Ministerraad
Kabinet: EU op de goede weg
Persbericht | 12-03-2010
Het kabinet is positief over de nieuw gepresenteerde 'Europa
2020'-strategie van de Europese Commissie, maar plaatst er wel een
aantal kanttekeningen bij. Dat blijkt uit de kabinetsreactie waarmee
de ministerraad op voorstel van de ministers Van der Hoeven van
Economische Zaken en Verhagen van Buitenlandse Zaken heeft ingestemd.
De nieuw gepresenteerde 'Europa 2020'-strategie is de opvolger van de
Europese Lissabonstrategie die liep tot 2010.
Het kabinet is positief over de nieuwe voorstellen van de Europese
Commissie, omdat het veel van zijn eerdere ideeën over een nieuwe
economische strategie voor de EU terugziet. Zo gaat de nieuwe
strategie uit van een duidelijke focus op groei en werkgelegenheid met
daarbinnen een centrale plaats voor sociaal en duurzaamheidsbeleid dat
hieraan bijdraagt (werkgelegenheidsbeleid, onderwijs, groene
innovatie). Dit is iets wat meer dan ooit tevoren nodig is gelet op de
huidige economische crisis en vanwege de noodzaak van structurele
economische hervormingen in veel EU-lidstaten.
Het kabinet plaatst een paar kritische kanttekeningen bij de gestelde
hoofddoelen. Zo is er geen indicator voor verbetering van het
ondernemingsklimaat, een belangrijk thema als het gaat om economische
groei. Aan de door de Europese Commissie voorgestelde doelstelling op
het terrein van armoedebestrijding heeft het kabinet geen behoefte:
het beste middel tegen armoede is werk. Daar moet de strategie zich op
richten, aldus het kabinet.
In de reactie pleit het kabinet verder voor aandacht voor structurele
hervormingen in de EU. In de verdere uitwerking van de strategie dient
hier aandacht aan te worden gegeven. Ook wijst het kabinet op het
belang van houdbare overheidsfinanciën. Het synchroniseren van de
nieuwe strategie met het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) is een goede
zaak volgens het kabinet. Beide processen mogen echter niet door
elkaar gaan lopen zodat de doelen van het SGP verwateren.
Nederland zal verder tijdens de Europese Raad op 25 en 26 maart veel
nadruk leggen op de noodzaak om de komende tien jaar meer resultaat te
boeken dan onder de Lissabonstrategie. Dit is noodzakelijk om onze
sociale stelsels betaalbaar te houden en onze concurrentiepositie in
de wereld verder te versterken. Dit betekent onder andere dat landen
elkaar meer moeten aanspreken op de geboekte voortgang en dat de
Europese Commissie daarbij een sterkere rol moet spelen.