Rechtbank Leeuwarden


Aefides hoeft voorlopig niet terug te betalen aan Eurocommerce

Aefides hoeft voorlopig het geld, dat zij van Eurocommerce heeft geleend voor de financiering van een vastgoedproject, niet terug te betalen. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden beslist in een kort geding, dat Eurocommerce had aangespannen tegen Aefides. Volgens de voorzieningenrechter heeft Eurocommerce geen spoedeisend belang bij terugbetaling van het bedrag, terwijl dit wel een vereiste is om een geldvordering in kort geding toe te kunnen wijzen. Dit betekent dat Eurocommerce een bodemprocedure tegen Aefides zal moeten beginnen om het geld terug te krijgen van Aefides.

De voorzieningenrechter heeft tevens beslist dat de beslagen, die Eurocommerce ten laste van Aefides heeft gelegd, gehandhaafd blijven. Aefides had gevorderd deze beslagen op te heffen, omdat Eurocommerce geen vordering op haar zou hebben. Volgens Aefides heeft Eurocommerce bij het sluiten van een koopovereenkomst nadelige afspraken met huurders voor haar achtergehouden, als gevolg waarvan zij zich geen goed beeld heeft kunnen vormen van de juiste beleggingswaarde van het gekochte pand. Daardoor zou zij een te hoge koopsom hebben betaald. Bovendien had Eurocommerce volgens Aefides in de koopovereenkomst gegarandeerd dat zij geen afspraken met huurders had gemaakt, die nadelig voor Aefides zouden zijn. Aefides wil daarom dat de koopovereenkomst ongedaan wordt gemaakt. Het geleende bedrag van 2,5 miljoen euro zou dan volgens Aefides met de door Eurocommerce terug te betalen koopsom kunnen worden verrekend, zodat zij nu niets hoeft terug te betalen.

Volgens de voorzieningenrechter kan weliswaar niet worden uitgesloten dat de afspraken die Eurocommerce met huurders van het gekochte pand heeft gemaakt, nadelig zijn voor Aefides, maar staat dit in dit kort geding niet zonder meer vast. Er is daarom geen aanleiding om de gelegde beslagen op te heffen. De voorzieningenrechter heeft hier aan toegevoegd dat uit de beslissing over de beslaglegging volgt dat ook in het geval er wél een spoedeisend belang zou zijn geweest bij de vordering van Eurocommerce, deze vordering in kort geding toch zou zijn afgewezen omdat de vordering op Aefides niet in hoge mate aannemelijk is.

LJ Nummer


BL7138
Zie het origineel

Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 11 maart 2010