Rijksvoorlichtingsdienst

VOORSTEL VOOR VOORLOPIGE WERELDERFGOEDLIJST

Demissionair staatssecretaris Marja van Bijsterveldt van OCW heeft samen met demissionair minister Gerda Verburg van LNV de Commissie Herziening voorlopige lijst Werelderfgoed ingesteld om een voorlopige lijst samen te stellen van Nederlandse erfgoederen. Op deze lijst staan de erfgoederen die het kabinet wil voordragen voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Het gaat om cultureel en natuurlijk erfgoed in het Koninkrijk der Nederlanden dat vanuit internationaal perspectief van uitzonderlijke waarde is. De commissie besteedt daarbij speciale aandacht aan natuurlijk erfgoed, erfgoed met zowel culturele als natuurlijke waarde, erfgoederen op de Nederlandse Antillen en Aruba en aan voordrachten met andere landen

Het Werelderfgoedcomité van UNESCO vraagt de lidstaten de voorlopige lijst iedere tien jaar te herzien. De huidige Nederlandse voorlopige lijst stamt uit de jaren 90.

De huidige Nederlandse Werelderfgoederen zijn het Rietveld Schröderhuis, het Molencomplex Kinderdijk-Elshout, het eiland Schokland, het Ir Wouda gemaal, de Stelling van Amsterdam, de droogmakerij Beemster, Willemstad Curaçao en de Waddenzee. Over de plaatsing van de grachtengordel in Amsterdam besluit het Werelderfgoedcomité in juli 2010.

De commissie bestaat uit vijf leden: mevrouw ir. J.M. Leemhuis-Stout (voorzitter) en de heren prof. dr. R.P.M. Bak (marien bioloog), dr. H. Goedkoop (historicus), prof. ir. D.F. Sijmons (landschapsarchitect) en prof. dr. A. van der Woud (architectuurhistoricus). De commissie komt in september 2010 met haar advies.

Noot voor redacties (