MKB-Nederland

Bedrijfsleven en mbo slaan handen ineen

11 maart 2010
Bedrijfsleven en mbo slaan handen ineen

Nieuwe aanpak voor optimaal onderwijsaanbod voor 500.000 mbo'ers

Bedrijfsleven en mbo maken voortaan niet alleen bindende sectorale afspraken over de kwalificaties voor de opleidingen, maar ook over de beroepspraktijkvorming (stages) en de examenstandaarden. Met een in het bijzin van demissionair staatssecretaris Marja van Bijsterveldt getekende intentieverklaring moderniseren centrale sociale partners, MBO Raad en COLO (koepel kenniscentra) hun samenwerking. Deze moet leiden tot een efficiënter georganiseerd en kwalitatief hoogwaardiger middelbaar beroepsonderwijs.

Met hun handtekening onder de intentieverklaring leggen bedrijfsleven en onderwijs de basis voor een effectieve afstemming tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven, werkbare en arbeidsmarktgerichte kwalificaties, betrouwbare examinering, een adequate ondersteuning van de 200.000 leerbedrijven en met dit alles een optimaal onderwijsaanbod voor 500.000 mbo'ers.

De centrale sociale partners (MKB-Nederland, VNO-NCW, CNV en FNV), de MBO Raad en COLO zijn overeengekomen dat er sectorale en bindende afspraken komen over de (organisatie van) de examinering en het praktijkgedeelte van het mbo, waarbij bedrijfsleven en onderwijs op fifty-fifty basis zeggenschap krijgen. De nieuwe afspraken worden bindend voor de onderwijsinstellingen die voor een bepaalde sector opleiden, hetgeen overigens betekent dat de overheid de wet moet wijzigen.
Het onderwijs krijgt voorts een belangrijke stem in het bestuur van COLO, de koepelorganisatie van kenniscentra en meer zeggenschap in de kenniscentra. Ook daar worden de zetels voortaan op fifty-fiftybasis verdeeld.

De partijen benadrukken hiermee dat zij elkaar keihard nodig hebben en op gelijkwaardige basis moeten samenwerken om goed opgeleide vakmensen voor de arbeidsmarkt af te leveren.
De partijen wijzen erop dat deze inhoudelijke verbetering in het beroepsonderwijs alleen kans van slagen heeft als de overheid de komende jaren niet bezuinigt op de kenniscentra.