Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z25187

Datum 9 maart 2010
Betreft Kamervragen SP over connecties van een bestuurder met de Moslimbroederschap

Hierbij zend ik u, mede namens de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het antwoord op de vragen van de Kamerleden Karabulut en Van Dijk (beiden SP) van uw Kamer over connecties van een bestuurder met de Moslimbroederschap (ingezonden 22 december 2009).

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009Z25187.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

a





Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Jasper van Dijk (beiden SP) aan Onze referentie MLB/186174 de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor Wonen, Wijken en Integratie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over connecties van een bestuurder met de Moslimbroederschap (Ingezonden 22 december 2009).

Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel inzake de connecties van de heer B. met de fundamentalistische Moslimbroederschap?1

Antwoord op vraag 1:
Ik zie geen aanleiding om, naast de antwoorden die ik in reactie op de door u gestelde vragen geef, hierover nadere uitspraken te doen.

Vraag 2
Is de heer B. officieel gesprekspartner van de overheid? Zo ja, in welke hoedanigheid en waarom?

Antwoord op vraag 2:
De heer Bouyafa zat in het bestuur van de SVIZ, de huidige machtiginghouder van de zendtijd voor de Islam. Hij en de overige bestuursleden zijn op 19 augustus 2009 teruggetreden om plaats te maken voor een nieuw onafhankelijk bestuur. De heer Bouyafa is derhalve geen gesprekspartner meer van het Commissariaat voor de Media. Ook bij de behandeling van de recente aanvraag door de SMO is de heer Bouyafa geen gesprekspartner geweest.

Als voorzitter van Contact Groep Islam (CGI) is de heer Bouyafa in het verleden gesprekspartner geweest van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie in het Inter-islamistisch Platform Overleg. Op dit moment is hij geen voorzitter meer van CGI.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het ontoelaatbaar is dat een bestuurder van een potentiële publieke omroep behoort tot het netwerk van deze organisatie die volgens de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) een ultraorthodoxe zuil in West-Europa wil creëren? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarop baseert u uw antwoord?

Antwoord op vraag 3:
Het staat elke burger vrij om actief te zijn in een organisatie die er naar streeft deel te gaan uitmaken van Publieke Omroep. De overheid is gehouden aanvragen op basis van de geldende wet- en regelgeving te beoordelen.


1 De Volkskrant, 21 december 2009: "Bouyafa met argusogen bekeken"

Pagina 2 van 3





Vraag 4 Onze referentie MLB/186174 Is het bericht waar dat de Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION), waarvan de heer B. voorzitter is, onderdeel uitmaakt van de Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE), welke de Europese vleugel van het Internationale Moslimbroederschap zou vormen? Zo ja, kunt u een nadere omschrijving geven van financiële en niet-financiële banden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5
Bent u bereid zo spoedig mogelijk onderzoek te doen naar de mogelijke contacten van de heer B. met de Moslimbroederschap? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 4-5:
De Moslimbroederschap heeft zich op Europees niveau vooral georganiseerd via de Federatie Islamitische Organisaties Europa. De Federatie Islamitische Organisaties Nederland is aangesloten bij deze Europese koepelorganisatie. Deze informatie is in antwoorden op schriftelijke vragen in 2009 ook met de Tweede Kamer gedeeld (Kamerstukken II, aanhangsel van de Handelingen 2008-2009, nr. 2439). De FION is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, maar geeft geen inzicht in zijn financiële gegevens. De Moslimbroederschap is in Nederland geen verboden beweging. In het openbaar kan ik echter niet ingaan op de vraag of onderzoek wordt gedaan naar organisaties of personen. Wel kan ik aangeven dat wanneer er aanwijzingen zijn van een dreiging voor de nationale veiligheid, dergelijke informatie gericht gedeeld wordt met samenwerkingspartners en belangendragers opdat gepaste maatregelen getroffen kunnen worden.

Vraag 6
Bent u bereid de beslissing over zendtijd voor de Stichting Moslim Omroep uit te stellen tot er volledige duidelijkheid is over de betrokkenheid van de heer B. bij de Moslimbroederschap? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 6:
Zoals uit het besluit2 van het Commissariaat voor de Media van 29 december 2009 blijkt, is de SMO ­ waarin de FION participeert ­ niet aangewezen om het media-aanbod voor de hoofdstroming Islam te verzorgen.


2 Commissariaat voor de Media, 29 december 2009: Besluit Moslimomroep. http://www.cvdm.nl/dsresource?objectid=10393&type=org

Pagina 3 van 3