Ministerie van Defensie

Datum 16 maart 2010

Betreft Antwoorden vragen lid Verdonk over socialistische presidenten

.

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op vragen van het lid Verdonk (Verdonk) over socialistische presidenten (ingezonden 12 februari 2010, uw kenmerk 2010Z02876).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

2010Z02876

Vragen van het lid Verdonk (Verdonk) aan de minister van Defensie over socialistische presidenten. (Ingezonden 12 februari 2010)

1 Kunt u mij voorzien van een analyse van de dreiging vanuit het

Venezuela van president Hugo Chávez jegens de Nederlandse Antillen? Zo nee, waarom niet? 1)

Zoals eerder gesteld in antwoorden op vragen van de leden Leerdam en Eijsink (Aanhangsel bij de Handelingen, vergaderjaar 2009-2010 nr. 1534) zijn de veiligheid van de Nederlandse Antillen en Aruba respectievelijk de territoriale integriteit van het Koninkrijk niet in het geding.

De commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) kan, indien zij daarom verzoekt, worden ingelicht over analyses van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

2 Deelt u de mening dat vanwege de veiligheidssituatie in de wereld het steeds minder te voorzien valt dat de patrouillevaartuigen altijd met een inzet in het lagere deel van het geweldsspectrum worden geconfronteerd en dat iedere andere aanname geen rekening houdt met een veranderend mondiaal dreigingsbeeld? Maar ook dat het van verantwoord bestuur zou getuigen wanneer deze vaartuigen alsnog verder opgetuigd zouden worden om ook in het hogere geweldsspectrum de ABC-eilanden 2) en de eigen vaartuigen te kunnen verdedigen? Zo nee, waarom niet?
3 De veiligheidssituatie in de wereld overziend, bent u van mening dat het beter was geweest om vier korvetten te bestellen in plaats van de reeds bestelde te licht bewapende patrouillevaartuigen? Zo nee, waarom niet? Gaven de door het toenmalige kabinet Balkenende aan Defensie opgelegde bezuinigingen bij dit besluit de doorslag in plaats van valide militaire dreigingsanalyses?

De patrouillevaartuigen (Ocean going patrol vessels) zullen op een kosteneffectieve wijze invulling geven aan de taken van de Koninklijke Marine in het lagere deel van het geweldsspectrum en waar de inzet van een fregat niet doelmatig is.

Dit kunnen kustwachttaken en maritieme veiligheidstaken betreffen waaronder het beveiligen tegen piraterij, het leveren van logistieke ondersteuning, het bieden van humanitaire hulp en het uitvoeren van evacuatieoperaties en maritieme onderscheppingsoperaties. Voor die taken, die zich in beginsel niet bevinden in het hogere deel van het geweldsspectrum is het niet altijd noodzakelijk om een fregat in te zetten.

De patrouillevaartuigen zijn voor die taken voldoende uitgerust om zichzelf en anderen te verdedigen. Er is op dit moment geen sprake van een dreiging hoger in het geweldsspectrum in het Caribisch gebied.

4 Deelt u de mening dat bij een plotse daad van Venezolaanse agressie en bij afwezigheid van de door u gememoreerde Luchtverdedigings- en Commandofregatten de patrouillevaartuigen

`sitting ducks' zijn en maritieme gevechtssteun vanuit Nederland altijd te laat zal zijn? Zo nee, waarom niet?
5 Durft u dit risico voor uw rekening te nemen? Zo ja, waarom?

Zie het antwoord op vraag 1.

6 Welke veiligheidsgaranties zijn er door de NAVO en/of de Verenigde Staten afgegeven ten aanzien van de ABC-eilanden? Heeft Venezuela veiligheidsafspraken gemaakt met andere landen, zoals Bolivia en Iran?

De Caribische delen van het Koninkrijk vallen niet onder het verdragsgebied van de NAVO (zoals omschreven in art 5 en 6 van het Noord-Atlantische Verdrag) en derhalve buiten de binnen de NAVO geldende bijstandsverplichting. Of Venezuela met de genoemde landen veiligheidsafspraken heeft, is de regering niet bekend.

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 1528 2) Aruba, Bonaire, Curaçao