Gerechtshof Amsterdam beslist dat mededingingsboete niet (deels)
aftrekbaar is
Amsterdam, 11 maart 2010 - De belastingkamer van het gerechtshof
Amsterdam heeft schriftelijk uitspraak gedaan in twee zaken die
betrekking hebben op de fiscale aftrekbaarheid van een (doorbelaste)
mededingingsboete.
De eerste zaak betreft X BV, een Nederlandse dochtervennootschap van
een internationaal concern. In 2002 heeft de Europese Commissie (de
Commissie) aan X KG, een in Duitsland gevestigde groepsvennootschap,
een boete van ⬠85,8 mln opgelegd wegens overtreding van het Europese
mededingingsrecht door die groep (verboden prijsafspraken, een inbreuk
op art. 81 van het EG-Verdrag). De Duitse KG heeft van de boete ⬠2,5
mln aan X BV doorbelast. X BV vindt dat deze kosten in aftrek kunnen
komen van haar fiscale winst. De Belastingdienst meent van niet, omdat
art. 3.14 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) dit
verbiedt.
De rechtbank Haarlem heeft X BV in het gelijk gesteld, omdat de door
de Commissie opgelegde boete voor een deel niet een boete zou zijn als
bedoeld in art. 3.14 van de Wet IB 2001. Dit betreft het deel van de
boete dat ertoe zou hebben gestrekt om aan X BV het âwederrechtelijk
genoten voordeelâ te ontnemen.
De Belastingdienst is tegen deze beslissing in hoger beroep gegaan bij
het gerechtshof. In deze procedure heeft zich ook de Commissie
gemengd. Over de vraag of de Commissie in een fiscale procedure
schriftelijke opmerkingen mag maken heeft het gerechtshof op 12
september 2007 vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EG. Het
Hof van Justitie heeft op 11 juni 2009 beslist dat de Commissie
daartoe bevoegd is.
Vervolgens heeft het gerechtshof de Commissie tot het maken van
opmerkingen en tot het geven van een toelichting ter zitting in staat
gesteld. Voorzover bekend is dit voor het eerst dat de Commissie op
deze wijze bij een fiscale procedure betrokken is.
Het gerechtshof heeft vandaag geoordeeld dat de in art. 3.14 van de
Wet IB 2001 opgenomen aftrekuitsluiting geen ruimte biedt om
onderscheid te maken tussen een (niet aftrekbaar) bestraffend
gedeelte, en een (wel aftrekbaar) voordeelontnemend gedeelte. X BV mag
de Europese mededingingsboete dus niet van de winst aftrekken.
De tweede zaak is vergelijkbaar met de eerste. Het gaat daarin om een
door de Nederlandse Mededingings Autoriteit (NMA) opgelegde boete
wegens overtreding van art. 6 van de Mededingingswet (en art. 81 van
het EG-Verdrag).
Mede onder verwijzing naar zijn beslissing in de eerste zaak heeft het
gerechtshof beslist dat de door de NMA opgelegde boete niet aftrekbaar
is.
LJ Nummers
BL7052
BL7056
Zie het origineel
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 11 maart 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie