1
Datum 8 maart 2010
Antwoorden op kamervragen over het weigeren van patienten door het Academisch Medisch Centrum
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid van Gerven (SP)
over het weigeren van patienten door het Academisch Medisch Centrum in
Amterdam (AMC) en het VUmc in Amsterdam (ingezonden 3 februari 2010).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid van Gerven over het weigeren van
patiënten door het Academisch Medisch Centrum in Amterdam (AMC) en het VUmc
in Amsterdam.
(ingezonden 3 februari 2010)
1
Wat is uw reactie op de uitspraken van het hoofd Communicatie van het AMC
Amsterdam dat door het AMC patiënten op basis van postcode worden geweigerd
en de bevindingen van de tv-rubriek dat zowel het AMC als het VUmc patiënten
weigeren op basis van hun postcode? 1)
1
Ik heb kennis genomen van de berichten in de media over het weigeren van het
AMC en VUMC van patiënten voor basiszorg op basis van hun postcode. Zoals ik
donderdag 28 januari jongstleden tijdens het spoeddebat over dit onderwerp heb
aangegeven, vind ik het op voorhand weigeren op basis van postcode onwenselijk.
2
Hoe valt dit te rijmen met de door u gedane uitspraken tijdens het spoeddebat
van 28 januari jongstleden dat het weigeren van patiënten op postcode alleen
gebeurde in het Academisch Ziekenhuis Maastricht en niet in andere academisch
medische centra?
2
Zowel de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU) als de
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) hebben aangegeven dat er geen
postcodebeleid gevoerd wordt in de ziekenhuizen rondom top-referente zorg of in
geval van de NVZ rondom dure behandelingen.
De NFU heeft aangegeven dat het rondom basiszorg soms nodig is dat de UMC's -
ter voorkoming van lang wachten patiënten buiten het adherentiegebied terug
of door te verwijzen. Hierover zijn, naar oordeel van de NFU, goede afspraken
gemaakt met ziektekostenverzekeraars en omliggende ziekenhuizen. De patiënt
wordt geadviseerd in nauw overleg met de huisarts alternatieven te bespreken.
Het aanbod voor deze vormen van zorg is groot en rondom elk UMC zijn er
verschillende alternatieven, die kwalitatief vergelijkbaar zijn en veelal sneller
toegankelijk. Ik heb hieraan ook in het spoeddebat van 28 januari gerefereerd
naar aanleiding van het voorbeeld van de heer Zijlstra rondom de ziekte van
Lyme.
Echter, de communicatie rondom de reden van terugverwijzing en mogelijke
alternatieven dient in de richting van de patiënt zorgvuldig te verlopen. Daarnaast
heeft de patiënt de uiteindelijke keuze. Als die ervoor kiest dan toch onderaan de
wachtlijst plaats te nemen en niet van de alternatieven gebruik te willen maken,
dan moet dat kunnen. In dergelijke gevallen is raadpleging van de huisarts
essentieel omdat deze kan beoordelen of langer wachten medisch nog wel
verantwoord is.
3
Wilt u het AMC terugfluiten, nu de Tweede Kamer en het kabinet in unanimiteit
hebben besloten dat voor de gehele ziekenhuiszorg het weigeren van patiënten op
basis van de postcode onacceptabel is, en dat er een onvoorwaardelijke
keuzevrijheid van patiënten dient te gelden?
3
Vanzelfsprekend heb ik direct contact opgenomen met het AMC en de NFU. Hieruit
bleek dat het AMC bij basiszorg in geval van wachtlijsten patiënten doorverwijst.
Bij vraag 2 heb ik al aangegeven dat dit kan plaats vinden, mits de communicatie
richting de patiënt zorgvuldig verloopt en de uiteindelijke keuze bij de patiënt
blijft.
In het specifieke voorval was de communicatie richting de patiënt over de
achtergrond van terugverwijzing en mogelijke alternatieven beperkt. Hierover heb
ik al gesproken met het AMC. Het AMC heeft mij laten weten dat de protocollen
hierover op dit moment al worden aangescherpt, daarna worden ze opnieuw actief
onder de aandacht gebracht van de medewerkers.
Daarnaast vindt regelmatig overleg plaats met de NFU en mijn ministerie. In het
eerstvolgende overleg zal ik dit onderwerp agenderen. Ik zal de UMC's via de NFU
vragen de communicatie richting de patiënt in deze gevallen te verbeteren en mij
op de hoogte te houden van de voortgang hieromtrent. Ter volledigheid zal ik dit
ook aan de NvZ vragen, alhoewel rondom reguliere ziekenhuizen deze signalen
niet bekend zijn.
4
Wilt u aan alle ziekenhuizen van Nederland duidelijk maken dat het verbod op
"postcodegeneeskunde" voor de gehele ziekenhuiszorg voor alle ziekenhuizen
geldt?
4
Er vindt regelmatig overleg plaats met de NFU en NVZ. In dat overleg zal ik de
ziekenhuizen erop wijzen dat op voorhand weigeren op basis van postcode niet
kan. Mocht er sprake zijn van doorverwijzing in geval van een wachtlijst dient de
communicatie zorgvuldig te verlopen. Zoals aangegeven bij antwoord 3 wordt dit
ook onderwerp van dat overleg.
5
Welke mogelijkheden heeft u als ziekenhuizen weigerachtig blijken om geen
postcodegeneeskunde toe te passen, om deze ziekenhuizen te corrigeren?
5
Weigeren zuiver op grond van postcode vind ik niet gepast. Wel kunnen
ziekenhuizen op grond van capaciteit, bijvoorbeeld bij wachtlijsten besluiten tot
door of terugverwijzing. Dit is mogelijk, mits de communicatie richting de patiënt
zorgvuldig verloopt en de uiteindelijke keuze bij de patiënt blijft.
Vanzelfsprekend heeft het ziekenhuis een zorgplicht in gevallen waar sprake is
van acuut levensbedreigende omstandigheden. Daarnaast heeft de
zorgverzekeraar een zorgplicht op grond van de Zorgverzekeringswet.
In de casus van het Academisch Ziekenhuis Maastricht heeft het mij verheugd te
zien dat de betrokken verzekeraars hun verantwoordelijkheid nemen. Verzekeraar
CZ heeft het AZM aangesproken op haar contractuele verplichting en heeft
aangegeven bereid te zijn juridische stappen te ondernemen als het AZM selectie
van patiënten op basis van postcode hervat.
Tenslotte kan ook de IGZ, eventueel op mijn verzoek, een rol spelen. In de casus
van het AZM heeft de IGZ het AZM aangesproken. Momenteel doet de IGZ nader
onderzoek naar het ziekenhuisbeleid. Dit onderzoek heeft enkele weken nodig.
Voor de IGZ staat bij beoordeling van dit vraagstuk centraal dat de continuïteit
van zorg geregeld is.
De zorgaanbieder kan een patiënt niet zomaar weg sturen en dient minimaal voor
een goede doorverwijzing of terugverwijzing zorg te dragen. Als de IGZ signalen
krijgt dat de zorgaanbieder zijn verplichtingen in individuele gevallen niet goed
zou nakomen dan laat de IGZ dat aan bevoegde instanties (zoals een
zorgverzekeraar) weten. Indien de signalen wijzen op - mogelijk - structurele
problemen dan onderzoekt de IGZ dat nader.
6
Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)
die zegt dat ziekenhuizen wel patiënten mogen weigeren vanwege hun postcode,
zolang ziekenhuizen daar onderling geen afspraken over maken? 2)
6
Vooropgesteld staat dat de NMa een onafhankelijk toezichthoudend orgaan is. De
NMa concentreert zich op de mededingingswet en mogelijke overtreding daarvan.
Op grond van de mededingingswet is het niet toegestaan dat twee partijen
afspraken maken over het verdelen van een gebied. Diezelfde mededingingswet
verbiedt niet per definitie dat één organisatie een postcodebeleid voert. Voor
overige vragen over de uitspraken van de NMa, verwijs ik u naar de NMa.
1) AVRO De Praktijk, 25 en 29 januari 2010
2) AVRO De Praktijk, 25 januari 2010
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport