Centrale Raad van Beroep


Doorwerking WW-maatregel in WIA dagloon

Aan de berekening van het dagloon voor de WGA-uitkering is onder meer ten grondslag gelegd de in de referteperiode daadwerkelijk door appellant ontvangen uitkering krachtens de WW, met inbegrip van de daarop toegepaste verlaging voor een schending van de sollicitatieplicht. De vaststelling van het dagloon waarnaar de WGA-uitkering is berekend in overeenstemming met artikel 13 van de WIA en de relevante bepalingen van het Besluit dagloonregels. Voor een werknemer die zich bevindt in de situatie als die van appellant zijn in het Besluit dagloonregels geen bijzondere bepalingen opgenomen. Uit de Nota van toelichting bij het Besluit dagloonregels blijkt dat de (materiële) regelgever zich bewust is geweest van een situatie als hier aan de orde. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2, lid 2, van het Besluit dagloonregels is opgemerkt: "Deze herleiding van de bruto-uitkering brengt met zich mee dat als betrokkene een uitkeringssanctie onderging deze sanctie kan doorwerken in latere uitkeringen". De regelgever heeft deze doorwerking dus voorzien en, naar moet worden aangenomen, tevens aanvaardbaar geacht. Het hier aan de orde zijnde onderdeel van het Besluit dagloonregels blijft binnen het kader van de WIA. Gelet hierop en mede gezien de terughoudendheid die de rechter bij de toetsing van materiële wetgeving in acht dient te nemen, kan naar het oordeel van de Raad niet gezegd worden dat de regelgever niet in redelijkheid tot vaststelling van deze regeling heeft kunnen besluiten. Het beroep dat appellant op het evenredigheidsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel heeft gedaan kan er derhalve niet toe leiden dat artikel 2, lid 2, van het Besluit dagloonregels in dit geval buiten toepassing moet worden gelaten.

LJ Nummer

BL7239
Zie het origineel

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 15 maart 2010 Naar boven