Maastricht University

Universiteit Maastricht
Persbericht
8 maart 2010

'Voorlopige maatregel' in notoire gevallen genegeerd door staten Maatregel bescherming mensenrechten onbekend bij slachtoffers

Mensen die bedreigd worden met uitzetting, uitlevering, een doodvonnis en dergelijke, kunnen hiertegen op korte termijn beschermd worden door een 'voorlopige maatregel', opgelegd door bijvoorbeeld het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Dit systeem blijkt echter onvoldoende bekend bij slachtoffers. En hoewel de maatregelen verplicht moeten worden nageleefd, gebeurt dit nog niet altijd, met onherstelbaar letsel als gevolg. Dat blijkt uit het onderzoek van Mr. Eva Rieter 'Ter voorkoming van onherstelbaar letsel', waarop ze op 12 maart hoopt te promoveren aan de Universiteit Maastricht.

Veel landen kennen onvoldoende mensenrechtenbescherming. Slachtoffers, hun advocaten en mensenrechtenorganisaties kunnen zich beroepen op internationale verdragen en speciale internationale tribunalen, zoals bijvoorbeeld het EHRM. Vaak duurt het echter maanden of zelfs jaren voordat die internationale tribunalen een einduitspraak doen. De tribunalen zelf hebben daar iets op gevonden: het nemen van een 'voorlopige maatregel'. De tribunalen laten het betreffende land weten dat iemand tijdens de internationale procedure moet worden beschermd tegen doodsbedreigingen, niet mag worden uitgezet naar een land waar hij gevaar loopt of niet mag worden geëxecuteerd

Het concept 'voorlopige maatregel'

Mr. Eva Rieter heeft onderzoek gedaan naar het concept 'voorlopige maatregel', zoals het is ontwikkeld in de praktijk van de verschillende internationale tribunalen ter bescherming van de rechten van de mens. Omdat ze in zeer dringende situaties worden genomen ontbreekt het rechters aan tijd om alles uitgebreid te onderzoeken en uit te leggen, wat de overtuigingskracht van een voorlopige maatregel beperkt. Daarnaast weten slachtoffers en hun advocaten vaak niet waar en hoe ze een verzoek om een voorlopige maatregel kunnen indienen. Door het gebrek aan informatie en analyse hebben staten en mensenrechtenorganisaties onvoldoende mogelijkheden om gefundeerd te protesteren tegen niet-naleving door staten.

Internationale tribunalen hebben namelijk geen internationale politiemacht om naleving af te dwingen. Het onderzoek van Eva Rieter geeft personen en groepen die gevaar lopen, informatie en argumenten om internationale tribunalen te overtuigen een voorlopige maatregel te nemen. Tribunalen kunnen de bevindingen uit het onderzoek meenemen in hun overwegingen en hiermee de kwaliteit en overtuigingskracht van hun voorlopige maatregelen vergroten. Internationale organisaties als Amnesty International kunnen op basis van de bevindingen uit het onderzoek benadrukken dat er een gemeenschappelijke kern is in de benadering van de internationale tribunalen en dat het gaat om de bescherming van de allerbelangrijkste rechten.