Senternovem

11-03-2010 | Taskforce onderzoekt businesscase Windenergie op zee

Aad Veenman: Nederland moet goed beslagen ten ijs komen

De ruimte voor windmolens op het Nederlandse land is beperkt. Om toch voldoende duurzame energie op te kunnen wekken kunnen windmolenparken in zee uitkomst bieden. Nederland heeft zichzelf ten doel gesteld om in 2020 windturbines met een totaal vermogen van 6.000 Megawatt op zee gerealiseerd te hebben. Bij een vermogen van 3 megawatt per turbine (de huidige standaard) gaat het dan om 2.000 turbines.

Offshore windenergie is een betrekkelijk jonge markt met veel onzekerheden; niet vreemd, want er is nog weinig ervaring opgedaan met deze techniek. De realisatie van 6.000 Megawatt is dan ook geen sinecure. Temeer daar de inzet van een groot aantal partijen noodzakelijk is: projectontwikkelaars, energiebedrijven, offshore-bouwers, turbinefabrikanten, leveranciers van elektrische infrastructuur en financiële instellingen. Om de doelstelling voor 2020 te halen zal de planning van al deze partijen bijvoorbeeld naadloos op elkaar aan moeten sluiten; een complexe businesscase.

Opdracht taskforce Windenergie op zee
Om inzicht te krijgen in de voor het behalen van de doelstelling noodzakelijke aanpak, mogelijke belemmeringen en oplossingen daarvoor, heeft minister Van der Hoeven (EZ) medio vorig jaar de 'taskforce Windenergie op zee' ingesteld. Aad Veenman, voormalig topman van de NS, kreeg als voorzitter van deze taskforce de ruime opdracht mee de minster te adviseren over de businesscase en tevens advies aan haar uit te brengen over de manier waarop bedrijfsleven en overheid optimaal kunnen samenwerken. Begin januari vond de tussenrapportage plaats en in april dit jaar verwacht Veenman de minister een definitief advies te kunnen doen toekomen.

Internationale context van groot belang
Hoewel hij niet vooruit wil lopen op het uit te brengen advies, geeft Veenman al wel aan dat het verkrijgen van vergunningen en het ingekleurd krijgen van het financiële plaatje voor de benodigde investeringen, belangrijke thema's zijn. "Het is daarbij van groot belang de internationale context heel helder in het oog te houden, want de vraag is: is het voor internationale investeerders - zij zullen een belangrijke rol moeten spelen - interessant om in Nederland in wind op zee te investeren. Dat betekent dus ook dat je de vraag moet stellen hoe het Nederlandse stelsel van subsidieverstrekking of bijdrageverstrekking werkt ten opzichte van andere landen. Kunnen we ons daarin zodanig onderscheiden dat we aantrekkelijk zijn voor internationale partijen?"

Vissen in dezelfde vijver
Belangstelling van marktpartijen voor windenergie op zee is er zeker, zegt Veenman. "Daarvoor hoef je bij wijze van spreken de krant maar open te slaan. Maar we zijn niet het enige land doelstellingen heeft op het gebied van windenergie op zee. In Duitsland gebeurt momenteel heel veel en ook in Engeland zit het tempo er flink in. Veel landen willen in 2020 of daaromtrent belangrijke stappen hebben gezet. Dat betekent dus dat we allemaal in dezelfde vijver aan het vissen zijn als het gaat om de middelen en mogelijkheden die er zijn. Ik hoop daarom dat we er als taskforce aan kunnen bijdragen dat Nederland goed beslagen ten ijs komt en we mijlen kunnen maken bij de realisatie van windenergie op zee."

Meer informatie

EnergieTransitie Platform Duurzame Elektriciteitsvoorziening Wijzigingsdatum | 11-03-2010