Ministerie van Financiën

Schriftelijke vragen van het lid Bashir (SP) over het bankgeheim in Zwitserland

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen van het lid Bashir (SP) over het bankgeheim in Zwitserland. De minister van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

Antwoorden naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Bashir (SP) over het bankgeheim in Zwitserland (ingezonden 1 februari 2010)

Vragen 1 en 2
Wat is uw reactie op de uitspraak van het Zwitserse federale gerechtshof waarmee het akkoord tussen Zwitserland en de VS over het doorgeven van namen van Amerikaanse rekeninghouders van de Zwitserse bank UBS wordt verboden?1 Heeft dit mogelijk consequenties voor de aanpak van Nederlandse zwartspaarders in Zwitserland?
In de uitspraak van het Zwitserse federale gerechtshof (gewezen op 21 januari 2010), oordeelt deze instantie over de rechtmatigheid van het verstrekken van gegevens van Amerikaanse rekeninghouders van de Zwitserse bank UBS op basis van het akkoord tussen Zwitserland en de VS gesloten op 19 augustus 2009 ("het UBS-akkoord"). Het gerechtshof komt tot de conclusie dat het akkoord onvoldoende basis biedt om het Zwitserse bankgeheim opzij te zetten. De uitspraak van het Zwitserse gerechtshof heeft geen consequenties voor de aanpak van Nederlandse zwartspaarders in Zwitserland. Nederland zet in op de uitwisseling van gegevens op basis van het belastingverdrag (zie vraag 6), dat het Zwitserse bankgeheim wel opzij kan zetten. Vraag 3
Indien er, na onderhandeling, in een compromis van de 50.000 nog maar 4500 rekeningen overblijven waarover informatie wordt gevraagd in verband met de aanpak van zwartsparen en zelfs dat compromis wordt verboden, wat zegt dat dan over het Zwitserse bankgeheim en de mogelijkheid om zwartsparen aan te pakken?
Zwitserland houdt nationaal vast aan het bankgeheim en is alleen bereid dit opzij te zetten als daarover bilaterale afspraken zijn gemaakt. Duidelijk is nu dat niet zomaar elke bilaterale afspraak voldoende is om het bankgeheim opzij te zetten. Dit bevestigt dat de door Nederland gekozen lijn - het uitwisselen van gegevens op basis van het belastingverdrag - de juiste is. Vragen 4 en 5
Is er reden om aan te nemen dat de Nederlandse belastingautoriteiten bij een vergelijkbare aanvraag wel de benodigde gegevens zouden krijgen? Over hoeveel rekeningen in Zwitserland zijn er in het afgelopen jaar aanvragen gedaan vanuit Nederland? Zijn de gevraagde gegevens ook altijd verstrekt? Er is op dit moment geen rechtsbasis op grond waarvan de Nederlandse belastingautoriteiten een vergelijkbare aanvraag kunnen doen. Het huidige belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland (gesloten op 12 november 1951, Trb. 1951, 148) bevat geen bepaling op grond waarvan informatie voor belastingdoeleinden kan worden uitgewisseld. Dergelijke aanvragen zijn het afgelopen jaar dan ook niet gedaan. Onder het nieuwe belastingverdrag (zie vraag 6) kunnen de Nederlandse belastingautoriteiten alle informatie opvragen die zij relevant achten voor de belastingheffing en die betrekking heeft op een datum (of periode) die op of na 1 maart 2010 ligt. Hieronder vallen uiteraard ook rekeningen van Nederlanders in Zwitserland.
Vraag 6
Wanneer kunnen we het belastingverdrag met Zwitserland tegemoet zien? Met genoegen kan ik u melden dat het nieuwe belastingverdrag met Zwitserland op 26 februari 2010 in Den Haag is ondertekend. Ik zal mij inspannen voor een zo spoedig mogelijke ratificatie van dit nieuwe verdrag.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het slechts opnemen van informatieuitwisseling op verzoek in het verdrag, het risico inhoudt dat de Zwitserse overheid massale informatieverstrekking over bankgegevens kan blokkeren?
Zwitserland heeft zich gecommitteerd aan de zogenoemde 'internationale standaard' op het gebied van informatie-uitwisseling op belastinggebied. Deze voorziet in het uitwisselen van informatie op verzoek. De aard van deze vorm van informatie-uitwisseling betekent dat informatieverstrekking
1 Radio 1, 27 januari 2010.
ineens van een grote groep bankgegevens niet voor de hand ligt. Nederland is voorstander van het automatisch en spontaan verstrekken van informatie voor belastingdoeleinden, waarbij eerder sprake zal zijn van informatieverstrekking ineens van een grote groep bankgegevens. Zwitserland is echter op dit moment niet bereid de laatstgenoemde vormen van informatie-uitwisseling overeen te komen.