Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Datum 17 maart 2010
Betreft kamervragen onbevoegde docenten voor de klas

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Besselink (PvdA) van uw kamer inzake "onbevoegde docenten voor de klas".
De vragen werden mij elektronisch toegezonden met kenmerk 2010Z04078.

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

a
na 1 van 3 Pagi





2010Z04078 Datum

Vragen van het lid Besselink (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Onze referentie Wetenschap over onbevoegde docenten voor de klas. (Ingezonden 5 maart 2010) DL/A/195987


1
Hoe beoordeelt u de bevindingen van het onderzoek van Trouw waaruit blijkt dat bijna 80 procent van de scholen begin vorig schooljaar meer onbevoegden telde dan het jaar daarvoor? 1)

De gegevens die Trouw in het artikel kenbaar maakt over onbevoegdheid in het voortgezet onderwijs, zijn ons bekend. Trouw heeft deze cijfers namelijk afgeleid van gegevens van de site bevoegd.nl die door het ministerie van OCW vorig jaar in het leven is geroepen. Deze site geeft echter geen cijfers over het aantal onbevoegde docenten, maar over het aantal onbevoegd gegeven lessen. Het onderzoek dat Trouw zelf heeft uitgevoerd is op basis van een vergelijking van 150 scholen via de site. Deze steekproef is niet representatief. Voor ons is het percentage onbevoegd gegeven lessen in Nederland (zie antwoord op vraag 2) belangrijker dan op hoeveel procent van de scholen deze stijging heeft plaatsgevonden.


2
Deelt u de zorgen over deze grote stijging van het aantal onbevoegde docenten en kunt u aangeven wat de oorzaak is van deze grote stijging?

82% van de lessen in het voortgezet onderwijs wordt gegeven door leraren die daarvoor bevoegd of minimaal benoembaar zijn. We zien inderdaad dat zo'n 18% van de lessen wordt gegeven door een leraar die daar niet toe bevoegd is. Dat is ten opzichte van 2007 een kleine stijging in het aandeel onbevoegd gegeven lessen (1 procentpunt). Deze stijging is voor mij niet voldoende om de conclusie te trekken dat het percentage onbevoegd gegeven lessen expansief is gestegen.


3
Deelt u de conclusie van een onderzoek van het SCO-Kohnstamm Instituut en ITS dat on(der)bevoegd lesgeven hooguit een tijdelijke noodoplossing kan zijn? 2)

De hoofdregel is dat alleen benoembare docenten met het geven van onderwijs worden belast. In het voortgezet onderwijs bestaat de mogelijkheid om in noodgevallen, vooral om lesuitval te voorkomen, onbevoegde leraren maximaal voor telkens een jaar met het geven van onderwijs te belasten. Het inzetten van onbevoegde leraren mag geen structureel karakter krijgen. De inspectie gaat het toezicht op dit punt intensiveren.


4
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat er bevoegde en bevlogen leraren voor de klas staan?

Ja. Zie het antwoord op vraag 3. De kwaliteit van leraren is van doorslaggevend belang voor de prestaties van leerlingen. We moeten dus alles op alles zetten om goede, bevlogen en bevoegde nieuwe docenten voor de klas te krijgen en de huidige docenten zoveel als mogelijk te behouden.

Pagina 2 van 3






5 Datum Deelt u de mening dat de speciale subsidies voor zij-instromers om die

bevoegdheid te halen onmisbaar zijn? Onze referentie DL/A/195987

Om de hoogste nood op de onderwijsarbeidsmarkt te ledigen, is voor het

voortgezet onderwijs en de BVE sector de tijdelijke zij-instroom subsidieregeling 2009-2011 in het leven geroepen. Deze subsidie blijkt in een grote behoefte te voorzien en raakte in 2009 al binnen enkele maanden uitgeput. In 2009 leidde dat tot 416 extra zij-instromers die direct inzetbaar zijn voor de klas en binnen twee jaar hun bevoegdheid halen. Voor 2010 is 12 miljoen beschikbaar. Dat kan leiden tot nog eens 630 extra zij-instromers.


6
Op welke wijze is extra aandacht besteed aan begeleiding van nieuwe docenten, zowel jonge instromers als zij-instromers?

De begeleiding van startende leraren is de verantwoordelijkheid van de werkgevers. Scholen bepalen dus zelf op welke wijze zij hun beginnende leraren begeleiden. In de meest recente CAO VO is afgesproken dat beginnende leraren vanaf 1 augustus 2009 recht hebben op een reductie van hun lestaak, zodat ze meer tijd hebben voor begeleiding en voorbereiding. Zij zullen daardoor in het eerste jaar van hun carrière 20 procent minder voor de klas staan. Op verzoek van de Tweede Kamer doet het ministerie van OCW in 2010 nader onderzoek naar de motieven van jonge leraren om te stoppen met hun onderwijsloopbaan


1) Trouw, 25 februari 2010: "Steeds meer onbevoegden voor de klas. Tekort laat school geen keus"
http://www.trouw.nl/onderwijs/article2998059.ece/Steeds_meer_onbevoegden_v oor_de_klas_.html

2) Onbevoegd lesgeven: een noodoplossing, ISBN 978-90-6813-865-8

Pagina 3 van 3