Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2010Z01907/2010D08262
Datum 9 maart 2010
Betreft Reactie op factsheet "Meisjes en voortijdig schoolverlaten"
van E-Quality
Op uw verzoek ontvangt u hierbij mijn reactie op de factsheet van E-Quality over
meisjes en voortijdig schoolverlaten.
E-Quality heeft in 2009 een verkenning uitgevoerd naar de schoolloopbanen van
meisjes uit etnische minderheidsgroepen. De centrale vraag was met welke
specifieke problemen meisjes uit etnische minderheidsgroepen te maken krijgen
in hun onderwijsloopbaan en in de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt en
hoe voorkomen kan worden dat deze meisjes een lager opleidingsniveau bereiken
dan autochtone meisjes. Op basis van deze verkenning heeft E-quality een
factsheet "Meisjes en voortijdig schoolverlaten" gepubliceerd.
In mijn reactie ga ik allereerst in op de laatste ontwikkelingen in de schooluitval
onder meisjes uit etnische minderheidsgroepen. Vervolgens geef ik mijn reactie
op de aanbevelingen van E-Quality.
Daling schooluitval onder meisjes uit etnische minderheidsgroepen
Uit de voorlopige cijfers over het schooljaar 2008-2009 valt op te maken dat de
totale groep meisjes afkomstig uit etnische minderheidsgroepen een omvang
heeft van circa 5500 leerlingen. Het landelijk percentage voortijdige schooluitval
(vsv) is 3,2%1.
Het percentage vsv'ers onder meisjes uit etnische minderheden is 3,8%. Het is
daarmee hoger dan de uitval onder autochtone meisjes (2,3%) en autochtone
jongens (3,2%) maar aanzienlijk lager dan het vsv-percentage onder jongens uit
etnische minderheidsgroepen (6,1%).
Kijken we naar de ontwikkeling van het percentage vsv'ers onder meisjes uit
etnische minderheidsgroepen dan zien we dat de daling goed is ingezet. Het
percentage vsv'ers onder meisjes afkomstig uit etnische minderheden daalt
1 Bron: Tweede Kamer, vergaderjaar 20092010, 26 695, nr. 67
a
na 1 van 3
Pagi
van 5,0% in het schooljaar 2005-2006 naar 3,8% in schooljaar 2008-2009 (Dit Datum
zijn de voorlopige cijfers voor het schooljaar 2008-2009). Hiermee is de daling
onder meisjes uit etnische minderheidsgroepen sterker dan onder autochtone Onze referentie
meisjes ( resp. -23.3% om -17.4%) 194718
Kijken we naar de ontwikkeling per etnische minderheid, dan zien we dat de
schooluitval onder Arubaanse/Antilliaanse en Surinaamse meisjes hoger is dan die
onder meisjes van Marokkaanse en Turkse afkomst (resp. 5,4% en 4,7% om
3,7% en 3,2%). Wel zien we dat sinds 2008-2009 de daling onder
Arubaanse/Antilliaanse meisjes sterk is ingezet (daling van 8,9%). De daling
onder de andere etniciteiten is al zichtbaar sinds 2005-2006.
Aanbevelingen van E-Quality
Een belangrijke constatering uit de verkenning is dat meisjes uit etnische
minderheidsgroepen het steeds beter doen op school, maar dat dit nog niet altijd
tot uiting komt in een verbetering van hun deelname aan de arbeidsmarkt. Zo is
de jeugdwerkloosheid onder laag en middelbaar opgeleide meiden van niet-
westerse herkomst hoger dan onder jongens uit de dezelfde groep. Het lijkt erop
dat deze meisjes er minder goed in slagen om hun diploma's op de arbeidsmarkt
te verzilveren. E-Quality heeft hiervoor in zijn verkenning geen verklaring
gevonden en beveelt aan dit nader te laten onderzoeken.
Op 20 november 2009 zijn door de Kamerleden Koer Kaya, Vermeij en Bouchibti
Kamervragen gesteld naar aanleiding van deze resultaten over de hoge
werkloosheid onder meisjes uit etnische minderheidsgroepen (TK 2009-2010,
943). In reactie op deze vragen heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, de Tweede Kamer toegezegd een diepergaand vervolgonderzoek te
laten uitvoeren om inzicht te verkrijgen in de achterliggende factoren voor
werkloosheid onder meisjes uit etnische minderheidsgroepen en de Kamer
daarover uiterlijk 1 juli 2010 te informeren.
Hiermee worden de aanbevelingen van E-Quality opgevolgd om meer onderzoek
te doen naar deze groep meiden.
Daarnaast beveelt E-quality aan om aandacht voor meisjes te hebben bij het
ontwikkelen en uitvoeren van (lokaal) beleid en daarbij ook preventieve
activiteiten in te zetten.
De huidige aanpak voor de bestrijding van voortijdig schoolverlaten biedt
daarvoor alle ruimte. De maatregelen zijn er juist op gericht om schooluitval
preventief aan te pakken. Voor deze aanpak zijn er in 39 regionale meld- en
coördinatie regio's (RMC's) convenanten afgesloten tussen gemeenten, scholen en
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die lopen van 2008 tot en
met 2011.
In de convenanten zijn afspraken gemaakt over het resultaat. Er is duidelijk
vastgesteld wat de partijen willen bereiken (hoeveel minder voortijdig
schoolverlaters in schooljaar 2010-2011). De manier waarop de gemeenten en
scholen dit doen, is aan hen zelf en afhankelijk van de regionale context.
De schooluitval wordt onder meer tegengegaan door extra aandacht voor een
soepele overgang vmbo-mbo, betere loopbaanoriëntatie, studiekeuze en
begeleiding, meer en betere zorg op school en meer maatwerktrajecten om uitval
te voorkomen.
In de uitwerking van de convenanten hebben de regio's met de keuze voor
verschillende onderwijsprogramma's de ruimte om maatwerk te leveren. Als er in
Pagina 2 van 3
de regio behoefte is aan specifieke aandacht voor het voorkomen van voortijdig Datum
schooluitval van meisjes van etnische minderheden, dan is daar binnen de
convenanten ruimte voor. Onze referentie
De regio's kunnen via de site www.aanvalopschooluitval.nl kennis en ervaringen 194718
uitwisselen door goede voorbeelden voor maatwerktrajecten uit hun regio onder
de landelijke aandacht te brengen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
Pagina 3 van 3