Eerste Kamer komt met recordaantal moties op Crisis- en herstelwet
16 maart 2010
De Eerste Kamer zal de Crisis- en herstelwet (32.127) vrijwel zeker
aanvaarden. Wel kan de wijze waarop de wet wordt toegepast aanzienlijk
worden beïnvloed bij aanvaarding van diverse moties die op dinsdag 16
maart door verschillende fracties tijdens de eerste termijn van het
debat zijn ingediend. De bedenkingen in de Eerste Kamer tegen
onderdelen van de CHW werden in de eerste termijn van de Kamer
neergelegd in vijftien moties â een record. De regering krijgt bij de
stemming later vandaag vermoedelijk alleen steun van oppositiepartij
VVD en de regeringspartijen CDA en CU. De voormalige regeringspartij
PvdA die voor de val van het kabinet de wet nog wel steunde in de
Tweede Kamer, keert zich in de senaat tegen het wetsvoorstel.
De CHW beoogt door versimpeling van juridische procedures projecten in
de sfeer van woningbouw en infrastructuur sneller van de grond te
krijgen en zo tussen nu en 2014 extra werkgelegenheid te scheppen. Het
pakket maatregelen wordt verdedigd door minister-president Balkenende.
Deze wordt tijdens het debat geflankeerd door de ministers Eurlings
(Verkeer en Waterstaat), Hirsch Ballin (Justitie), Verburg (Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit) en Huizinga (Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieu).
Senator Schouw hekelde namens de fracties van D66 en de Onafhankelijke
Senaatsfractie de wijze waarop het kabinet in de afgelopen maanden bij
de Eerste Kamer er op heeft aangedongen om haast te maken met de
behandeling van de CHW. Hij voorspelde dat de wet (âeen juridisch
monsterâ) eerder tot vertraging dan tot versnelling zal leiden. Schouw
diende drie moties in. De eerste vraagt om de bevindingen van de
commissie Elverding om te zetten in een hanteerbaar toetsingskader ten
behoeve van de versnelling van projecten door verbetering in de
voorbereiding en besluitvormingsfases. De tweede motie vraagt om de
onteigeningsparagraaf niet in werking te laten treden. De derde
motie verlangt van de regering om nieuwe projecten niet bij AMvB aan
de CHW toe te voegen, zoals wordt voorgesteld, maar bij afzonderlijk
wetsvoorstel aan de beide Kamers voor te leggen.
VVD-kamerlid Hofstra stak de loftrompet op het wetsvoorstel. De
VVD-senator betoogde dat eigenlijk ook zonder de economische crisis
als aanleiding wetgeving in Nederland versneld en versimpeld zou
moeten worden. Nederland is jaren bezig geweest in een oerwoud aan
regels en voorschriften projecten te laten verdwalen, vertragen of
zelfs laten verdwijnen. De CHW zou de eerste stap moeten zijn op weg
naar minder regels en meer dynamiek in de samenleving, zei de
VVD-senator. Hofstra vindt het jammer dat veel maatregelen tot 2014
van kracht zijn en dus maar tijdelijk zijn.
Volgens senator Janse de Jonge van het CDA doet de regering een
suggestie om de stroperige besluitvorming in ons land te bestrijden.
âDe Crisis- en herstelwet moet voor vier jaar het kader vormen
waarbinnen we met elkaar bezien of en hoe versnelling mogelijk is,
zonder dat fundamentele rechten van burgers worden aangetastâ, aldus
Janse de Jonge.
Senator Van den Berg richtte namens de SGP-fractie zijn pijlen op de
voorgestelde centralisering van de onteigeningsbesluitvorming door
deze aan de gemeente te ontnemen en bij de Kroon onder te brengen.
âMoet deze aanpak niet volstrekt in strijd geoordeeld worden met het
veelvuldig beleden beginsel - centraal wat moet, decentraal wat kan?â
De fractie van de ChristenUnie, die in dit debat niet samen optrok met
de fractie van de SGP, staat positief tegenover wettelijke maatregelen
die bevorderen dat werknemers in de bouwsector aan het werk kunnen of
kunnen blijven. De CU-fractie verzet zich er tegen dat daarbij
geldende regels en procedures zomaar op een schroothoop worden
gegooid. âEen betrouwbare overheid is immers van eminent belang voor
stabiliteit en gezag in ons landâ, zei CU-woordvoerder De Boer. Steen
des aanstoots voor de CU en meerdere fracties in de senaat is een
versoepeling van onteigeningsprocedures zoals die in de CHW is
voorzien.
Minister-president Balkenende heeft in een brief van 4 maart 2010 (EK
32.127 / 32.254, H pdf icoon ) aan de Eerste Kamer laten weten dat de
voorziene ontkoppeling tussen onteigening en planologische
beslissingen in de praktijk niet zal voorkomen. Dit betekent volgens
de CU-fractie dat de koppelingen tussen planologische beslissingen en
onteigeningen zoals die nu gelden feitelijk zullen worden gehandhaafd.
De CU-fractie wil dat deze koppeling in nieuwe wetgeving wordt
vastgelegd, zodat het niet kan gebeuren dat van iemand land of goed
wordt onteigend terwijl later blijkt dat het voorgenomen project niet
doorgaat. Daarom vroeg deze fractie de bevestiging van de regering dat
onteigening in ultieme gevallen blijft gebeuren zoals het thans gaat.
De in de CHW voorgestelde wijze van onteigening biedt volgens de CU
niet die bescherming waar de overheid in wetten voor moet zorgen.
PvdA-woordvoerder Meindertsma plaatst grote vraagtekens bij de beoogde
werkgelegenheidseffecten. Ook voorziet zij dat het midden- en
kleinbedrijf in de bouw weinig soulaas van de CHW zal ondervinden.
Samen met SGP-senator Van den Berg diende zij een motie in waarin de
regering wordt verzocht te waarborgen dat het midden- en kleinbedrijf
volop en concurrerend kan profiteren van de in de CHW genoemde
projecten. Meindertsma noemde de onderbouwing van de effecten van deze
maatregelen op herstel van de werkgelegenheid in de bouwsector en
aanverwante sectoren âflinterdun, zelfs misleidendâ.
De PvdA-senator betoogde dat het slimmer is om in de huidige crisis in
te zetten op verbetering van de bestaande woningen dan op het bouwen
voor de leegstand van nieuwe woningen. Ook senator Meindertsma diende
een motie in geïnspireerd op het rapport Elverding waarin staat dat
projecten versneld kunnen worden door een verkenningsfase in te lassen
met alternatievenonderzoek, met inbegrip van participatie. De motie
verzoekt de regering de methode-Elverding toe te passen bij de
voorgestelde 70 projecten in de CHW en bij de projecten die later nog
aan de lijst worden toegevoegd.
Senator Vliegenthart van de SP-fractie stelt dat de regering zich
heeft verstrikt in de Crisis- en herstelwet. Deze is volgens hem
horende doof geweest voor waarschuwingen van de Raad van State,
experts en maatschappelijk organisaties. De SP in de senaat neigt naar
afkeuring van de CHW, maar is bereid om alsnog te bezien welke
projecten alsnog in aanmerking kunnen komen voor versnelling, zonder
daarbij belangrijke inspraakrechten van burgers en andere
belanghebbenden op te geven. Volgens de SP-woordvoerder tast de CHW
vrijwel alle bestaande omgevingswetgeving aan die in de afgelopen
jaren tot stand is gebracht. Ook de Wabo, die nog door de Eerste Kamer
moet worden goedgekeurd, en de anderhalf jaar oude Wro worden door tal
van bepalingen in de CHW ondergeschikt gemaakt aan zogenoemde
projectuitvoeringsbesluiten.
Vliegenthart verklaarde getroffen te zijn door de opmerking van
premier Balkenende tijdens een partijbijeenkomst van het CDA dat de
CHW ook een product is van het christen-democratische gedachtegoed.
âWelke ideologische onderbouwing ziet de premier achter het ontnemen
van inspraakrechten van burgers?â, vroeg senator Vliegenthart.
Senator Laurier van GroenLinks spande de kroon met het indienen van
zeven moties. Drie hebben betrekking op de luchthavens Twente,
Lelystad en Eindhoven. Een vierde handelt over de verlenging van de A4
door Midden-Delfland. De vijfde gaat over snelwegen in de regio
Parkstad Limburg. De zesde over de bypass tussen de rivier de IJssel
en het IJsselmeer bij Kampen en de zevende over de verbreding van de
wegen A1, A6 en A9 als alternatief voor een directe verbindingswet
tussen de A6 en de A9. De CHW speelt volgens GroenLinks een
oneigenlijke rol bij al deze projecten.
Ook de senatoren Koffeman (Partij voor de Dieren) en Yildirim
(Fractie-Yildirim) voeren aanzienlijke bezwaren aan tegen de invoering
van de CHW.
Eerste Kamer der Staten Generaal