Universiteit van Tilburg

Persbericht 9 maart 2010

Door meer zonnestraling moet CO2-uitstoot met 50 miljoen ton extra worden verminderd

Unieke gegevens van weerstations

Door de afnemende luchtvervuiling bereikt steeds meer zonnestraling het aardoppervlak. Daardoor stijgt de temperatuur van de aarde in de komende decennia mogelijk veel sneller dan op grond van berekeningen van alleen CO2-uitstoot tot nu werd aangenomen. Willen we de opwarming van de aarde succesvol bestrijden, dan is het cruciaal om beide effecten, afnemende luchtvervuiling en toenemende CO2-uitstoot, te betrekken in de berekeningen. Dat stellen de econometristen Jan Magnus, Bertrand Melenberg en Chris Muris van de Universiteit van Tilburg op basis van unieke stralingsgegevens verzameld uit weerstations tussen 1959 en 2002. Zij berekenden dat vanwege de toenemende zonnestraling die het aardoppervlak bereikt de CO2-uitstoot mogelijk met 50 miljoen ton per jaar extra zou moeten worden verminderd om een opwarming van de aarde van meer dan 2 graden te voorkomen.

Iedereen is bekend met het verschijnsel van CO2-uitstoot en het opwarmend effect ervan op de aarde: het broeikaseffect. Minder bekend is de invloed van de hoeveelheid straling van de zon die de aarde bereikt en de verandering van die hoeveelheid straling over de tijd. Naast fluctuaties van de zon zelf wordt die hoeveelheid straling beïnvloed door kleine deeltjes, de aerosols. Hoe meer van die deeltjes er in de atmosfeer zijn, hoe minder straling van de zon de aarde bereikt. Veel aerosols zorgen dus voor verkoeling van de aarde en temperen ('dimmen') daarmee het broeikaseffect. Zonder dit verminderde stralingseffect zou de temperatuur van de aarde de laatste 50 jaar zelfs rond de 1 graad extra zijn gestegen.

Menselijke vervuiling
De hoeveelheid aerosols wordt beïnvloed door menselijke vervuiling: roetdeeltjes verspreid door auto's bijvoorbeeld, veroorzaken een grotere dichtheid van aerosols. Maar maatregelen om roetuitstoot en dus vervuiling te verminderen, zoals die de laatste jaren in veel landen zijn getroffen, hebben het effect dat er minder aerosols in de atmosfeer komen. Daardoor dringt de zonnestraling juist meer tot de aarde door en warmt de aarde extra op.

Uniek
Uniek in het onderzoek is de statistische analyse van gegevens over zonnestraling over meer dan veertig jaar. De wetenschappers van de UvT konden aan de hand van deze stralingsgegevens concluderen dat de aarde door de toenemende straling de komende jaren mogelijk veel meer opwarmt dan tot nu toe werd gedacht. Om het effect van de toenemende straling te kunnen compenseren, zijn de komende jaren extra inspanningen noodzakelijk om de CO2-uitstoot terug te brengen, stellen zij. Als dat niet gebeurt, zou de opwarming van de aarde veel sneller kunnen gaan en bereiken we mogelijk een verhoging van de temperatuur tot zelfs meer dan 4 graden, in plaats van de maximaal gewenste 2 graden. De onderzoekers ontwikkelden een statistisch model om het effect van beide verschijnselen op de temperatuur los van elkaar te berekenen. Daarbij geven ze verschillende scenario's die laten zien wat er met de temperatuur gebeurt bij toe- of afnemende straling en bij het in meer of mindere mate terugdringen van CO2-uitstoot.