---
Uitkomsten stakeholdersessies
"Demografische Veranderingen Fryslân"
Februari 2010
Verslag van 3,4 en 8 februari 2010
Demografische veranderingen in Fryslân
Lokale en regionale bevolkingsdaling is een vraagstuk van nu én de komende jaren. Hoewel
pas over enkele decennia de bevolking van Fryslân als geheel niet meer zal groeien, is in
vrijwel alle Friese gemeenten een afname van de groei en in sommige nu al een daling van het
aantal inwoners aan de orde. Daarnaast spelen vergrijzing, de veranderingen in de
huishoudensamenstelling en migratie een belangrijke rol. Nadere informatie over groei en krimp
in Fryslân is als bijlage bijgevoegd.
De provincie Fryslân organiseerde op 3, 4 en 8 februari vier thematische stakeholdersessies.
We spraken met elkaar over de mogelijke gevolgen van de demografische veranderingen en
verkenden oplossingsrichtingen. In deze notitie vatten we de uitkomsten van deze sessies op
hoofdlijnen samen.
Algemene bevindingen stakeholdersessies
Voor elk van de vier sessies geldt dat de opkomst goed was. De sfeer tijdens de bijeenkomsten
was constructief, waarbij krimp als ontwikkeling niet ter discussie werd gesteld. "Krimp is een
gegeven waar we mee te dealen hebben en daar moeten we zo verstandig mogelijk mee
omgaan." De deelnemers gaven aan het vraagstuk van demografische veranderingen serieus
te nemen. Hierbij werd de nuancering geplaatst dat op korte termijn krimp nog niet in elk dorp of
elke stad aan de orde is. De veranderende bevolkingssamenstelling daarentegen speelt overal.
Eén van de conclusies was dan ook dat we niet onnodig moeten problematiseren, maar wel met
realiteitszin tijdig op zoek moeten naar nieuwe innovatieve mogelijkheden. "Demografische
veranderingen dwingen tot innovatie, omdat huidige systemen en structuren zijn gericht op
groei."
Terugkerend onderwerp tijdens de verschillende sessies was samenwerking. "We praten wel
over de hele provincie, maar zijn toch vooral bezig met onze eigen gemeente of ons eigen
thema. Dat moet echt veranderen." "Alleen is niemand winnaar." De gesprekspartners vinden
dat we, naast samenwerking op regionale schaal, gebruik moeten maken van de kracht van de
dorpen en bewoners. Hiervoor moeten we werken aan bewustwording op de schaal van het
dorp. Krimp betekent ook dat lastige keuzes gemaakt moeten worden. Om deze keuzes te
kunnen maken, is tijdig werken aan bewustwording van belang.
Themasessie Wonen
Tijdens deze sessie is toegelicht dat de kwantitatieve vraag naar woningen tot 2020 zal blijven,
omdat er voorlopig niet of nauwelijks sprake zal zijn van huishoudensdaling. Wel is deze vraag
naar nieuwe woningen (soms beduidend) lager dan voorheen. Richting 2030 zal de vraag (nog)
verder afnemen. Ook de vraag naar woningtypen zal wel sterk veranderen. Verwacht wordt dat
meer seniorenwoningen nodig zijn, in plaats van starterswoningen en woningen voor het
middensegment. De deelnemers gaven aan dat bevolkingskrimp kan leiden tot een nog meer
ontspannen woningmarkt. "In het Noorden is al een ontspannen woningmarkt." Dit kan
vervolgens leiden tot waardedaling van woningen, langere verkooptijden, onverkoopbare
woningen, leegstand en hier en daar tot verpaupering. De gesprekspartners zien de signalen
hiervan in sommige gebieden al in de praktijk. Ze geven aan dat de economische crisis de
opgave sneller aan het licht heeft gebracht.
1
De demografische veranderingen vragen om aandacht en tijdige actie voor het beter laten
aansluiten van het aanbod van woningen op de behoeften van (toekomstige) bewoners.
"Aanbod schept geen vraag." Daarnaast zal volgens de deelnemers de woonopgave
gecombineerd moeten worden met bijvoorbeeld de zorgopgave. "Krimp is geen
eendimensionaal probleem." Ook voor flexibiliteit in het ontwerp van woningen en
schoolgebouwen is aandacht gevraagd, zodat gebouwen op een later moment andere functies
kunnen krijgen.
Bij het thema wonen gaat het niet alleen om `de stenen', maar zeker ook om leefbaarheid in de
kernen. "Een ontmoetingsplek is van groot belang voor de samenhang van de kern" en "een
kern moet geen rotte kiezen (lege plekken) bevatten".
Met aandacht voor kwaliteit, differentiatie, maatwerk en leefbaarheid moet het mogelijk zijn
voldoende druk te houden op de woningmarkt. Om zo waardedaling van woningen zo veel als
mogelijk te voorkomen of te beperken en de leefbaarheid te behouden.
Rode draad door deze bijeenkomst was: "Draag uit waar Fryslân sterk in is en denk en handel
vanuit de bestaande kwaliteit (rust, ruimte, landschap en cultuurhistorie)!"
Themasessie Economie, arbeidsmarkt en mobiliteit
Tijdens deze sessie is allereerst toegelicht dat volgens de prognoses de beroepsbevolking
vergrijst en met 8% zal afnemen tot 2030. Belangrijk is dan zicht te krijgen op hoe de vraag
naar arbeid zich gaat ontwikkelen. Het beeld is erg gedifferentieerd, zelfs binnen gemeenten.
De conclusie van de deelnemers was dan ook dat dit vraagt om een maatwerkaanpak. Zo zal
bijvoorbeeld de behoefte aan arbeid in de zorg door de demografische veranderingen (met
name de vergrijzing) de komende jaren toenemen. De deelnemers gaven aan dat de afname
van het aantal 25 tot 50 jarigen straks een probleem geeft voor de economische vitaliteit van de
dorpen en steden.
Economische vitaliteit hangt samen met kwalitatief goed onderwijs dat aansluit bij de vraag naar
arbeid. De verwachting is dat een mismatch ontstaat tussen vraag en aanbod (zowel qua
opleidingsniveau als het onderwerp waarin wordt opgeleid). De verwachting van de deelnemers
is dat een goede aansluiting tussen vraag en aanbod er onder ander aan bijdraagt dat jongeren
en hun kennis beter vastgehouden kunnen worden. Het bedrijfsleven lijkt, volgens de
deelnemers, nog onvoldoende op deze mismatch te anticiperen. Wel zijn er enkele voorbeelden
van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven om verdere mismatch te voorkomen.
Gepleit wordt voor een meer structurele samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Kansen voor economische vitaliteit en toekomstige werkgelegenheid worden gezien op het
gebied van recreatie en toerisme, watertechnologie, scheepsbouw, wellness, de mid-tech
industrie in de perifere gebieden van de IJsselmeerkust en Waddenkust en duurzame energie.
"Ga investeren in een eigen energiebedrijf." Het verzilveren van deze kansen vraagt volgens de
deelnemers wel om een investering van onderwijsinstellingen (MBO's en HBO's) om dat te
faciliteren. Realiteitszin en kwaliteit zijn hierbij de sleutelwoorden. Een gezamenlijk
toekomstbeeld is nodig om de koers te kunnen bepalen. De deelnemers benadrukken in dit
verband dat de schaal van de economische opgave groter is dan die van Fryslân. Kijk vooral
naar buiten en "Zie het Noorden als één economisch gebied, samen met Groningen en
Drenthe."
Volgens de gesprekspartners komt werk steeds verder van huis te liggen, wat meer mobiliteit
met zich meebrengt. Een goede infrastructuur is daarom belangrijk. Daarnaast wordt een
belangrijke toekomst gezien voor het glasvezelnet.
2
Themasessie Onderwijs, zorg en welzijn
Onderwijs
Ook in het onderwijs zijn de gevolgen van de demografische veranderingen voelbaar. Voor het
basisonderwijs is de urgentie hoog. Het leerlingenaantal neemt de komende tien jaar al af, in
sommige gemeenten met 20%. Volgens de aanwezigen bestaat hierdoor het risico dat de
kwaliteit van onderwijs onder druk komt te staan. Voor kleine scholen is het lastig gekwalificeerd
onderwijspersoneel aan te trekken en/of te behouden. Een daling van het aantal leerlingen stelt
partijen voor lastige keuzes over het clusteren of zelfs moeten sluiten van scholen. Dit heeft ook
gevolgen voor de gemeentefinanciën, omdat sluiting van scholen gepaard gaat met
desinvesteringen.
Tijdens deze sessie is ook aandacht gevraagd voor belemmerende wet- en regelgeving. Binnen
de bestaande regelgeving worden de financieringssystematiek voor het onderwijs1 en de
fusietoets2 als belemmerend ervaren. Er wordt ook gewerkt aan oplossingen. Door functies als
kinderopvang, onderwijs en voor- en naschoolse opvang onder één dak te plaatsen.
Samenwerking is ook hier noodzakelijk. Waarbij ook aandacht gevraagd wordt voor het verder
bevorderen van bewustwording binnen de onderwijsinstellingen.
Zorg en welzijn
Over het thema zorg is naar voren gebracht dat de vraag naar zorg de komende jaren (fors) zal
toenemen, vanwege de vergrijzing. Daarbij is ook naar voren gebracht dat eenzaamheid van
ouderen een steeds groter probleem wordt, dat vraagt om een verschuiving van middelen van
zorg naar welzijn. Deelnemers geven aan dat, zeker in het kader van de vergrijzing, de zorg in
samenhang met welzijn en wonen moet worden bekeken. "De demografische veranderingen
vragen om meer nadruk op de woon-, zorg- en welzijnsketen". Hierbij wordt opgemerkt dat het
maken van afspraken tussen woon-, zorg- en welzijnsinstellingen op gespannen voet kan staan
met verdergaande marktwerking in de zorg. Dit zet de continuïteit en de samenwerking onder
druk.
Net als in de sessie over wonen, werd ook nu veel gesproken over leefbaarheid. Op dit punt
leven met name een aantal verdiepingsvragen, zoals: Wanneer is een kern leefbaar? Wat
bepaalt de vitaliteit van een kern? Waar liggen de wensen en behoeften? Meer onderzoek is
nodig om deze vragen te beantwoorden.
Themasessie Bestuurskracht en financiering
Financiering
De ervaring van de deelnemers aan deze themasessie is dat de financiën van alle betrokken
partijen nu al onder druk staan, als gevolg van de economische crisis. Het bewustzijn is er dat
demografische verandering geld kost: transformatie- of frictiekosten en het terugvallen van de
verdiencapaciteit vanuit woningbouw. Waardestijging van onroerend goed is niet langer aan de
orde. "In bijvoorbeeld Holwerd is de waardevermindering een groot financieel probleem." De
financiële opgave is echter nog niet in beeld gebracht en het besef van de omvang van de
financiële druk op de begroting moet bij veel partijen nog komen. Een aantal aanwezigen is van
mening dat er zoveel verschillende factoren van invloed zijn, dat het uiteindelijke resultaat best
zou kunnen meevallen.
1 Hoe meer leerlingen een school heeft, hoe meer geld de school van de overheid krijgt. Ook de
achtergrond van leerlingen speelt een rol.
2 Scholen mogen niet zomaar fuseren. Scholen die willen fuseren, moeten laten zien dat dit ook echt
nodig is.
3
Bestuurskracht en samenwerking
Deze complexe opgave vraagt een visie (langer dan vier jaar), daadkracht en samenwerking,
tussen gemeenten, maar zeker ook met medeoverheden en maatschappelijke organisaties. De
oproep tijdens deze sessie was sterk gericht op de provincie: "Neem als provincie een grotere
rol in bovenregionale sturing of regie." De mate waarin verschilt door de sessies heen. Als
mogelijke rollen zijn benoemd "kwartiermaker, regisseur, eindbeslisser of coördinator". De
gesprekspartners gaven aan dat voor de provincie een rol is weggelegd om de gemeenten te
stimuleren om regionale structuur- en/of woonvisies te maken en de onderlinge concurrentie
tussen de gemeenten te bestrijden. "Scheidsrechter voor het nakomen van afspraken". De
partijen gaven aan dat deze stevigere rol van de provincie zeker niet altijd in dank zal worden
afgenomen, maar het is gezien de complexiteit van de opgave en de vereiste
bovengemeentelijke samenwerking nodig.
Zowel in deze sessie als in de sessie wonen is door de aanwezigen aangegeven dat het
vraagstuk van financiering in een krimpsituatie vraagt om creativiteit en nieuwe
financieringsinstrumenten. Als suggesties zijn genoemd: een "dorpsvernieuwingsfonds", een
"verwijderingsbijdrage voor een te slopen woning", of juist "een subsidie voor het uit de
voorraad halen van woningen", een "krimphypotheek" (een hypotheek met een garantie tegen
waardaling door krimp). Volgens een aantal aanwezigen is het daarnaast ook "pay back time
vanuit de grote steden"3.
Acties voor vervolg
Tijdens de stakeholdersessies spraken we ook over de door de provincie uitgevoerde analyse
`Groei en krimp in Fryslân', om deze te toetsen en te kijken op welke punten een aanscherping
noodzakelijk is. Het algemene beeld uit de analyse wordt onderschreven door de stakeholders.
Tijdens de bijeenkomsten kwam wel een aantal specifieke verdiepingsvragen naar voren:
· Inzicht in migratiepatronen en motieven voor verhuisbewegingen.
· Wat bepaalt de vitaliteit van een kern?
· Vraag naar voorzieningen: waar hebben bewoners echt behoefte aan? Welk
voorzieningenniveau is nodig om een kern leefbaar te houden?
· Hoe gaat de arbeidsvraag zich ontwikkelen tot 2030?
Op basis van antwoorden op dergelijke vragen kunnen we vervolgens bepalen: Wat is
beïnvloedbaar?
Voor het beantwoorden van deze vragen sluiten we zoveel mogelijk aan bij bestaande
initiatieven, bijvoorbeeld van de RuG en het kennisknooppunt krimp.
Naar een gezamenlijke `Beleidsagenda demografische verandering Fryslân'
Om adequaat te anticiperen op en om te gaan met mogelijke gevolgen van demografische
veranderingen in Fryslân, is de provincie voornemens om gezamenlijk met de stakeholders een
`Beleidsagenda Demografische Verandering' te ontwikkelen. De stakeholdersessies hebben
daar de basis voor gelegd.
De uitkomsten van deze sessies vormen de voorbereidingen voor een werkconferentie medio
april. U ontvangt hiervoor binnenkort een uitnodiging. Tijdens deze conferentie staat het samen
voorbereiden van de beleidsagenda centraal. Want, zoals de stakeholdersessies hebben laten
zien, vraagt de demografische ontwikkeling in Fryslân om samenwerking in een gezamenlijke
aanpak.
3 In de jaren '70 heeft het landelijk gebied bijgedragen aan financiering voor het aanpakken van
opgaven in de grote steden. Met "pay back time" wordt bedoeld dat de grote steden nu in financiële
zin zouden moeten bijdragen aan het aanpakken van de vraagstukken in de landelijke gebieden.
4
---- --
Provincie Friesland