Impressie van het debat over invoering van de Wabo
9 maart 2010
Senaat op bres voor autonomie gemeenten
In het debat over de invoering van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) ( 31.953 ) op 9 maart hebben meerdere fracties
in de Eerste Kamer zich sterk gemaakt voor behoud van gemeentelijke
autonomie bij de uitvoering van het omgevingsrecht. Voor een
meerderheid in de senaat is het behoud van een zekere mate van
vrijheid van gemeenten in de toepassing van de Wabo min of meer een
voorwaarde om met het wetsvoorstel in te stemmen. Het debat met de
minister over de invoeringswet werd dinsdag opgeschort, in afwachting
van een brief van de pas aangetreden â maar desondanks toch
demissionaire â minister Huizinga van VROM. De Kamer verwacht dat zij
in deze brief toezeggingen specificeert die recht doen aan de
gemeentelijke autonomie in beleid en uitvoering. Pas nadat de minister
een brief heeft ingediend bij de Eerste Kamer wordt het debat vervolgd
in derde termijn, waarna over het voorstel wordt gestemd.
Regionale uitvoeringsdienst
Een cruciaal element in het debat tussen de Eerste Kamer en de
minister is de verplichte aansluiting bij een regionale
uitvoeringsdienst vóór 1 december dit jaar. Deze opgelegde
samenwerking wordt door meerdere fracties in de Eerste Kamer beschouwd
als een inbreuk op de gemeentelijke autonomie. De onlangs afgetreden
minister van VROM, mevrouw Cramer (PvdA), had een koppeling
aangebracht tussen invoering van de Wabo en het opzetten van regionale
diensten die in alle delen van het land de kwaliteit van de uitvoering
van de nieuwe wet moeten bewaken. De net aangetreden demissionair
minister Huizinga (CDA) verklaarde in het debat dat invoering van de
Wabo los staat van de uitvoering.
âDat zijn twee trajecten, los van elkaarâ, zei de minister meerdere
malen. Zij verwees naar een reeds in april geplande conferentie van
rijk, provincies en gemeenten over de Wabo en de nog op te richten
regionale uitvoeringsdiensten. In mei volgt dan een interbestuurlijk
overleg tussen alle overheden waar concrete afspraken moeten worden
gemaakt. Minister Huizinga pleitte ervoor het proces van onderop een
kans te geven, maar in het bijzonder de senatoren Meindertsma (PvdA)
en Huijbregts-Schiedon (VVD) willen vooraf vastgelegd zien dat
gemeenten niet worden verplicht om tot een regionale uitvoeringsdienst
toe te treden. Meindertsma, die ook sprak namens de fracties van
GroenLinks en D66, benadrukt dat de gemeente daar zelf over moeten
beslissen. âHet rijk stelt kwaliteitseisen aan de uitvoering van de
Wabo, maar de gemeenten moeten kunnen bepalen hoe zij aan die eisen
willen voldoen.â
VVD-senator Huijbregts-Schiedon, die eerder in de Eerste Kamer steun
kreeg voor een motie waarin de gemeentelijke autonomie voorop staat (
EK 30.844, I ), beschreef de door haar gewenste situatie als volgt:
âMet de invoering van de Wabo krijgen bedrijven en burgers het
voordeel van een loket voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.
De gemeenten stellen een vergunning op in de eigen back office, al dan
niet met inbreng van een reeds bestaande of nog in te stellen
regionale milieudienst.â Meindertsma was stelliger. Als de regering
straks zou komen met een wetsvoorstel over de instelling van
landsdekkende regionale uitvoeringsdiensten zou dat sneuvelen in de
Eerste Kamer, betoogde zij.
Overregulering
Ook CDA-woordvoerder Janse de Jonge maakt zich sterk voor het behoud
van de gemeentelijke autonomie. Hij verwees naar de commissie Mans
die heeft geconstateerd dat veel gemeenten te klein zijn voor de
schaal waarop de handhaving van het omgevingsrecht moet plaats vinden.
Om die reden lijkt de regering bezig om paginaâs en paginaâs regels en
voorschriften uit te storten over die arme gemeenten. âWat wij aan de
voordeur dereguleren, wordt dus overgereguleerd via een achterdeurâ,
zei Janse de Jonge. Hij zei ook dat de CDA-fractie daar niet mee
akkoord kan gaan.
Senator De Boer sprak namens de fracties van ChristenUnie en SGP en
over een onderwerp ook namens de CDA-fractie: de relatie van de Wabo
met de Monumentenwet. In het bijzonder kwam hij op voor kerkelijke
monumenten en kreeg de toezegging van de minister dat de
vergunningverlening voor interieurs van monumentale kerkgebouwen om
kerkinhoudelijke (liturgische) redenen niet onbedoeld grondig worden
gewijzigd als gevolg van de invoering van de Wabo, maar in de geest
van de Monumentenwet zal geschieden.
Senator Smaling van de SP-fractie bleek ook niet gerust over het
proces dat is ingezet om te komen tot regionale uitvoeringsdiensten.
Hij vroeg de minister om de kosten van dit âhele circusâ een op papier
te zetten. Net als andere senatoren maakte Smaling zich ook zorgen
over de digitale ondersteuning van het ene loket. De minister erkent
dat de automatisering nog niet in orde is, maar dat zij hoopt in de
tweede helft van april te kunnen aangeven of dit nog op tijd in orde
komt. Afhankelijk daarvan zal zij besluiten om de Wabo eventueel op
een later datum in te voeren dan 1 juli 2010, bijvoorbeeld op 1
januari 2011.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal