Radboud Universiteit Nijmegen


Pb 10 - 40
Nijmegen, 10 maart 2010 EMBARGO TOT VANAVOND 19:00

Nature
Traag kloppende sterren van binnen anders dan gedacht

De eerste ononderbroken langdurige observatie van een slowly pulsating B-star is een doorbraak in het asteroseismologisch onderzoek. De sterren zitten anders in elkaar dan theoretisch werd voorspeld, schrijft een groep onder leiding van prof. Conny Aerts deze week in Nature. Conny Aerts is hoogleraar in Leuven en aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

De onderzoekers van het Instituut voor Sterrenkunde van de K.U.Leuven zijn er voor het eerst in geslaagd om vanuit de ruimte langdurige ononderbroken observaties te doen van een SPB-ster, met de observatiesatelliet CoRoT. SPB-sterren (slowly pulsating B-stars) zijn zware en relatief kortlevende sterren, die een sleutelrol spelen in de evolutie van het heelal. Ze pulseren met lange periodes van enkele uren of dagen, en dat maakt het mogelijk om informatie te verzamelen over de diepe interne structuur van de ster. De nieuwe observaties vanuit de satelliet die nu de basis van de Naturepublicatie vormen, laten een veel nauwkeuriger frequentiespectrum zien dan met een meting vanaf aarde mogelijk zou zijn.

Ster-bevingen
De studie van de pulsaties van sterren om zo iets te weten te komen over het binnenste van sterren heet asteroseismologie. Conny Aerts kreeg in 2008 een prestigieuze beurs om het vakgebied verder te ontwikkelen, een ERC Advanced Grant. Zoals de aardse seismologie metingen van aardbevingsgolven gebruikt om de structuur van de binnenkant van de aarde te verkennen, zo gebruikt de asteroseismologie variaties in helderheid van sterren, die optreden met een bepaalde periode en amplitude, afhankelijk van welke processen ze veroorzaken en van waar in de ster ze ontstaan.

SPB-sterren
Van de SPB-sterren werd verwacht dat die een zuivere convectiekern hebben met daaromheen een radiatieve buitenlaag. Daarbij verwachten de onderzoekers een evenredige verspreiding van de pulsatiefrequenties Maar dat is niet wat de observaties tonen: de pulsatiefrequenties zijn verschoven ten opzichte van het voorspelde patroon. Dat betekent dat die kern, waarin de kernfusieprocessen zich afspelen, geen zorgvuldig afgelijnde convectiezone is, zeggen de onderzoekers. 'Ten eerste zien we dat daar nog andere processen plaatsvinden, waarbij extra materiaal met de kern vermengd wordt. Dergelijke processen hebben een invloed op de levensduur van de ster, omdat ze extra brandstof leveren. Ten tweede kunnen we de grootte van de kern bepalen, en zien we dat hij een spoor van verbrandingstoffen achterlaat, omdat hij krimpt naarmate de ster ouder wordt.'

'Deviations from a uniform period spacing of gravity modes in a massive star' Pieter Degroote, Conny Aerts e.a., Nature 11 maart.


Noot voor de redactie,