NVLF
---
22 februari 2010
Vakgebied
Vroeggeboren zuigelingen hebben moeite met drinken
Saakje da Costa promoveert 10 maart op onderzoek naar zuigpatroon.
Drinken is van levensbelang voor pasgeborenen. Om te kunnen beoordelen
of een baby in staat is om effectief te drinken zijn er verschillende
methoden beschikbaar. Zoals uit dit onderzoek blijkt, is de Neonatal
Oral-Motor Assessment Scale (NOMAS) daarvan de meest geschikte. Dit
observatie-instrument classificeert het drinken als een
normaal/matuur, "disorganized" of "dysfunctional" zuigpatroon. De
intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid blijkt redelijk goed te zijn en de
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is matig tot redelijk.
Gezonde, op tijd geboren baby's hebben doorgaans een normaal
zuigpatroon. Te vroeg geboren baby's, waarvan er ruim 60 longitudinaal
werden onderzocht met behulp van de NOMAS, drinken op een andere
manier dan op tijd geboren baby's. Ook verloopt de ontwikkeling naar
een normaal zuigpatroon vertraagd. Slechts een kwart van de te vroeg
geboren baby's drinkt rond de uitgerekende datum net zo goed uit de
borst of de fles als op tijd geboren baby's.
Tien weken na de uitgerekende datum heeft een kwart van de te vroeg
geboren kinderen nog geen normaal zuigpatroon. Te vroeg geboren baby's
hebben vooral moeite om hun ademhaling te coördineren met zuigen en
slikken, en om het zuigen vol te houden. Hun zuigpatronen worden niet
gekenmerkt door ritmische bewegingen van kaken en tong, zoals dat wel
het geval is bij een normaal, matuur zuigpatroon. Kinderen die na een
zwangerschap van minder dan dertig weken worden geboren en kinderen
met een geboortegewicht dat te laag was voor de zwangerschapsduur,
hebben de meeste moeite om een normaal zuigpatroon te ontwikkelen.
Deze kinderen hebben extra aandacht nodig om goed te leren drinken.
Op 10 maart 2010 zal Saakje da Costa, onderzoeker van het lectoraat
Transparante Zorgverlening en docent van de opleiding Logopedie, haar
proefschrift "Development of Sucking Patterns in Preterm Infants" in
het openbaar verdedigen. De verdediging van het proefschrift vindt
plaats in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen van
14.45 tot 16.00 uur.