Ministerie van Economische Zaken
Sterke bankensector onmisbaar voor Nederlandse kenniseconomie
9 maart 2010 | nieuwsbericht | Kredietcrisis
De financiële sector lijkt het dieptepunt voorbij, maar staat in
binnen- en buitenland nog altijd onder druk. Instellingen hebben
vertrouwen van politici en publiek nog niet herwonnen; de integriteit
van bankiers staat ter discussie en aanscherping van regelgeving en
toezicht zijn nodig om risico's te verkleinen.
Politici die denken dat vertrouwensherstel en stabiliteit van de
sector simpelweg bereikt kunnen worden met het afdwingen van kleinere
banken slaan de plank echter mis. Financiële instellingen moeten
veiliger, transparanter en klantgerichter worden. Kleine banken zijn
echter niet per definitie veiliger, al was het maar omdat
risicospreiding via meerdere activiteiten voor hen minder goed te
realiseren is.
Nederland, met een internationaal georiënteerde en open
kenniseconomie, kan niet zonder een bankensector met voldoende schaal
om over de landsgrenzen te opereren. Onze bankensector moet bedrijven
kunnen blijven ondersteunen zodra zij hun activiteiten uitbreiden naar
het buitenland.
Dat is de boodschap die ik de financiële sector bij de opening van het
nieuwe gebouw van het Holland Financial Centre (HFC) aan de Zuidas in
Amsterdam mee heb gegeven.
Tijdens de kredietcrisis bleek dat de bankensector te grote risico's
had genomen met investeringen in versleutelde Amerikaanse
hypotheekobligaties. Hierdoor kwam het instorten van de Amerikaanse
huizenmarkt ook in Nederland hard aan. De enorme aandacht bij banken
voor investeringen in complexe, innovatieve en afgeleide financiële
producten heeft laten zien dat de sector het gevoel met de reële
economie steeds meer aan het verliezen was. In opdracht van hun
leidinggevenden en hiertoe aangemoedigd door een ongezonde
bonuscultuur, stelden medewerkers van financiële instellingen
korte-termijn-omzet- en winstdoelen boven het langetermijnbelang van
hun financiële instellingen en het maatschappelijke belang van een
stabiele financiële sector. Het publieke belang van financiële
instellingen die efficiënt betalingsverkeer verzorgen en krediet vrij
maken voor bedrijven en burgers werd steeds meer overvleugeld door
riskant handelen met oog op eigen gewin.
De sector kreeg door de kredietcrisis een dreun en is daar nog van aan
het bijkomen. Om de sector weer overeind te krijgen, is een andere
mentaliteit nodig. Terug van avontuurlijk speculeren naar verantwoord
bankieren. In de bedrijfsmissie zal het goed bedienen van klanten -
consumenten en bedrijfsleven, nationaal en internationaal georiënteerd
- weer een centrale plaats moeten innemen.
Nederlandse financiële instellingen kunnen en moeten ertoe blijven
doen, dat is mijn ambitie, die van het kabinet en - naar ik aanneem -
ook die van de sector zelf. Deze ambitie heeft wel drie
randvoorwaarden:
Ten eerste moet het vertrouwen in financiële instellingen worden
hersteld. Daar hebben we gedragscodes voor nodig die transparantie,
integriteit en moreel handelen borgen. Deze gedragscodes moeten worden
nageleefd door een voor iedereen transparant en scherp toezicht. Er is
inmiddels een door de banken een code opgesteld. De overheid vindt het
van groot belang dat de code wordt nageleefd, en sluit wettelijke
maatregelen niet uit om dit te bereiken.
Ten tweede mag het niet zo zijn dat banken slechts handelen omdat
codes hen daartoe oproepen. Banken dienen uit zichzelf oog te hebben
voor de langetermijnstrategie, goed risicomanagement en de klant
centraal stellen. Daarbij is het beëindigen van ongewenste
beloningssystemen onmisbaar. Banken dienen zo snel mogelijk orde op
zaken te stellen in eigen huis. De samenleving en belastingbetaler
mogen niet nogmaals de dupe worden bij nieuwe ongelukken.
Ten derde vraagt de Europese interne markt om banken en verzekeraars
die het vizier op Europa richten. Daar hoort Europees gecoördineerd
toezicht en Europese regelgeving bij. De uitdaging is om hierover op
EU-niveau afspraken te maken, om financiële instellingen op Europees
niveau volledig geïntegreerd te kunnen laten werken. Onze kleine
thuismarkt en open economie hebben hier veel baat bij.
Als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, kunnen banken zich op een
gezonde wijze over de grenzen bewegen; in Europa en verder. Ik kies
voor internationale in plaats van nationale banken. Nederlandse
bedrijven, waaronder het MKB, produceren veelal voor de Europese
markt. Dat kunnen ze alleen als banken hen goed ondersteunen met
kredietverlening en andere diensten. Daarvoor heeft de sector
voldoende omvang nodig.
De financiële sector vraagt om een dialoog met de politiek. Daarom ga
ik onder andere in gesprek met vertegenwoordigers van HFC. Maandag 7
maart 2010 opent HFC zijn poorten aan de Amsterdamse Zuidas. Hier kan
zich een zakelijke en financiële hotspot ontwikkelen. Met een
financiële sector die ervoor zorgt dat onze bedrijven voldoende
krediet krijgen om te kunnen blijven doen waar ze goed in zijn:
innovatief ondernemen op Europees niveau. Deze dialoog ga ik zeker
niet zonder verwachtingen aan. Het HFC is een platform dat samen door
de sector en de overheid is opgericht. Ik verwacht van HFC dat men met
concrete ideeën komt die de sector kan helpen de sleutel te vinden
naar een sterke toekomst. Wat mij betreft is die sleutel te vinden in
goed risicomanagement en het terugwinnen van vertrouwen.
Maria J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken