Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Lelystad, 11 maart 2010

DEFINITIEVE JAARCIJFERS 2009

FORNIX REALISEERT HOGERE NETTOWINST BIJ LICHT LAGERE OMZET EN KEERT NETTOWINST WEDEROM VOLLEDIG UIT ALS DIVIDEND


* Beroep tegen afwijzing registratie Oralgen(TM) Graspollen ongegrond verklaard; hoger beroep bij Raad van State overwogen;
* Strategische heroriëntatie nog in volle gang;
* Voorstel superdividend wordt geagendeerd voor komende aandeelhoudersvergadering.

Kerncijfers 2009
In miljoenen euro's
(behalve de bedragen per aandeel)

2009

2008

Toe-/(afname)
Omzet

37,8

39,8

(5,2%)
Bruto resultaat

30,4

32,9

(7,4%)

Overige bedrijfsopbrengsten

0,3

0,2

23,1%

Som der kosten 1)

16,8

20,5

(17,8%)


1) waarvan kosten in allergieonderzoek


3,4


5,8

(41,4%)
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT)


13,9


12,6


10,0%
Netto financieringsbaten/-lasten

0,9


1,3

(30,1%)
Winst vóór belastingen


14,8


13,9


6,3%
Winst na belastingen


11,0


10,3


7,6%
Winst per aandeel

EUR 1,43

EUR 1,39


2,9%

Hoofdpunten 2009

* Nettowinst stijgt 7,6% tot ¤ 11,0 miljoen bij 5,2% lagere omzet;
* Winst per aandeel neemt met 2,9% toe tot ¤ 1,43 (2008: ¤ '¬ 1,39);
* Wederom voorstel tot uitkering van volledige winst van ¤ 11,0 miljoen als (keuze)dividend;
* EBIT 10,0% hoger op ¤ 13,9 miljoen door daling van vooral de onderzoekskosten met ¤ 2,4 miljoen;
* Omzet Allergiedivisie daalt 10,6% tot ¤ 26,1 miljoen vooral door onzekere marktomstandigheden in laatste kwartaal;
* Desondanks leidende Nederlandse marktpositie (circa 70%) in sublinguale immunotherapie behouden;
* Ondanks positieve uitkomsten van vervolgstudie met Oralgen(TM) Graspollen: opnieuw afwijzing van registratieaanvraag: beroep tegen afwijzing hervat bij Rechtbank Zwolle;
* Uitblijven registratie en marktregulering door overheid noopt tot diepgaande strategische heroriëntatie;
* Vergoeding allergeenproducten Oralgen(TM) Pollen en Oralgen(TM) Huisstofmijt via rechtspraak verzekerd tot 1 juli 2012, of zoveel eerder als onherroepelijk over registratie is beslist;
* Aanhoudende onduidelijkheid in de markt rondom toelating van niet-geregistreerde allergeenproducten;
* Interim-resultaten eerste jaar driejarige Oralgen(TM) Graspollen-studie worden in een latere fase van de studie bekend gemaakt;
* Omzet Artu Biologicals Deutschland verdubbeld tot ¤ 2,8 miljoen vooral dankzij medische hulpmiddelen;
* EBIT Artu Biologicals Deutschland ¤ 0,2 miljoen positief vergeleken met ¤ 0,7 miljoen negatief in 2008;
* Omzet divisie Medische Hulpmiddelen daalt 4,5% tot ¤ 9,3 miljoen in 2009 door prijsmaatregelen en parallelimport;
* EBIT divisie Medische hulpmiddelen daalt naar ¤ 2,4 miljoen (2008: ¤ 2,6 miljoen); verlies van tweetal distributieovereenkomsten met ingang van 2010;
* Nieuwe General Manager bij de divisie Medische Hulpmiddelen aangesteld per 1 januari 2010;
* Financiële uitgangspositie blijft onverminderd sterk.

Gebeurtenissen na balansdatum

* De bestuursrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft eind februari 2010 het beroep van Fornix tegen het weigeringsbesluit inzake registratie van Oralgen(TM) Graspollen van het CBG ongegrond verklaard. Hoger beroep bij de Raad van State wordt overwogen;
* Hierbij is er een kans dat een onherroepelijk besluit inzake de registratieaanvraag van Oralgen(TM) Graspollen door de Raad van State al in 2011 wordt genomen;
* Superdividend op agenda aandeelhoudersvergadering in licht van uitstekende kaspositie;
* Strategische heroriëntatie nog in volle gang.

Vooruitzichten 2010
Gezien de aanhoudend onzekere factoren in onze markten en de nog immer ongewisse situatie rond de registratie wordt op dit moment geen verwachting voor de omzet- en winstontwikkeling voor 2010 afgegeven.

CEO Cees Bergman over de resultaten van Fornix in 2009: 'Voor Fornix BioSciences was 2009 een jaar waarin externe factoren tot onduidelijkheid en onzekerheid leidden in de markt voor allergeenproducten, maar ook binnen Fornix zelf. Wederom werd ons registratieverzoek na een in onze ogen grondige en overtuigende klinische studie door het CBG afgewezen. Ook de beroepsprocedure tegen de eerdere afwijzing viel niet in ons voordeel uit. Hoger beroep bij de Raad van State wordt overwogen. De overheid trachtte de markt voor niet-geregistreerde allergeenproducten te reguleren, hetgeen na juridische procedures door derden weer ongedaan werd gemaakt. Gelukkig wisten we via juridische procedures de vergoeding voor onze belangrijkste Oralgen(TM) allergeenproducten tot 1 juli 2012, of zoveel eerder als onherroepelijk over registratie is beslist,,zeker te stellen. Hierdoor blijft Fornix voorlopig cashflowpositief.'

Voor Fornix BioSciences N.V. (Euronext Amsterdam: AFORBI) was het jaar 2009 wederom een veeleisend en turbulent jaar, ondermeer door overheidsreglementering inzake vergoeding en toelating van niet-geregistreerde allergeenproducten en juridische procedures die Fornix BioSciences heeft moeten voeren in verband met registratie en vergoeding van haar belangrijkste Oralgen(TM) producten. De nettowinst kwam hoger uit dan in 2008, maar de omzet nam door de lastige marktomstandigheden en ingrepen vanuit de overheid en zorgverzekeraars licht af bij zowel de Nederlandse allergie- alsook bij de medische-hulpmiddelen-activiteiten. Artu Biologicals Deutschland presteerde conform verwachting goed. De omzet werd verdubbeld. Bovendien was sprake van een positieve EBIT, waar in 2008 nog verlies geleden werd door aanloopkosten.

De nettowinst kwam ten opzichte van 2008 7,6% hoger uit op ¤ 11,0 miljoen, waar in november 2009 nog werd gerekend met ¤ 10,2 miljoen. De EBIT kwam 10,0% hoger uit op ¤ 13,9 miljoen (2008: ¤ 12,6 miljoen). De winststijging ten opzichte van 2008 is voornamelijk toe te schrijven aan een daling van de kosten, met name op het gebied van klinisch onderzoek binnen de Allergiedivisie.

De Duitse dochteronderneming presteerde goed met een verdubbeling van de omzet waarmee voor het eerst een positieve bijdrage aan de winst van de onderneming werd geleverd. De omzet van Fornix BioSciences kwam 5,2% lager uit op ¤ 37,8 miljoen (2008: ¤ 39,8 miljoen). Deze afname kwam hoofdzakelijk voor rekening van de Allergiedivisie, die vooral in het laatste kwartaal te maken kreeg met een stevige omzetdaling vooral door aanhoudende onduidelijkheid ten aanzien van de toelating en vergoeding van niet-geregistreerde allergeenproducten.

De aanvankelijk per 1 oktober 2009 van kracht geworden regelgeving voor deze producten is inmiddels al weer ingetrokken. Een definitieve regeling wordt niet eerder verwacht dan nadat aanpassing van een nieuw wetsartikel heeft plaatsgevonden. De vergoeding van de belangrijkste allergeenproducten van de onderneming, Oralgen(TM) Pollen en Oralgen(TM) Huisstofmijt, is na een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag tot 1 juli 2012, of zoveel eerder als onherroepelijk over registratie is beslist, zekergesteld. Hierbij is er een kans dat een onherroepelijk besluit inzake de registratieaanvraag van Oralgen(TM) Graspollen door de Raad van State al in 2011 wordt genomen.

Omzet en EBIT per divisie / onderdeel

Omzet
EBIT
In ¤ mln.

2009

2008

2009

2008
Allergiedivisie

26,1

29,2

12,5

12,7
Artu Biologicals Deutschland

2,8

1,4
0,2
(0,7)
Divisie Medische Hulpmiddelen

9,3

9,7

2,4

2,6
Eliminatie
(0,4)
(0,5)
-
-
Totaal segmenten

37,8

39,8

15,1

14,6
Overige
-
-
(1,2)
(2,0)
Totaal Fornix BioSciences

37,8

39,8

13,9

12,6

Allergiedivisie
Ondanks turbulente marktomstandigheden wist de Allergiedivisie in Nederland haar marktaandeel in het afgelopen jaar op het hoge niveau van circa 70% te behouden. Door de genoemde onzekerheid in de markt en een voortgaand uittreden van patiënten die na de reguliere drie tot vijf jaar stoppen met de immunotherapie, daalde de omzet van de Allergiedivisie met 10,6% tot ¤ 26,1 miljoen (2008: ¤ 29,2 miljoen). De EBIT van de Allergiedivisie kwam uit op ¤ 12,5 tegen ¤ 12,7 in 2008. Deze ten opzichte van de omzetdaling relatief geringe afname had vooral te maken met de daling van de kosten voor klinisch onderzoek met 41,4% naar ¤ 3,4 miljoen. In de loop van het verslagjaar werd de start van twee geplande fase II/III-onderzoeken naar de werking van Oralgen(TM) Boompollen en Oralgen(TM) Huisstofmijt uitgesteld, hangende de uitkomsten van de verschillende procedures en wetgevingstrajecten met betrekking tot niet-geregistreerde allergeenproducten in Nederland.

Artu Biologicals Deutschland
In Duitsland verliep de omzetontwikkeling volgens verwachting. De omzet werd verdubbeld tot ¤ 2,8 miljoen (2008: ¤ 1,4 miljoen) door een sterke ke groei van met name de medische hulpmiddelen. De EBIT kwam uit op ¤ 0,2 miljoen positief, waar deze in 2008 nog ¤ 0,7 miljoen negatief was.

Divisie Medische Hulpmiddelen
Bij de divisie Medische Hulpmiddelen daalde de omzet tot ¤ 9,3 miljoen (2008: ¤ 9,7 miljoen) en de EBIT tot ¤ 2,4 miljoen (2008 ¤ 2,6 ,6 miljoen) vanwege aanhoudende prijs- en margedruk en toegenomen parallelimport. In de loop van het afgelopen jaar werd het duidelijk dat twee relatief belangrijke distributiecontracten in 2010 niet zullen worden verlengd. Per 1 januari 2010 is een nieuwe General Manager bij de divisie aangesteld.

Rechtmatigheid vergoeding
In het afgelopen jaar is er door de overheid geïntervenieerd in de nog ongereglementeerde markt van niet-geregistreerde allergeenproducten. Volgens nieuwe regelgeving per 1 oktober 2009 mochten niet-geregistreerde allergeenproducten uitsluitend nog in een zeer beperkt aantal gevallen beschikbaar worden gesteld aan nieuwe patiënten. Inmiddels zijn deze besluiten weer teruggedraaid op geleide van juridische procedures die succesvol waren aangespannen door een tweetal andere allergeenfabrikanten.

Dankzij een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in september 2009 weet Fornix BioSciences zich verzekerd van vergoeding van haar belangrijkste Oralgen(TM) (Pollen en Huisstofmijt) producten tot 1 juli 2012, of zoveel eerder als onherroepelijk op de registratieaanvragen voor deze producten is beslist. Hierbij is er een kans dat een onherroepelijk besluit inzake de registratieaanvraag van Oralgen(TM) Graspollen door de Raad van State al in 2011 wordt genomen. Naast één geregistreerd alternatief met weliswaar een andere toedieningsvorm, zijn deze producten momenteel strikt genomen dan ook de enige sublinguale (toediening onder de tong) allergeenproducten waarvan de toelating en vergoeding is zeker-gesteld. Derhalve verwacht Fornix BioSciences haar sterke marktpositie op dit gebied voorlopig te kunnen handhaven.

Klinische ontwikkeling en registratie
In het verlengde van de vergoedingsproblematiek speelt nog immer de registratiekwestie rond Oralgen(TM) Graspollen. Nadat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) in maart 2009 in de uitkomsten van een vervolgonderzoek van een pan-Europese studie naar de effectiviteit en veiligheid van Oralgen(TM) Graspollen geen aanleiding zag om de eerdere afwijzing van de registratieaanvraag voor dit geneesmiddel te herzien, is het aangehouden beroep tegen een eerdere afwijzing bij de Rechtbank Zwolle doorgezet. Dit heeft geleid tot een zitting in november 2009. Op 26 februari 2010 heeft de Rechtbank te Zwolle het beroep van Fornix BioSciences tegen de eerder afgegeven weigering van de registratieaanvraag afgewezen. Fornix overweegt momenteel of een hoger beroep ingesteld zal worden tegen deze uitspraak bij de Raad van State.

Intussen is in het kader van het Clinical Development Plan in 2008 een nieuwe meerjarige klinische fase III-studie AB0801 gestart naar de effectiviteit en veiligheid van Oralgen(TM)Graspollen. De eerste interim-analyse is eind december 2009 afgerond. De uitkomsten van deze interim-analyse worden in een latere fase van de studie bekend-gemaakt om de wetenschappelijke integriteit van het vervolg van de studie en de beoordeling van de data door de registratieautoriteiten niet in gevaar te brengen.

Vanwege de teleurstellende afwijzing van de resultaten van de Oralgen(TM) Graspollenvervolgstudie door het CBG in maart 2009, besloot Fornix BioSciences medio 2009 om de voorgenomen klinische fase-II/III studies met de producten Oralgen(TM) Boompollen en Oralgen(TM) Huisstofmijt voorlopig 'on hold' te zetten. Al met al namen door bovengenoemde besluiten in 2009 de kosten voor klinisch onderzoek met 41,4% af tot ¤ 3,4 miljoen.

Wederom volledige winst als dividend, superdividend besproken op AVA Fornix BioSciences zal tijdens de komende Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 23 april 2010 aan de aandeelhouders voorstellen om evenals over de voorafgaande drie jaren de volledige nettowinst van ¤ 11,0 miljoen over 2009 als (keuze)dividend uit te keren. De onderneming doet dit voorstel omdat de ruime liquiditeitspositie op dit moment geen nadere aanvulling behoeft. Derhalve zal het voorgestelde dividend per aandeel over 2009 ¤ 1,43 bedragen, vergeleken met ¤ 1,39 over 2008. Het reeds in september 2009 uitgekeerde interim-dividend ad ¤ 0,65 zal uiteraard hierop in mindering worden gebracht. Het financiële fundament van de onderneming blijft ferm met een kaspositie van meer dan ¤ 35 miljoen. Uit signalen van sommige aandeelhouders is gebleken dat een eventuele gedeeltelijke uitkering van de kaspositie geapprecieerd zal worden. Temeer omdat het doen van 'internationale' acquisities voorlopig afhankelijk is gesteld van het eerst verkrijgen van registratie. Tenslotte is dat de reden geweest dat deze kaspositie is aangehouden. Vandaar dat wij voornemens zijn het onderwerp superdividend voor de komende Algemene Vergadering van Aandeelhouders te agenderen.

Resultaten algemeen

Omzet
De omzet van de Allergiedivisie, Artu Biologicals Deutschland en de divisie Medische Hulpmiddelen kwam in 2009 licht lager uit op ¤ 37,8 miljoen tegen ¤ 39,8 miljoen in 2008. De daling van de omzet werd veroorzaakt door een daling met 10,6% van de omzet binnen de Allergiedivisie en een lichte daling van de omzet bij de divisie Medische Hulpmiddelen.

Brutomarge
De brutomarge (in de jaarrekening brutoresultaat) is over het afgelopen boekjaar uitgekomen op ¤ 30,4 miljoen, ofwel 80,6 % van de omzet. Dit betekent een daling van 7,4% ten opzichte van de brutomarge in 2008 (¤ 32,9 miljoen).

Overige bedrijfsopbrengsten
De overige bedrijfsopbrengsten van ¤ 0,3 miljoen (2008: ¤ '¬ 0,2 miljoen) betreffen in 2009 hoofdzakelijk subsidies, in 2008 voornamelijk subsidies en doorbelasting van kosten aan de per 1 oktober 2007 gedesinvesteerde Handelsdivisie.

Kosten
De kosten bedroegen over 2009 ¤ 16,8 miljoen tegenover ¤ '¬ 20,5 miljoen over 2008, derhalve een daling van ¤ 3,6 miljoen ofwel 17,8%. De kostendaling is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan fors afgenomen kosten voor het Clinical Development Plan tot ¤ 3,4 miljoen in 2009 ten opzichte van ¤ 5,8 miljoen in 2008, een daling met ¤ 2,4 miljoen ofwel 41,4%. Daarnaast zijn de kosten voor het aandelenplan in 2009 ruim ¤ 0,5 miljoen lager uitgekomen in vergelijking met 2008. Bij het bepalen van de kosten 2009 is in afwijking van de tot en met 2008 gehanteerde gedragslijn rekening gehouden met in 2009 niet geleverde, alsmede met de naar verwachting in de komende jaren niet te leveren aandelen.

EBIT en nettowinst
Door deze lagere kosten kon de EBIT met 10,0% stijgen van ¤ 12,6 miljoen naar ¤ 13,9 miljoen. De nettowinst van Fornix BioSciences nam met 7,6% toe van ¤ 10,3 miljoen in 2008 naar ¤ 11,0 miljoen over het afgelopen boekjaar. De winst van ¤ 11,0 miljoen zal, vanwege de sterke kaspositie, onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, volledig aan aandeelhouders worden uitgekeerd in de vorm van een (keuze)dividend.

Financiering
Fornix BioSciences wordt hoofdzakelijk gefinancierd vanuit het eigen vermogen. Dit eigen vermogen bedroeg ultimo 2009 ¤ 54,8 miljoen, ofwel 90% van het balanstotaal (ultimo 2008: 86%). Fornix BioSciences heeft geen kredietfaciliteit.

Overige balansposities
De waarde van de voorraad bedroeg ultimo 2009 ¤ 4,3 miljoen (ultimo 2008: ¤ 3,7 miljoen), derhalve een toename van 14,6%. De voorraad van de Allergiedivisie bedroeg ultimo 2009 ¤ 2,8 miljoen, vergeleken met ¤ 2,6 ,6 miljoen ultimo 2008. De debiteurenportefeuille nam per 31 december 2009 met 20,5% af tot ¤ 4,1 miljoen (2008: ¤ 5,2 miljoen), bij een nagenoeg gelijkblijvende krediettermijn debiteuren. De post Handelsschulden daalde van ¤ 2,6 miljoen ultimo 2008 tot ¤ 1,3 miljoen per 31 december 2009.

Gezonde liquiditeitspositie
Dankzij de gezonde resultaten van alle onderdelen (Allergiedivisie, Artu Biologicals Deutschland en divisie Medische Hulpmiddelen) was de liquiditeitspositie ook per eind 2009 uitstekend. Fornix BioSciences is schuldenvrij en beschikte per 31 december 2009 over ¤ 35,2 miljoen aan liquide middelen (2008: ¤ 32,0 miljoen). Bovendien heeft de onderneming voor een bedrag van ¤ 2,3 miljoen (op basis van de slotkoers per 31 december 2009) aan eigen aandelen in portefeuille. Ten aanzien van deze ruime kaspositie zal de Directie een voorstel formuleren voor een zogeheten superdividend en dit voorleggen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het voorstel zal recht doen aan de benodigde kaspositie bij de te volgen strategische richting van de onderneming.

Strategie en doelstellingen Fornix BioSciences

De kerncompetentie en -activiteit van Fornix BioSciences is de ontwikkeling en de marketing van sublinguale immunotherapieproducten voor patiënten met inhalatieallergie. Fornix BioSciences heeft zich op dit gebied in de afgelopen elf jaar met een marktaandeel van circa 70% ontwikkeld tot de onbetwiste marktleider in Nederland. De strategie was de afgelopen jaren meer en meer gericht op de verdere (internationale) uitbouw van deze activiteit. Leidraad daarbij zou zijn om op basis van registratie van Oralgen(TM) Graspollen in Nederland, ook in andere Europese landen via de wederzijdse erkenningprocedure registratie te verkrijgen en via overnames verkooporganisaties op te zetten. Voor de divisie Medische Hulpmiddelen was de strategie gericht op autonome groei.

De strategie van Fornix BioSciences is in het afgelopen jaar door de sterk veranderde omstandig- heden inzake de registratieaanvraag van Oralgen(TM) Graspollen, de eerder aangekondigde restricties van de overheid ten aanzien van de toelating van allergeenproducten en de daaruit voortvloeiende nieuwe vergoedingssystematiek, aan een herijking onderworpen. Daarbij werden alle mogelijke strategische opties tegen het licht gehouden, met inachtneming van de volgende aandachtspunten:
* optimalisatie van de stakeholdersbelangen;
* de impact van registratie op de toekomst van Fornix BioSciences;
* de impact van de vergoedingsstatus op de toekomst van Fornix BioSciences;
* beschermingsmogelijkheden van het distributienetwerk in Nederland;
* het aangaan van strategische samenwerking;
* de huidige twee divisiestrategieën;

* nadruk op diagnostische en therapeutische allergeenproducten; groei divisie Medische Hulpmiddelen bij voorkeur op autonome basis. Op basis van alle onzekerheden is Fornix BioSciences in 2009 continu bezig geweest met het evalueren van alle beschikbare opties voor de onderneming als geheel, alsook voor de Allergiedivisie en de divisie Medische Hulpmiddelen afzonderlijk. De uitkomsten van deze verkenningen zijn recentelijk nog beïnvloed door de uitspraak van de Rechtbank te Zwolle en zullen op zo kort mogelijke termijn tot een definitieve keuze moeten leiden.

Resultaten per divisie

Allergiedivisie
(x ¤ miljoen)

2009

2008

2007
Netto-omzet

26,1

29,2

28,9
EBIT

12,5

12,7

13,8
Aantal medewerkers per 31 december

87

85

83

Dochter Artu Biologicals Europe vormt de Allergiedivisie en is in Nederland actief op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar en de ontwikkeling en verkoop van diagnostische en therapeutische allergeenproducten voor patiënten met een inhalatieallergie. De divisie is reeds jaren de meest winstgevende van Fornix met voornamelijk haar allergeenproducten als Oralgen(TM) en het reeds geregistreerde veterinair allergeenproduct Artuvetrin(TM). Voor de verdere ontwikkeling van deze producten en de uiteindelijke registratie ervan is een omvangrijk Clinical Development Plan operationeel dat nog vele jaren en substantiële investeringen zal vergen. De onderneming Artu Biologicals Deutschland behoort niet langer tot de Allergiedivisie. De gang van zaken van Artu Biologicals Deutschland wordt separaat toegelicht.

De Allergiedivisie, bestaande uit Artu Biologicals Europe realiseerde in 2009 met 87 (2008: 85) medewerkers, door de onzekerheid bij artsen, apotheken en patiënten over beschikbaarheid en vergoeding, maar ook vermoedelijk door de onzekerheid ten aanzien van registratie een daling van de omzet met 10,6% tot ¤ 26,1 miljoen (2008: ¤ 29,2 miljoen). In de eerste maanden maar vooral in het laatste kwartaal van 2009 had Artu Biologicals, maar ook de gehele markt, hier last van. Bovendien nam ook dit jaar het aantal patiënten dat gereed is met de therapie na de reguliere behandelperiode van drie tot vijf jaar, relatief gezien weer sterker toe. Desondanks behield Artu Biologicals haar dominante Nederlandse marktaandeel van circa 70%.

De EBIT van de Allergiedivisie daalde licht van ¤ 12,7 miljoen in 2008 naar ¤ 12,5 miljoen in het verslagjaar. Deze relatief lichte daling hield verband met de afname van ¤ 2,4 miljoen tot ¤ 3,4 miljoen aan fase se III-onderzoekskosten doordat de start van twee geplande fase II-studies naar Oralgen(TM) Boompollen en Oralgen(TM) Huisstofmijt vooralsnog werd afgelast.

Er werden de nodige maatregelen getroffen om bij zowel artsen als apothekers de onduidelijkheid ten aanzien van rechtmatigheid en vergoeding van Oralgen(TM) weg te nemen. Met uitzondering van Oralgen(TM) Graspollen, Boompollen en Huisstofmijt, levert Artu Biologicals geen producten meer uit aan de groothandel, maar alleen rechtstreeks aan apothekers. Zodoende zorgt Artu Biologicals dat alle zendingen en doseringen overeenstemmen met wat artsen aan patiënten hebben voorgeschreven en gaat zij na of deze patiënten voor de producten in aanmerking komen. Dit gaat gepaard met uitgebreide voorlichtingsinspanningen.

Overige allergeenproducten
De belangrijke veterinaire allergieactiviteiten via het product Artuvetrin(TM) droegen in 2009 met een groei van 10% (2008: 12%) goed bij aan het resultaat. In het verslagjaar zijn ook de distributierechten verworven voor de verkoop van nutraceuticals van het merk VetPlus(TM).. Nutraceuticals - een samentrekking van de Engelse woorden nutrition en pharmaceutical - zijn voedingssupplementen die het herstel van bepaalde aandoeningen kunnen bevorderen. De verwachting is dat in 2010 de eerste verkopen zullen worden gerealiseerd.

De verkoop van het eigen voedingsupplement KeruTabs(TM) en KeruLac(TM), bedoeld voor patiënten met een lactose-intolerantie, was in 2009 beter dan verwacht, vooral door een sterke groei van de verkopen in België.

De afzet in Nederland van het (in licentie verkregen) geregistreerde subcutane (via injecties) allergeenproduct Pollinex(TM) heeft na een stabilisatie in 2008, in 2009 de dalende tendens voortgezet. In de toekomst verwacht Fornix BioSciences voor dit product door de geregistreerde status in deze sterk veranderende markt de dalende trend te kunnen keren.

In 2009 hebben de verkopen van de (in licentie verkregen) Anapen(TM) zich op het niveau van 2008 kunnen handhaven.

Strategie en vooruitzichten Allergiedivisie 2010
Voor de Allergiedivisie en daarmee ook voor Fornix BioSciences wordt 2010 het jaar van de waarheid. De afwijzing van het beroep tegen de eerdere weigering van de registratieaanvraag, maar ook de wetgeving die het Ministerie van VWS wil gaan invoeren met betrekking tot de vergoeding van niet-geregistreerde allergeenproducten maken het doen van toekomstprojecties lastig. Uiteraard zal met kracht verder worden gewerkt aan de meerjarige fase III-studie met Oralgen(TM) Graspollen. Dankzij een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in september 2009 weet Fornix BioSciences zich verzekerd van vergoeding van haar belangrijkste Oralgen(TM) (Pollen en Huisstofmijt) producten tot 1 juli 2012, of zoveel eerder als onherroepelijk op de registratieaanvragen is beslist. Hierbij is er een kans dat een onherroepelijk besluit inzake de registratieaanvraag van Oralgen(TM) Graspollen door de Raad van State al in 2011 wordt genomen. Voorts zal ook in 2010 hard worden gewerkt aan het ondersteunen van apothekers en patiënten bij de onduidelijkheden ten aanzien van toelating en vergoeding van allergeenproducten die in het tweede halfjaar van 2009 zijn ontstaan. De overige producten zijn uitstekend gepositioneerd om in 2010 een verdere groei van de verkopen te laten zien. Tot slot zal in 2010 de nodige aandacht worden besteed aan het toevoegen van nieuwe licentieproducten aan de bestaande portfolio van de Allergiedivisie.

Artu Biologicals Deutschland
(x ¤ miljoen)

2009

2008

2007
Netto omzet

2,8

1,4
0,7
EBIT
0,2
(0,7)
(0,6)
Aantal medewerkers per 31 december

16

6

4

Sinds juni 2007 is Fornix BioSciences actief met de marketing, verkoop en distributie van immunotherapeutische allergeenproducten en medische hulpmiddelen in Duitsland via een eigen onderneming Artu Biologicals Deutschland GmbH & Co. KG. In de Duitse markt wordt Oralgen(TM) onder de aldaar bekende merknaam Igevac(TM) op 'named patient' basis in de handel gebracht. Dit product is identiek aan Oralgen(TM) en wordt eveneens door Artu Biologicals in Lelystad geproduceerd. Daarnaast wordt een sterk groeiend assortiment medische hulpmiddelen gedistribueerd aan groothandels, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en particulieren.

In 2009 maakte de afzet van deze medische hulpmiddelen een sterke groei door. In het tweede volledige boekjaar binnen Fornix BioSciences realiseerde Artu Biologicals Deutschland een verdubbeling van de omzet van ¤ 1,4 miljoen in 2008 naar ¤ 2,8 miljoen over 2009. De EBIT in 2009 kwam ondanks de investeringen in de organisatie en het productenpalet voor het eerst positief uit op ¤ 0,2 miljoen, waar in het voorafgaande boekjaar nog een negatieve EBIT van ¤ 0,7 miljoen werd geboekt.

De strategie voor Duitsland is in 2009 aanzienlijk aangepast aan de omstandigheden. Rölke Pharma, waarvan in 2007 de activa, waar onder de Igevac(TM)-rechten door Fornix BioSciences werden overgenomen, had reeds in 1996 de distributierechten voor Igevac(TM) in Duitsland verkregen. De overname door Fornix BioSciences had als oogmerk om na registratie van Oralgen(TM) ook in Duitsland de distributie van haar allergeenproductenlijn verder uit te rollen. Deze registratie laat vooralsnog op zich wachten. Daarom is besloten om de kritische massa van Artu Biologicals Deutschland te vergroten en is er in de afgelopen twee jaar substantieel in de organisatie geïnvesteerd. In de loop van 2008 is Fornix BioSciences op zoek gegaan naar verbetering van het business model. Producten van Fornix BioSciences zoals Artuvetrin(TM), KeruLac(TM) en KeruTabs(TM) werden ook ondergebracht in Duitsland. Het littekenverband Scarban(TM), dat in Nederland door Laprolan wordt vertegenwoordigd, is na overeenstemming met de producent ook met succes in Duitsland geïntroduceerd. Het belangrijkste product voor de Duitse organisatie vormt momenteel de anti-decubitusmatras die onder de merknaam DeCube(TM) wordt geleverd. Het exclusieve distributiecontract (thans voor heel Europa) met de Amerikaanse producent werd in 2008 overgenomen van de Duitse distributeur voor ¤ 1,25 miljoen in contanten.

De verkoop van Igevac(TM) op 'named patient' basis faseert langzaam uit. De regeling hiervoor loopt tot uiterlijk 1 november 2011. De huidige omzet van ¤ 1,2 miljoen in dit product zal langzaam verder gaan teruglopen. Gekeken wordt hoe de opgedane markt-know-how op een aantrekkelijke wijze financieel kan worden aangewend. Het is de verwachting dat binnen een termijn van twee jaar de omzet in Duitsland volledig uit de verkoop van medische hulpmiddelen zal bestaan.

Vooruitzichten Duitsland 2010
Fornix BioSciences voorziet voor Artu Biologicals Deutschland een voortgaande groei van omzet en winstgevendheid. Daarbij zal verder worden geïnvesteerd in de opbouw van een gedegen assortiment onderscheidende en innovatieve medische hulpmiddelen.

Divisie Medische Hulpmiddelen
(x ¤ miljoen)
2009
2008
2007
Netto omzet
9,3
9,7

8,7
EBIT
2,4
2,6
2,5
Aantal medewerkers per 31 december
22
26
25

De divisie Medische Hulpmiddelen, bestaande uit Laprolan in Beuningen, heeft in Nederland, en voor een aantal producten ook in Europa, de exclusieve verkooprechten voor een breed gamma aan medische hulpmiddelen. Het gaat daarbij om producten op het gebied van onder meer urologie- en stomazorg, wond- en littekenzorg en anti-decubituszorg. De producten worden afgenomen door diverse instellingen (waaronder ziekenhuizen en verpleeghuizen), apotheken, medisch speciaalzaken, groothandels en thuiszorgorganisaties.

De divisie Medische Hulpmiddelen boekte in 2009 ten opzichte van 2008 een minder sterk resultaat. De omzet nam 4,5% af van ¤ 9,7 miljoen in 2008 naar ¤ '¬ 9,3 miljoen in 2009. De EBIT daalde naar ¤ 2,4 miljoen, tegen ¤ 2,6 miljoen in in het jaar ervoor. De marges stonden door de prijsmaatregelen en parallelhandel onder druk. De verkooporganisatie is gerationaliseerd en bestaat thans uit 10 mensen waarmee heel Nederland effectief wordt bestreken. De verkopen van de anti-decubitusmatrassen bleven achter bij het voorgaande jaar. Door actieve bezuinigingen in de zorginstellingen is de aanschaf van investeringsgoederen vooruitgeschoven. De verkoop van de iQcath(TM) en PolyMem(TM) verliep naar behoren, ondanks dat vooral deze producten te maken hebben gekregen met parallelimport of conversie door een vergelijkbaar product. De afzet van het littekenverband Scarban(TM) bleef op hetzelfde niveau als in 2008, hetgeen in 2009 ook gold voor de wasbare onderleggers. De vooruitzichten voor de winstbijdrage van alle productgroepen zijn door de prijsdruk minder gunstig. De nieuw geïntroduceerde en zelf ontwikkelde stomalijn presteerde boven verwachting.

Strategie en vooruitzichten Medische Hulpmiddelen 2010 Laprolan heeft een goed fundament voor groei in de komende jaren door een verstevigde focus op klanten, een goede strategie ten aanzien van productkeuze en een uitstekende positionering in de markt door heldere communicatie. De mindere resultaten over 2009 zijn voornamelijk het gevolg van externe factoren. De divisie streeft naar een herstel van de groei vanuit eigen kracht door nog meer zichtbaar te zijn in de markt met een interessant aanbod van sterke fabrikantmerken en innovatieve eigen producten. Tevens zal actiever worden samengewerkt met bestaande marktpartijen om de verkrijgbaarheid van de producten te vergroten. Nieuw management moet de verkopen een nieuwe impuls geven. Voor 2010 wordt ernaar gestreefd om de wegvallende omzet en marge door de beëindigde distributieovereenkomsten zo goed mogelijk te compenseren.

Vooruitzichten Fornix BioSciences 2010
Gezien de geschetste aanhoudend onzekere factoren in onze markten en de nog immer ongewisse situatie rond de registratie wordt op dit moment geen verwachting voor de omzet- en winstontwikkeling voor 2010 afgegeven.

----------
E I N D E P E R S B E R I C H T
Voor nadere informatie: Fornix BioSciences N.V.
C.L. Bergman, CEO
Tel. (0320) 26 77 99
Website: www.fornix.nl

Profiel Fornix BioSciences N.V.
Fornix BioSciences N.V. is een beursgenoteerde onderneming (Euronext Amsterdam: AFORBI) die zich hoofdzakelijk richt op de ontwikkeling en verkoop van diagnostische en therapeutische allergeenproducten, maar ook op de distributie van medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen.

Fornix BioSciences N.V. heeft vestigingen in Lelystad, Beuningen en Hamburg. De onderneming heeft momenteel 138 medewerkers in dienst en is voornamelijk actief in Nederland en Duitsland. De activiteiten zijn onderverdeeld in twee divisies, de Allergiedivisie bestaande uit Artu Biologicals Europe en de divisie Medische Hulpmiddelen. De activiteiten van Artu Biologicals Deutschland staan los van deze twee divisies.

De Allergiedivisie concentreert zich onder andere op de ontwikkeling, de productie en verkoop van een breed scala aan patiëntvriendelijke immunotherapeutische producten onder meer onder de merknamen Oralgen(TM) en Igevac(TM). Deze producten worden toegepast bij de causale behandeling van allergieën veroorzaakt door verschillende allergenen, zoals gras- en boompollen en huisstofmijt. De ontwikkeling wordt ondersteund door hoogwaardige R&D-activiteiten en pan-Europees uitgevoerde klinische onderzoeken naar de werking en veiligheid van de verschillende producten. Klinisch onderzoek moet op termijn leiden tot registratie van haar belangrijkste allergeenproducten Oralgen(TM) Graspollen, Boompollen en Huisstofmijt. In de komende jaren streeft de onderneming naar een steeds nadrukkelijker focus op allergeenproducten en uitbreiding van haar positie in de groeiende markt voor immunotherapie in Europa.

Artu Biologicals Deutschland in Hamburg voert een groeiend aantal medische hulpmiddelen op exclusieve basis in Duitsland. Daarnaast wordt in deze markt op 'named patient' basis het Oralgen(TM) equivalent Igevac(TM) gedistribueerd.

De divisie Medische Hulpmiddelen wordt gevormd door het in Beuningen gevestigde Laprolan. Deze divisie richt zich op de verkoop, marketing en distributie van een breed assortiment medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen.

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT 11 MAART 2010

Fornix BioSciences N.V.

GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
voor het boekjaar van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 met vergelijkende cijfers over het boekjaar 2008

2009 2008

Opbrengsten 37.756 39.826 Kostprijs verkopen 7.312 6.951

Brutoresultaat 30.444 32.875

Overige bedrijfsopbrengsten 266 216

Distributiekosten 1.464 1.561 Personeelskosten 7.378 8.130 Reis- en verblijfkosten 1.293 1.333 Afschrijvingen 572 471 Huisvestingskosten 309 308 Kosten onderzoek en ontwikkeling 3.419 5.830 Kosten kwaliteitscontrole 220 342 Kosten productie en magazijn 130 142 Algemene kosten 3.274 3.765 Doorberekend aan productie en handelsvoorraden (1.250) (1.425)

Som der kosten 16.809 20.457

Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 13.901 12.634

Nettofinancieringsbaten/-lasten 906 1.296

Winst vóór belastingen 14.807 13.930

Winstbelastingen 3.758 3.665

Winst over het boekjaar 11.049 10.265

Toe te rekenen aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 11.049 10.265 Minderheidsbelang - - 4.650

Winst over het boekjaar 11.049 10.265

Gewone winst per aandeel (in ¤) 1,43 1,39 Verwaterde winst per aandeel (in ¤) 1,43 1,39

GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN

voor het boekjaar van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 met vergelijkende cijfers over het boekjaar 2008

2009 2008

Winst over het boekjaar 11.049 10.265

Niet-gerealiseerde resultaten:
Uitoefening personeelsopties - 476 Winstbelastingen op niet-gerealiseerde resultaten - - Totaal niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar na winstbelastingen - 476

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar 11.049 10.741

Toe te rekenen aan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij 11.049 10.741 Minderheidsbelang - - Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar 11.049 10.741

GECONSOLIDEERDE BALANS
(vóór verdeling van het resultaat)
per 31 december 2009 met vergelijkende cijfers per 31 december 2008

31 december 2009 31 december 2008 ACTIVA
Vaste activa
Immateriële activa 13.307 13.750 Materiële vaste activa 3.135 3.054 Uitgestelde belastingvorderingen 91 80 Totaal Vaste activa 16.533 16.884

Vlottende activa
Voorraden 4.294 3.746 Handels- en overige vorderingen 5.206 7.747 Geldmiddelen en kasequivalenten 35.158 32.021 Totaal Vlottende activa 44.658 43.514

Totaal Activa 61.191 60.398

PASSIVA
Eigen vermogen
Gestort en opgevraagd aandelenkapitaal 1.208 1.157 Agio 35.053 32.896 Overige reserves 7.499 7.594 Winst over het boekjaar 11.049 10.265 Totaal Eigen vermogen toe te rekenen aan
aandeelhouders van de moedermaatschappij 54.809 51.912 Minderheidsbelang 1 1 Totaal Eigen vermogen 54.810 51.913

Langlopende verplichtingen
Personeelsbeloningen 40 38 Uitgestelde belastingverplichtingen 254 259 Totaal Langlopende verplichtingen 294 297

Kortlopende verplichtingen
Handelsschulden 1.316 2.571 Te betalen acute belastingen 646 308 Overige te betalen posten 4.125 5.309 Totaal Kortlopende verplichtingen 6.087 8.188

Totaal Passiva 61.191 60.398

GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN

Gestort en Reserve Totale Winst opgevraagd ingekochte Ingehouden overige over het kapitaal Agio aandelen winsten reserves boekjaar Totaal

Stand per 1 januari 2008 1.089 27.016 (2.496) 9.617 7.121 13.981 49.207

Totaal gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
over het boekjaar
Winst over het boekjaar 2008 - - - - - 10.265 10.265 Verwerking resultaat 2007 - - - 4.652 4.652 (4.652) - Uitoefening personeelsopties 6 470 - - - - 476 Totaal gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
over het boekjaar 6 470 - 4.652 4.652 5.613 10.741

Transacties met aandeelhouders
in het eigen vermogen
Dividenduitkering 2007 37 4.270 - - - (9.329) (5.022) Interim-dividend 2008 23 1.140 - (4.666) (4.666) - (3.503) Uitgifte aandelen in het
kader van het aandelenplan 2 - - - - - 2 Kosten aandelenplan 2008 - - - 487 487 - 487 Totaal transacties met
aandeelhouders 62 5.410 - (4.179) (4.179) (9.329) (8.036)

Stand per 31 december 2008 1.157 32.896 (2.496) 10.090 7.594 10.265 51.912

Totaal gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
over het boekjaar
Winst over het boekjaar 2009 - - - - - 11.049 11.049 Verwerking resultaat 2008 - - - 4.818 4.818 (4.818) - Totaal gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
over het boekjaar - - - 4.818 4.818 6.231 11.049

Transacties met aandeelhouders
in het eigen vermogen
Dividenduitkering 2008 22 854 - - - (5.447) (4.571) Interim-dividend 2009 26 1.303 - (4.866) (4.866) - (3.537) Uitgifte aandelen in het
kader van het aandelenplan 3 - - - - - 3 Kosten aandelenplan 2009 - - - (47) (47) - (47) Totaal transacties met
aandeelhouders 51 2.157 - (4.913) (4.913) (5.447) (8.152)

Stand per 31 december 2009 1.208 35.053 (2.496) 9.995 7.499 11.049 54.809

GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
voor het boekjaar van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 met vergelijkende cijfers over het boekjaar 2008

2009 2008

Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Ontvangsten van afnemers 40.920 41.570 Betalingen aan leveranciers en medewerkers (27.948) (29.118) Nettokasstroom uit bedrijfsoperaties 12.972 12.452

Ontvangen interest 1.906 726 Betaalde interest (6) (3) Betaalde winstbelasting (3.226) (3.355) Ontvangen subsidies 176 15 Nettokasstroom uit overige operationele activiteiten (1.150) (2.617)

Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 11.822 9.835

Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Verwerving van dochtermaatschappijen - (1.299) Overname activiteiten DeCube(TM)-producten - (1.250) Investeringen in immateriële activa (10) (32) Investeringen in materiële vaste activa (569) (422) Desinvesteringen in materiële vaste activa 2 -

Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (577) (3.003) Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangsten vanwege uitoefening personeelsopties - 476 Betaald dividend (8.108) (8.525)

Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten (8.108) (8.049)

Nettotoename/-afname van
geldmiddelen en kasequivalenten 3.137 (1.217) Geldmiddelen en kasequivalenten per 1 januari 32.021 33.235 Inbreng uit acquisitie - 3

Geldmiddelen en kasequivalenten per 31 december 35.158 32.021

Toelichting


1 Algemeen
De financiële gegevens zoals opgenomen in deze bijlage bij het persbericht zijn ontleend aan de nog niet vastgestelde jaarrekening van Fornix BioSciences N.V. maar geven niet de volledige jaarrekening weer. De geconsolideerde financiële overzichten van Fornix BioSciences N.V. (de 'Vennootschap') over 2009 omvatten de Vennootschap en haar dochtermaatschappijen (tezamen te noemen de 'Groep').

De jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2009 is besproken in de vergadering van de Raad van Commissarissen van 8 maart 2010 en zal ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 23 april 2010. De accountants van Fornix BioSciences N.V. hebben een goedkeurende accountantsverklaring bij deze jaarrekening afgegeven.

Publicatie van de volledige jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2009 zal uiterlijk op 26 maart 2010 beschikbaar komen.

De jaarrekening is nog niet gedeponeerd bij het Handelsregister.


2 Overeenstemmingsverklaring
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS's) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW.


3 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro's. De Groep past IFRS's toe als basis voor haar financiële verslaggeving. Voor 2009 hebben zich geen belangrijke wijzigingen voorgedaan in de waarderingsgrondslagen van de Groep.


4 Gebruik van schattingen en oordelen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat de Directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.