UMC St Radboud
HPV-besmetting bij jongvolwassen vrouwen in kaart gebracht
02-03-2010
Van de Nederlandse vrouwen van achttien tot dertig jaar is 11,8
procent besmet met één of meerdere van de HPV-virussen, die een
verhoogd risico kunnen geven op baarmoederhalskanker later in het
leven. Een besmetting met HPV 16 of HPV 18 komt voor bij
respectievelijk 2,8 procent en 1,4 procent van deze categorie vrouwen.
Dit zijn de twee HPV-virussen, waartegen preventief vaccineren
mogelijk is.
Deze cijfers komen uit het proefschrift van gynaecoloog in opleiding
Charlotte Lenselink op basis van onderzoek dat zij verrichtte als
onderzoeker bij het UMC St Radboud. Zij promoveert op 9 maart
aanstaande.
Uitgangspunt
HPV staat voor humaan papillomavirus. Dit virus kent vele varianten.
De varianten HPV 16 en HPV 18 zorgen samen voor ongeveer zeventig
procent van de gevallen van baarmoederhalskanker in Nederland.
HPV wordt meestal, maar niet uitsluitend, overgedragen door seksueel
contact. In 2008 is de vaccinatie tegen HPV 16 en 18 opgenomen in het
rijksvaccinatieprogramma, waardoor jonge meisjes tegen latere
besmetting met deze virusvarianten beschermd kunnen worden.
Promovenda Charlotte Lenselink verrichtte een onderzoek onder 2065
vrouwen van 18 tot en met 29 jaar. Ze deed dit voorafgaand aan de
introductie in Nederland van het HPV-vaccinatieprogramma bij meisjes.
`Zo krijgen we een beeld van de huidige verspreiding van het virus,'
zegt ze. `Daarmee hebben we een uitgangspunt, op basis waarvan we
bijvoorbeeld later het effect van het vaccinatieprogramma kunnen
beoordelen.'
Zelfsample
De vrouwen die deelnamen aan het onderzoek vulden een vragenlijst in
en namen bij zichzelf wat slijm weg van de binnenkant van de vagina:
een zelfsample. Het onderzoek was anoniem. De zelfsamples gaven
informatie over de verspreiding van het virus onder deze
leeftijdscategorie. Van hen is 11,8 procent besmet met één of meerdere
van de HPV-virussen die een verhoogd risico geven op
baarmoederhalskanker. HPV 16 kwam voor bij 2,8 procent en HPV 18 bij
1,4 procent.
Tot aan de leeftijd van 22 jaar nam de aanwezigheid van het virus
aantoonbaar toe, vanaf deze leeftijd bleef het percentage constant.
Hoe meer seksuele partners een vrouw heeft, hoe groter haar kans op
een HPV-infectie. Uit vervolgonderzoek bleek dat de HPV-infectie bij
een deel van de vrouwen vanzelf was overgegaan, maar ook, dat
vervolgens een besmetting met een ander of hetzelfde HPV-type kan
optreden.
Model
Vrouwen die momenteel tussen de achttien en dertig jaar oud zijn,
vallen buiten het vaccinatieprogramma en komen ook niet in aanmerking
voor een uitstrijkje, het screeningsprogramma op baarmoederhalskanker.
Vooral voor deze leeftijdsgroep heeft Lenselink een model ontwikkeld,
waarmee een goede inschatting te maken is van de kans dat iemand nog
niet met HPV 16 of 18 besmet is. In dat geval is vaccinatie nog
zinvol. Het model is gebaseerd op leeftijd, aantal en geslacht van
seksuele partners, condoomgebruik en coïtusfrequentie. Op basis van de
uitkomst van dit model kan een vrouw informatie krijgen over haar
individuele risico en zelf bepalen of een vaccinatie nog nut kan
hebben.