Radboud Universiteit Nijmegen
Subsidie voor onderzoek kindertaal
Datum bericht: 9 maart 2010
Onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen gaan samen met
collega's uit Tilburg, Amsterdam en Leiden een databank voor
kindertaal opzetten. Daarvoor krijgen ze bijna 3,5 ton subsidie van
NWO.
Orthopedagoge Agnes Tellings van het Behavioural Science Institute
(BSI) ontvangt samen met prof. Ludo Verhoeven, ook BSI, en prof. Rob
Schreuder van het Donders Centre for Cognition de subsidie voor de
bouw van een databank van Nederlandse geschreven taal die kinderen in
de basisschoolleeftijd lezen. Denk aan kinderboeken, schoolmethodes,
CITO-toetsen, maar ook (voor de oudere kinderen) TV-ondertitels, taal
van internetsites, en chattaal.
NWO-programma Investeringen
De subsidie komt uit het programma Investeringen van de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), bedoeld voor de
aanschaf van apparatuur, het opzetten van dataverzamelingen en het
maken van software en bibliografieën. De subsidiegever onderstreept
de grote waarde van dit project voor de Nederlandse (taal)wetenschap.
Lezen en schrijven in de basisschool
De Nijmeegse onderzoekers gaan - samenwerkend met collega's van de
Universiteit van Tilburg, en van de universiteiten van Amsterdam en
Leiden â een databank (corpus) en een woordenlijst ontwikkelen. Het
corpus zal vijf miljoen tekens omvatten en bestaan uit tekstfragmenten
afkomstig uit eerder genoemde bronnen. Daaruit wordt een woordenlijst
afgeleid met 20.000 woorden die basisschoolleerlingen zouden moeten
kennen als basis voor het voortgezet onderwijs. Aan de woordenlijst en
het corpus worden allerlei taalkundige en taalontwikkelingsgegevens
gehangen voor taalonderzoekers die zich richten op de ontwikkeling van
taal, lezen en schrijven in de basisschool.
Toetsontwikkelaars en lesmateriaal
Tot nu toe waren dergelijke gegevens alleen beschikbaar voor volwassen
geschreven taal. Vanuit verschillende onderzoeksdisciplines is er een
grote behoefte aan een dergelijk corpus en lexicon, die een
belangrijke aanvulling vormen op de beschikbare âresourcesâ voor het
Nederlands. Behalve voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied
van taalverwerving, taalkunde, en taaltechnologie is deze database van
groot belang voor instellingen die voor basischoolleerlingen toetsen
en/of lesmaterialen ontwikkelen.Â