Universiteit Leiden

Bisschop Lowth was heus geen sufferd!

Bisschop Robert Lowth, 300 jaar geleden geboren, schreef een van de meest invloedrijke grammaticaboeken van het Engels en is later verguisd omdat hij de taalkundige wet wilde voorschrijven. Maar was dat wel zo? Ingrid Tieken, hoogleraar Engelse sociolinguĂŻstiek en Lowth-kenner, meent van niet.

Robert Lowth, d.d. Lord Bishop of London. Naar een geschilderd portret door R.E. Pine.

Robert Lowthjaar
2010 is uitgeroepen tot Robert Lowth-jaar. Ter ere hiervan maakte prof.dr. Ingrid Tieken, samen met de onderzoekers van haar Vici-project The Codifiers and the English Language een website over deze invloedrijke taalkundige. Ook werkt ze aan een boek over Lowth: The Bishop's Grammar. Dit verschijnt eind november bij Oxford University Press.

Prescriptivisme of descriptivisme

Robert Lowth staat te boek als icoon van het prescriptivisme. Velen zien hem als de man die een standaard voor taalgebruik - zijn eigen standaard - aan de taalgebruikers heeft opgelegd. Deze reputatie is gebaseerd op zijn Short Introduction to the English Language (1762). Het prescriptivisme, dat voorschrijft hoe je taal moet gebruiken, heeft zijn tijd gehad en wetenschappers geven nu de voorkeur aan het descriptivisme dat taalregels niet voorschrijft aan de taalgebruiker maar juist destilleert uit de gebruikte taal. De Amerikaanse Anglist Scott E. Kapel was zo verontwaardigd over het grote prescriptieve stempel dat Lowth op het Engels van volgende generaties heeft gedrukt dat hij een website begon, getiteld `Bishop Lowth was a Fool'.

Titelpagina van de grammatica van Robert Lowth.

Uit liefde voor Thomas
Maar verdient Lowth de titel `icoon van het prescriptivisme' wel? Tiekens bestudering van de brieven van Lowth - ze heeft er inmiddels meer dan 300 in haar bezit - schetst een heel ander beeld van de intenties van de grammaticus en de ontstaansgeschiedenis van diens magnum opus. `Eigenlijk schreef hij het grammaticaboek voor zijn zoontje Thomas', legt ze uit. I drew up for my little boy, schreef hij aan een vriend.' Lowth, als Anglicaans bisschop gewoon getrouwd, had zeven kinderen. De liefde die hij voor zijn zoontje Thomas voelde komt tot uiting in veel van zijn voorbeeldzinnetjes, zoals: Thomas' boek, Ik houd van Thomas, of Thomas is bij mij geliefd.

Sociale mobiliteit
Lowths grammatica was waarschijnlijk in de familie gebleven, ware het niet dat een van zijn beschermheren om een exemplaar voor zijn eigen pasgeboren zoon vroeg. Lowth wilde graag aan deze wens tegemoetkomen en vroeg zijn drukker, Robert Dodsley, een klein aantal exemplaren te drukken. Engeland maakte in die tijd een periode van hevige sociale veranderingen door; de bevolking groeide snel, de industrialisatie kwam op gang en leidde tot verstedelijking. Dodsley, een slimme ondernemer, zag dat er in deze atmosfeer van sociale mobiliteit een groeiende behoefte was aan handboeken over grammatica en omgangsvormen die mensen konden gebruiken om te stijgen op de maatschappelijke ladder. Hij zag een gat in de markt en besloot veel meer exemplaren van Lowths boek te drukken. Nu zijn werk onder een breder publiek verspreid werd, wilde Lowth graag de mening van taalkundigen horen. Zijn grammaticaboek dat oorspronkelijk alleen voor zijn zoontje was bedoeld, moest nu twee heel verschillende doelgroepen bedienen: enerzijds taalkundigen en anderzijds een minder geschoold publiek dat graag wilde leren `hoe het echt moest.'

Zelf inconsequent
In het Engels is de dubbele ontkenning zo'n beetje de ergste grammaticale zonde die je kunt plegen, en ook Lowth heeft de reputatie dat hij het gebruik ervan ten strengste afkeurde. Maar als je Regel XVI uit zijn boek leest, blijkt deze helemaal niet prescriptief te zijn: "Two negatives, in English, destroy one another, or are equivalent to an affirmative; as Nor did they not perceive the evil plight in which they were". (Noch beseften ze niet de benarde toestand waarin ze zich bevonden). Tieken: `Door het hele werk van Lowth klinkt eigenlijk een zekere toon van mildheid; zijn regels voor goed taalgebruik staan alleen in voetnoten, niet in de hoofdtekst.' En ook Lowth zelf paste de regels niet consequent toe, zo ontdekte ze toen ze zijn brieven doorvlooide: `Hij zorgde er wel voor dat brieven aan zijn meerderen binnen de kerk correct waren, maar zijn informele brieven laten zien dat hij zich vaak vergiste en gebruik maakte van grammaticale constructies die hij in zijn eigen boek als onwenselijk bestempelde.' Dit is natuurlijk voer voor sociolinguisten: Lowth paste zijn taalgebruik aan aan de maatschappelijke groep waarin hij zich bevond.

Maatschappelijke relevantie
`We willen ons onderzoek zo maatschappelijk relevant mogelijk maken', zegt Tieken. `Het Lowthonderzoek sluit mooi aan bij het huidige debat over taalgebruik in Nederland. Kijk maar naar de recente discussie gevoerd tussen Helen de Hoop, hoogleraar theoretische taalwetenschap van de Radboud Universiteit en Minister Plasterk over het gebruik van `hun' waar `zij' grammaticaal correct is. Plasterk, als voorzitter van de Nederlandse Taalunie, keurt "hun hebben" zonder meer af, terwijl De Hoop er anders over denkt. De discussie kan online gevolgd worden via de weblog van Tiekens onderzoeksproject over de Codifiers and the English Language. Tijdens de discussie maakte Plasterk een vergelijking met het Engels en beweerde dat het Engels `de afgelopen 400 jaar niet is veranderd'. En dat is iets waar Tieken - met nog veel meer wetenschappers - het onmogelijk mee eens kan zijn. Ze heeft Plasterk uitgenodigd de discussie in bredere kring in Leiden voort te zetten. Door de val van het kabinet zal dit in potentie interessante debat hoogstwaarschijnlijk niet plaatsvinden.

Activiteiten
Leidse hoogtepunten van het Lowthjaar zijn een MA-college in het eerste semester van het academisch jaar 2010/2011 en het Robert Lowthsymposium dat op 17 en 18 december Leiden plaatsvindt. In Winchester wordt de verjaardag van Lowth op 27 november gevierd met een Robert Lowth Dag. Dan wordt ook de Robert Lowth Award uitgereikt voor de beste MA-scriptie over codificatie of prescriptivisme.