Datum 12 maart 2010
Afspraken over taken en werkzaamheden van de
patiëntenvertrouwenspersoon in de GGZ.
Geachte voorzitter,
In mijn brief van 19 mei jl. (CZ/CGG-2929141) heb ik aangekondigd u te
informeren over de afspraken die ik met de Stichting
Patiëntenvertrouwenspersoon (Stichting PVP) en de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) heb gemaakt. De afspraken met de Stichting PVP zijn
gericht op het versterken van de signalerende rol van de
patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) in de GGZ. De afspraken met de IGZ zijn er
op gericht dat een door een PVP afgegeven signaal goed door de IGZ wordt
opgepakt.
De PVP is de onafhankelijke ondersteuner van patiënten in de GGZ. Vanuit die
onafhankelijke positie kan de PVP signalen opvangen die anders uit het zicht
blijven van zorgaanbieders en de toezichthouder. Het versterken van de
signalerende rol van de PVP in de GGZ is één van de initiatieven die ik in
samenwerking met de betrokken partijen heb genomen om dwang en drang in de
GGZ terug te dringen. Ik acht het van groot belang dat zorgaanbieders en de IGZ
signalen van de PVP over onregelmatigheden in instellingen goed oppakken. Zeker
als het onregelmatigheden in de toepassing van dwang en drang betreft.
Signalering door de PVP
Signalering is een van de reguliere taken van de PVP, naast
informatieverstrekking aan cliënten, klachtenbegeleiding voor cliënten en
klachtenbemiddeling voor cliënten. De signalerende rol van de PVP bestaat eruit
tekortkomingen in de structuur en het functioneren van instellingen te signaleren,
voor zover deze tekortkomingen aan de rechten van cliënten afbreuk doen.
De PVP streeft er naar om signalen op het laagst mogelijke niveau binnen de
instelling op te lossen, dus bijvoorbeeld op afdelingsniveau met de betrokken
medewerker(s). Pas indien de geadresseerde niet tijdig reageert of de
tekortkoming niet afdoende oplost, spreekt de PVP het volgende niveau aan,
bijvoorbeeld de leidinggevende van de betrokken medewerker(s). Hierbij kan een
PVP tot het niveau van de Raad van Bestuur gaan. Slechts in uitzonderlijke
gevallen informeert de PVP de IGZ. Later in deze brief ga ik daar uitgebreider op
in.
De PVP heeft een geheimhoudingsplicht. In principe houdt de patiënt de regie. De
PVP kan hier alleen van afwijken als hij een onaanvaardbare situatie constateert
en de betrokken patiënt zelf niet in staat is om actie te ondernemen of sprake is
van een evident ernstige gevaarssituatie.
Overigens heeft de PVP geen specifieke taak op het punt van het melden van
calamiteiten in een instelling. Gebeurtenissen die onverwacht hebben geleid tot de
dood of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt moeten door de betrokken
zorgaanbieder aan de IGZ worden gemeld.
Afspraken met de Stichting PVP
Om de signalerende functie van de PVP te versterken, heb ik de volgende
afspraken gemaakt met de Stichting PVP.
1) Leidraad signalering
De Stichting PVP hanteert een leidraad waarin de signalerende rol van de
PVP wordt uitgewerkt.
2) Reactietermijnen
Ik heb met de Stichting PVP afgesproken dat zij termijnen gaan hanteren
waarbinnen een instelling op een signaal dient te reageren. In de
genoemde leidraad wordt benoemd dat een PVP een termijn geeft die
redelijk is en in verhouding staat tot de ernst van de onregelmatigheid,
maar die niet langer is dan drie weken.
3) Wet Verplichte GGZ
Mijn voornemen is om de signaleringstaak van de PVP op te nemen in de
nieuwe Wet Verplichte GGZ.
4) Jaarrapportages
De PVP maakt jaarlijks een rapportage met kwalitatieve en kwantitatieve
informatie over de ondersteuning van cliënten door de PVP in de
betreffende instelling. Ook bevat ze informatie over de door de PVP
opgevangen signalen. De rapportage is in verband met de
geheimhoudingsplicht van de PVP niet te herleiden tot individuele
casuïstiek. De jaarrapportage kan een bijdrage leveren aan het interne
proces van kwaliteitsverbetering van de instelling. De PVP stuurt de
jaarrapportage aan de Raad van Bestuur en cliëntenraad. Binnen drie
maanden na ontvangst bespreekt de Raad van Bestuur de rapportage met
de cliëntenraad en PVP. Ik verwacht dat de Raad van Bestuur vervolgens
binnen zes maanden zowel de jaarrapportage als een verslag van het
gesprek met de PVP naar de Raad van Toezicht en de IGZ stuurt.
5) Onderzoek
Ik vind het van belang om te bekijken of de taken van de PVP uitgebreid
kunnen worden met een kwalitatief monitorende functie die is gericht op
waarborging van de rechten van de patiënt. De Stichting PVP heeft
aangegeven dat zij gaat onderzoeken of het zinvol en passend is om de
taken van de PVP op deze wijze uit te breiden. De Stichting voert deze
nieuwe functie alleen in als uit het onderzoek blijkt dat hiervoor een breed
draagvlak is. Overigens zou deze functie in eerste instantie alleen op
gesloten afdelingen worden ingevoerd.
6) Jaarplannen
Met ingang van 2010 maakt de PVP per zorgaanbieder een jaarplan. Dit
jaarplan komt in overleg met de zorgaanbieder en cliëntenraad tot stand.
Het bevat de speerpunten van de PVP voor het komende jaar. In de
jaarplannen voor 2010 vormt het geven van extra aandacht aan het
voorlichten van de medewerkers van GGZ instellingen over de
werkzaamheden van de PVP in ieder geval een speerpunt.
Afspraken met de Stichting PVP en de IGZ
Signalen die door een PVP worden afgegeven aan de IGZ dienen goed te worden
opgepakt. Daarom heb ik met de Stichting PVP en de IGZ de volgende afspraken
gemaakt.
Een PVP kan besluiten een signaal door te geleiden naar de IGZ indien de
instelling ook op het niveau van de Raad van Bestuur het signaal niet aanpakt of
er niet op reageert. Dit besluit neemt hij altijd in overleg met zijn leidinggevende.
Indien een PVP besluit een signaal naar de IGZ door te geleiden, meldt hij dit aan
de Raad van Bestuur en cliëntenraad van de betreffende instelling. Ik verwacht
dat de Raad van Bestuur vervolgens een kopie van de melding aan de Raad van
Toezicht van de instelling stuurt. De PVP dient een melding die is gericht aan de
IGZ in bij het IGZ loket in Utrecht. De IGZ garandeert dat een melding van een
PVP altijd naar de IGZ-inspecteur/accounthouder van de betreffende instelling
doorgestuurd wordt, zodat deze het signaal kan oppakken.
Ik verwacht dat de gemaakte afspraken ertoe leiden dat de zorgaanbieders en
toezichthouder de onregelmatigheden die een PVP constateert goed zullen
oppakken. Ik heb de koepels van zorgaanbieders in de GGZ schriftelijk
geïnformeerd over de gemaakte afspraken en de rol die de GGZ instellingen
daarin hebben. Ik heb de koepels gevraagd hun leden op deze afspraken attent te
maken. Daarbij heb ik gewezen op het belang van de signaalfunctie van de PVP in
hun instelling.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport