Conform uw verzoek van 3 februari jl. ontvangt u hierbij mijn reactie op de brief
die ik heb ontvangen van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) inzake
voedselketeninformatie (VKI-plicht).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Geachte heer Geurts,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de door u gestelde vragen in uw brief
van 21 januari jl.
Bij de totstandkoming van de Europese hygiënewetgeving zijn de voedselveiligheidsrisico's
bij de vleesproductie geanalyseerd. Het bleek dat informatie uit
de boerderijfase van de slachtdieren van waarde was voor de borging van de
voedselveiligheid in de slachtfase. Voedselketeninformatie (VKI) is een belangrijk
instrument voor het slachthuis om het slachtproces beter te kunnen inrichten en
zodoende voedselveiligheidsrisico's beter te beheersen. Daarnaast is voedselketeninformatie
ook belangrijk voor een meer risicogebaseerde aanpak bij het
toezicht door de overheid. Hierdoor kunnen tot nu toe routinematig uitgevoerde
onderzoeken achterwege worden gelaten bij dieren met een laag risico. Bij dieren
met een hoog risico kunnen aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd. Deze
risicogebaseerde aanpak is enerzijds effectiever en leidt anderzijds tot
besparingen voor zowel veehouderij, slachterij als overheid.
Informatieverstrekking naar de volgende ketenschakel leidt wel tot
administratieve lasten. Door de toepassing van sectorbrede, elektronische
meldsystemen kan de sector zelf in belangrijke mate zorgen voor opvang en
minimalisering van deze lastendruk.
De Europese verordening voorzag in een geleidelijke invoering van de VKIverplichting
vanaf 2006, waardoor de verplichting voor de rundveesector pas op
1 januari 2010 inging. De rundersector heeft zo de mogelijkheid gehad om de
ervaring te benutten van andere sectoren, die eerder aan de VKI-verplichting
moesten voldoen.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Cluster Voedselveiligheid
Datum
10 maart 2010
Onze referentie
VDC 2010/556
Pagina 2 van 3
De sector is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop aan de Europese VKIverplichting
wordt voldaan. Gebruik van een privaat kwaliteitssysteem zoals
'IKB-rundvee' is handig, maar geen voorwaarde. De rundveesector heeft, in
tegenstelling tot andere sectoren, er zelf voor gekozen dit kwaliteitssysteem af te
schaffen. Ook nu heeft de sector zelf gekozen voor de opzet van het huidige
systeem. Een koppeling met het I&R-systeem van de overheid lag niet voor de
hand omdat het in eerste instantie gaat om informatie-uitwisseling tussen private
partijen, de rundveehouder en de slachthuisexploitant. Het opzetten van een
collectief systeem voor VKI is daarom vooral een taak voor de marktpartijen.
In alle diersectoren speelt het Productschap Vee en Vlees daarbij een
coördinerende rol en specifiek voor runderen de Adviescommissie Runderen
(ACR). In het bestuur van het PVV en in de ACR hebben diverse private
organisaties van sectorgenoten zitting, indien hun achterban voldoende groot is.
Voor andere belanghebbenden bestaat er in het kader van de Code Goed Bestuur
de mogelijkheid om een inbreng te geven. Daartoe zijn de agenda's en verslagen
van het bestuur en de agenda van de ACR openbaar. Ik heb tevens begrepen dat
er ook met uw organisatie contact is geweest over het huidige systeem.
Van de initiatiefnemers van het VKI-systeem 'InfoRund' heb ik begrepen dat zij
een zo gebruikersvriendelijk mogelijk systeem hebben opgezet. Het is mogelijk
om gegevens in te brengen van een groep af te leveren runderen, met daarbij de
bijzonderheden per dier. Tevens bestaat ook de mogelijkheid voor een verklaring
dat er geen relevante gegevens te melden zijn (punt II uit de verordening).
De formats voor VKI in het huidige systeem voorzien inderdaad niet in het
weglaten van informatie bij het bestaan van een kwaliteitsborgingssysteem. Er
zijn immers geen kwaliteitsborgingssytemen waarbij slachthuisexploitanten over
informatie kunnen beschikken. Als deze ontwikkeld worden, zou het VKI-systeem
op dit punt aangepast kunnen worden. In de pluimvee-, kalver- en varkenssector
is dit bijvoorbeeld het geval.
Voorts heb ik begrepen dat het systeem regelmatig aan het voortschrijdende
inzicht wordt aangepast. Als het systeem niet aan de wensen voldoet, ligt het dus
voor de hand om de bezwaren aan de beheerder van het systeem kenbaar te
maken.
U stelt terecht dat rundveehouders verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van
voedselketeninformatie voorafgaand aan de levering van de dieren. Dat zij hierbij
gebruik willen/moeten maken van een infrastructuur (internet) die buiten hun
directe invloedssfeer ligt, doet daar niets aan af. Ook als de rundveehouder een
formulier per post, per fax of per e-mail verzendt, blijft hij verantwoordelijk voor
het tijdig aanleveren van de informatie.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Cluster Voedselveiligheid
Datum
10 maart 2010
Onze referentie
VDC 2010/556
Pagina 3 van 3
Verordening 853/2004, punt 7 is ondertussen gewijzigd door Verordening (EG)
Nr. 1161/2009 van 30 november 2009. Hierdoor is de flexibiliteit met betrekking
tot het moment van aanleveren van voedselketeninformatie op het slachthuis
vergroot.
Voor runderen waarbij een noodslachting is uitgevoerd en dieren die niet
rechtstreeks van het bedrijf van herkomst, maar via een verzamelplaats worden
geleverd aan het slachthuis heeft de VWA bepaald dat de VKI de dieren mag
vergezellen.
Echter, bijna alle grotere slachterijen staan erop dat VKI ook bij niet-rechtstreekse
aanvoer vooraf wordt ingediend, omdat zij anders onvoldoende tijd hebben de
informatie te controleren en er gebruik van te maken, zoals de verordening
voorschrijft.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg