Senternovem

11-03-2010 | Lokale productie duurzame energie

"Gemeenten hebben momentum gecreëerd"

Dit is het derde deel van een drieluik over lokale gemeentelijke initiatieven op het gebied van energieproductie. Dit laatste luik belicht het thema vanuit het perspectief van de Interdepartementale Programmadirectie Energietransitie (IPE).

Juli vorig jaar werden aan minister Van der Hoeven van het ministerie van Economische Zaken Kamervragen gesteld over lokale gemeentelijke initiatieven op het gebied van duurzame energieproductie. Aanleiding voor deze vragen was onder meer een artikel in het NRC "De gemeente maakt de groene stroom zelf". Het leek een trend te worden: steeds meer gemeenten dachten na over het oprichten van een eigen lokaal energiebedrijf om zo in te spelen op de behoefte aan duurzame energie. Hoe heeft die trend zich het afgelopen jaar ontwikkeld? Een gesprek met Heleen Koopal van de interdepartementale Programmadirectie Energietransitie.

De eerste vraag die je eigenlijk moet stellen is waar het om gaat als een gemeente een eigen energiebedrijf opzet, benadrukt Koopal. "Gaat het dan over de productie van energie, of ook over de distributie en exploitatie richting consument. Afhankelijk van het speelveld is verschillende wet- en regelgeving aan de orde. Zodra een gemeente bijvoorbeeld financieel participeert (en ook bij een subsidie is dat het geval) dan is er over het algemeen al sprake van staatssteun en vanaf twee ton beoordeelt Brussel of dat toelaatbaar is of niet. Dat maakt het veel ingewikkelder dan wanneer een gemeente puur stimulerend en faciliterend optreedt. Daarnaast is het ook van belang gas, elektriciteit en warmte van elkaar te onderscheiden, want voor elk geldt weer andere regelgeving. Dat maakt het complex om een eigen energiebedrijf op te zetten."

Groter accent op stimuleren van lokale initiatieven De ambities van gemeenten om klimaatneutraal te worden zijn onverminderd groot. Dat is een trend die zeker doorzet, zegt Koopal. "Maar gemeenten zijn zich er veel bewuster van geworden dat bij het opzetten van een eigen energiebedrijf veel komt kijken. Het kennisniveau is enorm toegenomen. En wat je ziet is dat waar veel gemeenten in eerste instantie riepen: we gaan een eigen lokaal energiebedrijf oprichten, gemeenten nu vooral ook kijken hoe ze lokale initiatieven van andere partijen kunnen stimuleren en nadenken over de rol die ze daarbij kunnen vervullen. Die rol hoeft niet per definitie te zijn dat ze zelf de touwtjes in handen nemen."

Rol markt essentieel bij opschaling
Dat gemeenten het onderwerp van lokale productie van duurzame energie omarmd hebben, heeft naar het idee van Koopal een heel belangrijke rol gespeeld in het momentum dat is gecreëerd: "Het heeft ook de traditionele energieleveranciers als het ware 'uit de tent gelokt' om veel serieuzer na te denken over decentrale duurzame energieopwekking en over de vraag hoe dat mogelijk is binnen een rendabel businessmodel. Dat vind ik echt opvallend. Voor gemeenten is het natuurlijk erg interessant om die beweging te zien: zij kunnen vervolgens naar mogelijkheden zoeken om samen op te trekken. Dat is absolute winst; ik denk dat er in de publiek-private sfeer heel veel mogelijk is. Het gaat er om dat het niet bij een mooi voorbeeldproject in een bepaalde gemeente blijft, maar dat projecten herhaald kunnen worden in andere gemeenten, steden en regio's. En bij die opschaling is de rol van de markt naar mijn overtuiging essentieel."

Op 14 en 15 april vind een congres plaats over het opzetten van lokale duurzame energiebedrijven. Meer informatie hierover vindt u op de website van het congres.
Wijzigingsdatum | 10-03-2010