Promotie Mw. Drs. I.M.T. Nijs
Titel proefschrift
Attentional Mechanisms in Food Craving and Overeating
---
Promotors:
Prof.dr. I.H.A. Franken
Prof.dr. P.E.H.M. Muris
---
Datum
12 maart 2010 11:30
---
Locatie:
Woudestein, senaatszaal
---
Faculteit
Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW)
Obesitas lijkt op verslaving
Dat ieder pondje door het mondje gaat wil niet zeggen dat het individu
volledig verantwoordelijk kan worden gesteld voor zijn eetgedrag. Dit
stelt Ilse Nijs in haar proefschrift Attentional Mechanisms in Food
Craving and Overeating. A study of an addiction model of obesity.
Zwaarlijvige mensen zijn, meer dan slanke mensen, gericht op
calorierijk voedsel en kunnen, zeker als zij honger hebben, snacks
minder goed weerstaan. Dat is niet helemaal een vrije keuze, maar
wordt gestuurd vanuit de hersenen. Bij de behandeling van obesitas
moeten dan ook meer handvatten komen om te leren omgaan met de
verleidingen van calorierijk eten, aldus Nijs. Zij promoveert vrijdag
12 maart 2010 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Dat het aantal zwaarlijvige mensen de afgelopen dertig jaar sterk is
toegenomen lijkt te komen doordat mensen meer zijn gaan eten onder
invloed van het grotere aanbod aan calorierijk gemaksvoedsel in de
omgeving. Uit diverse studies blijkt dat er opvallende gelijkenissen
zijn in de manier waarop de hersenen van verslaafde en obese personen
reageren op respectievelijk drugs- en voedselgerelateerde prikkels in
de omgeving. Bij beide lijkt het te gaan om verstoringen in de
hersengebieden die de aandacht voor en het verlangen naar plezierige
prikkels (d.i. voedsel en drugs) reguleren.
Uit onderzoek is gebleken dat drugsverslaafde mensen gekenmerkt worden
door een verhoogde aandacht voor en een sterk verlangen naar drugs.
Deze sterke reactiviteit voor druggerelateerde prikkels speelt een
belangrijke rol spelen in het onvermogen van drugsverslaafden om
(blijvend) te stoppen met hun druggebruik. Dezelfde verslavingsachtige
mechanismen kunnen een rol spelen bij het feit dat het voor de meeste
obese personen moeilijk is om (blijvend) te lijnen. In haar
promotieonderzoek, waarin gebruik werd gemaakt van gedragsmaten en een
maat van hersenactiviteit, vond Nijs aanwijzingen dat obese personen,
sterker dan slanke personen, in een automatisme de aandacht richten op
informatie gerelateerd aan hoog-calorisch voedsel. Dit is
vergelijkbaar met wat in onderzoek met verslaafden is vastgesteld. Ook
bleek dat obese personen hun calorie-inname minder goed kunnen
beheersen dan slanke personen wanneer zij worden blootgesteld aan
calorierijke snacks, met name als ze honger hebben.
Obesitas lijkt, net als verslaving, een kwestie van een sterke drive
om te eten, die gestuurd wordt door onbewuste, moeilijk controleerbare
hersenprocessen. Hierdoor kan men vraagtekens zetten bij het heersende
stigma dat obesitas volledig een kwestie is van vrije keuze.
Cognitief-gedragstherapeutische technieken die de obese persoon helpen
om te gaan met de voortdurende verleiding van calorierijk voedsel
lijken noodzakelijk, naast een evenwichtig eet- en bewegingspatroon,
om blijvend gewichtsverlies te bereiken. Overheid en werkgevers kunnen
een belangrijke rol spelen in het reduceren van verleidelijke
voedselprikkels in onder meer scholen, bedrijfskantines en
reclameboodschappen.
Erasmus Universiteit Rotterdam