onderzoek over aan de Raad voor de Kinderbescherming, zodat hulp kan worden afgedwongen. Het AMK doet aangifte bij de politie als het AMK vermoedt dat een ernstig strafbaar feit is gepleegd en onderzoek van de politie noodzakelijk is voor de veiligheid van het kind.

In het kort:

⢠Melding bij AMK.

⢠AMK stelt onderzoek in: gesprek met de ouders en met andere instanties

die het kind beroepshalve kennen (school, huisarts).

⢠Zit het kind in de problemen: AMK schakelt hulp in (in overleg met de ouders).

⢠Levensbedreigende situatie voor

kind of ouders willen geen hulp:

Kinderbescherming.

Regionale aanpak kindermishandeling

Het bestrijden van kindermishandeling is een van de prioriteiten van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin. Daarom wordt in heel Nederland de zogenaamde 'RAAK-aanpak' (Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) ingevoerd, zodat in 2010 elke regio een sluitende aanpak van kindermishandeling heeft. Kern van deze aanpak is dat instellingen en beroepskrachten op regionaal niveau gezamenlijk werken aan een samenÂhangende en effectieve aanpak van kindermishandeling. Deze sluitende aanpak moet leiden tot het:

⢠zoveel mogelijk voorkómen van

kindermishandeling;

⢠zo snel mogelijk signaleren en

onderzoeken van vermoedens;

⢠stoppen van kindermishandeling en beperken van schadelijke gevolgen door snel passende hulp en/of bescherming te bieden.

Hiertoe zijn 35 regiocoördinatoren aangesteld die de regionale aanpak in goede banen leiden.

Een voorbeeld van goede samenwerking

Om huiselijk geweld en kindermishanÂdeling zo goed mogelijk tegen te gaan, zijn de handen al ineen geslagen door professionals, instanties en overheden. Zo hebben ziekenhuizen in de regio Den Haag met het AMK afgesproken dat zij bij elk vermoeden van kinderÂmishandeling een melding doen. Het ziekenhuis trekt ook aan de bel als er ouders worden gezien die letsel hebben opgelopen door huiselijk geweld of die psychische problemen hebben. Of ouders die drugsgebruiker zijn of veel te veel drinken. Wat blijkt? Sinds dit proÂtocol in gebruik is, is het aantal meldinÂgen bij het AMK vertienvoudigd. In één kwartaal is het ziekenhuis van vier naar veertig meldingen gegaan. En maar liefst 38 van deze meldingen bleken achteraf terecht. In 38 gevallen konden kinderen te hulp worden geschoten. Gevallen die anders niet zouden zijn opgemerkt door hulpverleners.

De stuurgroep Opstelten

Deze commissie onder voorzitterschap van Ivo Opstelten is in 2008 opgericht en gaat zich inzetten voor de aanpak tegen kindermishandeling. Op verzoek van de minister is de stuurgroep dit jaar in gesprek gegaan met een groot aantal beroepsverenigingen om het gebruik van de meldcode verder aan te jagen. De commissie zet zich de komende jaren in voor de campagne.

De commissie bestaat uit de volgende leden:

⢠mr. I.W. Opstelten, burgemeester van de gemeente Rotterdam, voorzitter

⢠P.A. Dijkstra, tv-verslaggever

⢠J.J.W. Esmeijer, gedeputeerde van de provincie Gelderland

⢠C.M.M. Noom, wethouder van de gemeente Zaanstad

⢠dr. K. Veling, rector van de Johan de Witt Scholengroep te Den Haag

⢠prof. dr. J.C.M. Willems, bijzonder hoogleraar in de Rechten van het Kind

⢠drs. E.S.M. Akerboom, korpschef van het regiopolitiekorps Brabant-Noord

⢠mr. H.W. Samson-Geerlings, procureur-generaal

Bronnen

⢠Mutsaers, NJI (2008)

⢠MO groep (2007)

⢠Wolzak en Ten berge, NJI (2008)

⢠Universiteit van Amsterdam (2007)

⢠Actieplan Aanpak Kindermishandeling âKinderen Veilig Thuisâ (2005)

⢠IJzendoorn (e.a. 2007)

⢠Lamers-Winkelman (e.a. 2007)

⢠Bureau Jeugdzorg

⢠TNS NIPO

⢠www.nji.nl ⢠Onderzoek Uv