Academisch ziekenhuis Maastricht
Verklaring voortgang Europees hart- en vaatcentrum
Publicatiedatum: 15-03-2010
Bron: Stafdienst Communicatie
Auteur: Stafdienst Communicatie
Datum: 15-03-2010
Maandag 15 maart 2010 verscheen een artikel in dagblad De Limburger en
Limburgs Dagblad, waarin gesteld wordt dat de bouw van het Europees
hart- en vaatcentrum op Avantis in de ijskast is beland. Hiermee zou
de indruk kunnen worden gewekt dat het project (voorlopig) beëindigd
is. Dat is onjuist. In reactie daarop brengt de Raad van Bestuur van
het azM graag navolgende nuancering aan.
Naar aanleiding van de in 2008 positief afgeronde haalbaarheidsstudie,
gaven de Raden van Toezicht van zowel het azM als het Klinikum in
Aachen de beide Raden van Bestuur de opdracht om het concept voor een
gezamenlijk grensoverschrijdend hart- en vaatcentrum verder uit te
werken en daarover intensief overleg te voeren met de betrokken
overheden in beide landen.
In de periode daarna (2009) is een eerste businessplan opgesteld dat
aantoont dat er kansen liggen voor de succesvolle oprichting van een
dergelijk hoogwaardig expertisecentrum. Er is een eerste marktanalyse,
een globaal organisatorisch en medisch concept opgesteld, dat nadere
uitwerking behoeft. Tegelijkertijd is gekeken naar de juridische en
wettelijke aspecten en het meest geschikte organisatiemodel. En er is
intensief overleg gevoerd met de verantwoordelijke Ministeries en
overheden in Nederland en Duitsland.
Momenteel is een projectorganisatie onder leiding van prof. dr.
Michael Jacobs bezig met de formulering en beoordeling van de concrete
randvoorwaarden ten behoeve van de oprichting van dit centrum. Dat
heeft nog enige tijd nodig, maar naar verwachting zal de tweede helft
van 2010 het complete business plan definitief zijn afgerond en kan
begin 2011 een finaal besluit over al dan niet realiseren genomen
worden. Onderdeel van de besluitvorming vormt een gedegen afstemming
met de overlegorganen in beide huizen.
Het is een gegeven dat de voorwaarden om financiers te vinden
momenteel minder gunstig zijn. Tevens kost de afstemming en mogelijke
aanpassing van internationale wet- en regelgeving meer tijd dan
voorzien. Dit alles maakt dat het project weliswaar is vertraagd, maar
zeker niet is beëindigd. Indien naar aanleiding van het krantenbericht
die indruk is ontstaan, is dat onjuist.