Datum 9 maart 2010
IGZ rapport Mobiele Intensive Care Unit
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u mijn reactie op het rapport van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) "Mobiele Intensive Care Unit (MICU) coördinatiecentra
voldoen aan de vergunningsvoorwaarden".
Aanleiding
Het MICU-transport is een relatief nieuwe zorgvorm met zeer kwetsbare
patiënten, waarbij hoogwaardige begeleiding noodzakelijk is. Om redenen dat de
kwaliteitseisen nog onvoldoende zijn vastgelegd en onvoldoende inzicht is in de
omvang van het aantal uit te voeren transporten is het MICU-transport tijdelijk
onder de vergunningplicht van art. 2 van de Wet op bijzondere medische
verrichtingen (WBMV) gebracht. In de "Tijdelijke regeling MICU-coördinatiecentra
en -transport" (hierna: "Tijdelijke regeling") wordt de omvang van de behoefte
aan de MICU-coördinatiecentra en vervoerders geregeld en zijn de voorwaarden
waaraan deze moeten voldoen opgenomen. Voor de periode tot 2011 is het aantal
vergunningen hiermee beperkt tot zes voor de coördinatie en zeven voor het
daadwerkelijk vervoer.
De IGZ heeft op mijn verzoek een tussentijds onderzoek uitgevoerd naar de
naleving van de MICU-vergunningsvoorwaarden zoals gesteld in de "Tijdelijke
regeling".
Bevindingen IGZ
De IGZ concludeert in haar rapport dat alle vergunninghoudende centra op het
moment van onderzoek aan de voorwaarden zoals gesteld in de "Tijdelijke
regeling" voldoen. Dit betekent dat alle centra voldoen aan de gestelde
voorwaarden betreffende beschikbaarheid/paraatheid, volume, kwaliteit van het
begeleidend team, technische staat van het materieel, samenwerking en
dataregistratie. De IGZ geeft echter wel aan dat het MICU-transport een
vertraagde opstartfase heeft gekend. Zo bleken de meeste coördinatiecentra pas
laat volledig operationeel te zijn. De eerste MICU-rit vond in de meeste centra in
2009 plaats (het laatste centrum per 2 juni 2009). De IGZ geeft als voornaamste
reden voor de vertraagde opstart aan dat ziekenhuizen en vervoerders pas na het
verkrijgen van de vergunning de trolley en de ambulance hebben besteld.
Bovendien bleken de meeste trolleys bij aflevering te hoog als gevolg van het
ingebouwde hydraulische systeem. Vier centra maken gebruik van dit type trolley.
Ook was in sommige gevallen een gewenningsperiode nodig om de samenwerking
tussen het MICU-coördinatiecentrum, de regionale ziekenhuizen en de vervoerder
en de samenwerking tussen de coördinatiecentra onderling goed gestalte te
kunnen geven. De IGZ deelt de mening van alle centra dat door de vertraagde
opstart het onverstandig zou zijn om de "Tijdelijke regeling" per 1 januari 2011 te
laten vervallen. Naar de mening van de IGZ is het MICU-transport niet geschikt
om voortdurend onder de WBMV te houden. De IGZ acht echter een verlenging
van de "Tijdelijke regeling" met minimaal één jaar noodzakelijk zodat de huidige
centra voldoende ervaring kunnen opdoen.
Tot slot doet de IGZ een aantal aanbevelingen met betrekking tot aanpalende
onderwerpen, betreffende de communicatie van de begeleidingscommissie IC-
transport met de regionale coördinatoren, het onderscheid tussen acuut en semi-
acuut vervoer, kinder-IC transport en internationale transporten. Deze
aanbevelingen zijn voornamelijk gericht tot de begeleidingscommissie IC-
transport.
Reactie minister
Het is goed te constateren dat, ondanks een vertraagde opstartfase, alle MICU-
coördinatiecentra ten tijde van het onderzoek aan de gestelde
vergunningsvoorwaarden voldoen. De redenen voor de vertraagde opstart zoals
de IGZ deze in haar rapport heeft weergegeven acht ik aannemelijk en
rechtvaardigen mijn inziens dan ook een verlenging van de "Tijdelijke regeling"
met één jaar tot 1 januari 2012. De begeleidingscommissie IC-transport
ondersteunt dit besluit.
Benadrukt zij dat mijn zienswijze ten aanzien van uittrede van het MICU-transport
ongewijzigd blijft. Een verlenging van de "Tijdelijke regeling" met één jaar acht ik
nodig maar tegelijkertijd ook realistisch om het MICU-transport per 1 januari 2012
uit de WBMV te kunnen laten stromen. Zoals gesteld in de "Tijdelijke regeling"
besluit ik definitief over uittrede op basis van een zorgvuldige evaluatie naar de
beschikbaarheid en de kwaliteit van het IC-transport. De begeleidingscommisie
IC-transport is verantwoordelijk voor de totstandkoming van deze evaluatie. De
voorzitter van de begeleidingscommissie IC-transport heeft mij laten weten dat
het evaluatierapport medio september 2010 kan worden opgesteld. Dit geeft mij
vertrouwen dat het perspectief dat ik met het MICU-transport voor ogen heb per 1
januari 2012 bereikt wordt.
Tot slot
De IGZ is gestart met een thematisch onderzoek naar de kwaliteit van zorg van de
ziekenhuizen met een intensive care op niveau 2 en 3. Ik verwacht u in juni 2011
het rapport van de IGZ te kunnen aanbieden. De IGZ zal binnenkort de
ziekenhuizen informeren over de inhoud, het toetsingskader en het
handhavingskader van dit onderzoek.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport