Ministerraad
Toelatingseisen gezinshereniging en gezinsvorming gelijkgetrokken
Persbericht | 12-03-2010
De ministerraad heeft er op voorstel van minister Hirsch Ballin van
Justitie mee ingestemd om het gezinsmigratiebeleid aan te passen naar
aanleiding van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie in
Luxemburg. De toelatingsvoorwaarden voor gevallen waarin de gezinsband
al bestond vóór de komst naar Nederland (gezinshereniging) en gevallen
waarin sprake is van een nieuwe gezinsband (gezinsvorming) dienen
volgens deze uitspraak te worden gelijkgetrokken. Dit betekent dat
voor wie een partner uit het buitenland naar Nederland wil halen
voortaan de algemene eis geldt van een stabiel en regelmatig inkomen,
waarbij het minimumloon als referentiepunt dient. De minimumleeftijd
wordt voor beide partners 21 jaar.
Volgens de uitspraak van het Hof mogen lidstaten van de Europese Unie
in hun voorwaarden voor gezinsmigranten geen onderscheid maken tussen
gezinsvormers en gezinsherenigers. In het Nederlandse beleid werd dit
onderscheid wel gemaakt. Bij gezinshereniging moesten beide partners
volgens dit beleid beide minimaal 18 jaar oud zijn en lag de
inkomenseis voor gezinshereniging op de bijstandsnorm. Bij
gezinsvorming moesten beide partners minimaal 21 jaar oud zijn en lag
de inkomenseis op 120 procent van het minimumloon. Het Hof sprak
echter uit dat, hoewel stabiele, regelmatige en voldoende inkomsten
gevraagd mogen worden, deze hogere inkomenseis voor gezinsvormers in
strijd is met de richtlijn gezinshereniging. Het Hof gaf daarbij ook
aan dat steeds een individuele beoordeling van de omstandigheden
noodzakelijk is.
Het is op voorhand niet met zekerheid vast te stellen wat de gevolgen
van de beleidswijzigingen zullen zijn voor de instroom van
vreemdelingen in het kader van gezinsmigratie. Als gevolg van de
beleidswijzigingen waartoe de uitspraak noopt, zal de instroom van
gezinsvormers naar verwachting kunnen stijgen omdat de inkomenseis
wordt verlaagd. Tegelijkertijd wordt er voor de komende jaren een
daling van de totale instroom voorzien als gevolg van de verhoging van
de leeftijdseis voor gezinshereniging. Bovendien zullen binnenkort de
eisen voor het basisexamen inburgering in het buitenland worden
verhoogd.
De beleidswijzigingen betreffen dus de minimaal noodzakelijke
aanpassing om aan de uitspraak van het Hof gevolg te geven.