12 maart 2010
beantwoording vragen inzake het convenant bemiddeling thuiszorg
Geachte voorzitter,
Op 5 december 2008 zond u de staatssecretaris van VWS vragen naar aanleiding
van haar brief van 10 november 2008 inzake het convenant bemiddeling in de
thuiszorg bij AWBZ-erkende thuiszorginstellingen (TK 2008-2009, 26 631, nr.
281). Op 11 februari 2009 heeft de staatssecretaris u een overall antwoord (TK
2008-2009, 26 631, nr. 302) op deze vragen gezonden. Bij brieven van 14 januari
2010 verzocht u de Staatssecretarissenvan Financiën en VWS alsnog een
antwoord per gestelde vraag te doen toekomen. Ik kan u, mede namens de
Minister van Financiën, als volgt berichten.
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie.
1
Kan de staatssecretaris bij benadering aangeven hoeveel zelfstandigen zonder
personeel er werkzaam zijn in dat deel van de thuiszorg dat nog vanuit de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt betaald?
1
In de aangehaalde brief van 11 februari 2009 is aangegeven dat er naar schatting
zo'n 10.000 zzp-ers zijn die met behulp van bemiddelingsbureaus werkzaam zijn.
Dit komt overeen met ongeveer 7.500 fte.
2
Heeft de staatssecretaris zicht op hoeveel AWBZ-erkende instellingen hebben
aangeven het convenant te gaan ondertekenen of reeds hebben ondertekend?
2
Blijkens gegevens van de Belastingdienst hebben zich 32 organisaties zich tot en
met 4 februari 2009 aangemeld om overeenkomstig het convenant te gaan
werken. Na 4 februari 2009 is er verder geen uitvoering meer gegeven aan het
convenant.
Pagina 1 van 16
3 Ons kenmerk
Zijn er ook instellingen die geen lid zijn van Branchebelang Thuiszorg Nederland DLZ/KZ-U-2983058
(BTN) en in hoeverre bindt dat deze instellingen aan het convenant? Dreigt ook
met het afhaken van Actiz geen beperkte reikwijdte van het convenant?
3
Het al dan niet aangesloten zijn bij een branchevereniging was niet van invloed op
de mogelijkheid om zich voor deelname aan het convenant aan te melden. Elke
organisatie die zich meldde voor deelname, dient zich hier ook aan te houden.
4
De staatssecretaris heeft op 21 oktober 2008 een reactie naar Actiz gestuurd. Op
25 november 2008 heeft Actiz via een persbericht «gedreigd» met een kort
geding. Hoe beoordeelt u die stap en wat is de huidige stand van zaken?
4
Over het vervolg na het `dreigement' bent u geïnformeerd bij bovenaangehaalde
brief van 11 februari 2009.
5
Bemiddelingsbureaus moeten beschikken over een werkend kwaliteitssysteem
gebaseerd op een HKZ-schema bemiddeling (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling
in de Zorg). Ook wordt er een keurmerk voor de zelfstandig ondernemend
zorgverlener ontwikkeld. Sluiten deze twee kwaliteitssystemen straks op elkaar
aan en hoe verhouden zij zich tot elkaar?
6
Waarom moet een bemiddelingsbureau een kwaliteitssysteem hebben dat
gebaseerd is op een HKZ-schema bemiddeling en waarom kan daarvoor niet een
ander systeem worden gehanteerd?
5 en 6
Aan het convenant wordt verder geen uitvoering meer gegeven. De verplichting te
beschikken over een kwaliteitssysteem gebaseerd op HKZ vloeit dus ook niet meer
uit het convenant voort.
7
Is het keurmerk voor de zelfstandig ondernemend zorgverlener (zoz) inmiddels
gereed en ook het register per 1 januari 2009 open? Zo nee, wanneer dan wel?
7
Het keurmerk ZOZ is gereed. Zorgvragers kunnen de gegevens van hun
zorgverlener verifiëren op de website www.mijnkeurmerk.nl.
8
Hoe kan het zijn dat bemiddelingsbureaus, die niet tot doel hebben zorg te
verlenen, de status van toegelaten instelling kunnen krijgen? Is dat niet strijdig
met de bedoelingen van de wet? Pagina 2 van 16
Ons kenmerk
9 DLZ/KZ-U-2983058
Kunnen bemiddelingsbureaus door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en
door zorgvragers worden aangesproken op de kwaliteit en continuïteit van zorg?
Zo nee, waarom niet? Ontstaat er in dat geval niet een leemte in de
verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg?
8 en 9
Bemiddelingsbureaus die een contract willen sluiten met een zorgkantoor voor de
levering van AWBZ-zorg in natura dienen te beschikken over een Wtzi-toelating.
Daarnaast dienen zij op dezelfde wijze als zorgaanbieders met personeel in
loondienst te voldoen aan de eisen van transparantie en kwaliteit. Ook beschikken
zij over een OE-code. Daarmee zijn zij als zorgaanbieder bekend bij de IGZ en
kunnen zij metingen verrichten met de indicatoren Verantwoorde Zorg VV&T.
10
Wordt dit convenant na een jaar nog geëvalueerd en kan het eventueel worden
bijgesteld?
10
Aangezien aan het convenant geen uitvoering wordt gegeven is dit niet aan de
orde.
11
De leden van de CDA-fractie hebben twijfels bij de mogelijkheid dat
bemiddelingsbureaus zorg dragen voor het beheer van de financiële middelen en
een kassierfunctie vervullen. Is op deze wijze gegarandeerd dat alle middelen ook
aan de zorg ten goede komen en in hoeverre zijn zorgvragers voldoende
beschermd tegen onverhoopt misbruik? Deze leden wijzen op de soms negatieve
ervaringen met derdenrekeningen in bijvoorbeeld het notariaat of de
bemiddelingsbureaus voor pgb-houders.
11
Hiervoor verwijs ik u naar het antwoord op vraag 28 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
12
Wat voor gevolgen heeft het gesloten convenant voor de administratieve
lastendruk van alle betrokken instanties en zorgvragers?
13
Worden ook andere relevante instanties, zoals de Kamers van Koophandel, op de
hoogte gesteld van de inhoud van het convenant zodat zij in hun werkwijze daar
rekening mee kunnen houden?
12 en 13
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven.
Pagina 3 van 16
14 Ons kenmerk
De leden van de CDA-fractie vragen tenslotte of een zorgvrager nu goed op de DLZ/KZ-U-2983058
hoogte is van het feit dat hij in contact treed met een bemiddelingsbureau of met
een zorginstelling. Kan de zorgvrager duidelijk het verschil hier tussen zien en de
risico's goed afwegen?
14
Hiervoor verwijs ik u naar het antwoord op de vragen 37 en 38 van het lid Leijten
van 8 januari 2010 (2010Z0029).
Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie
1
Kunnen zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) die niet via een
bemiddelingsbureau werken maar zelf met de zorgvrager overeenkomsten
afsluiten, en voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld voor het verkrijgen
van een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR), alsnog een VAR-wuo (winst uit
onderneming) krijgen? Wordt met dit convenant de motie Blok/Vos uitgevoerd?
1
De mogelijkheid om een VAR aan te vragen bestaat nog steeds. Het convenant
wordt niet uitgevoerd.
2
Kan de modelovereenkomst zorgvrager en zorgverlener uit het convenant gebruikt
worden door een zzp-er die niet via een bemiddelingsbureau aan het werk gaat?
Zo ja, kan zo'n modelcontract als een bewijsstuk voor de Belastingdienst dienen
bij het aanvragen van een VAR-wuo?
2
Als gevolg van het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 4 februari 2009 wordt
de modelovereenkomst vanaf die datum niet meer beschikbaar gesteld.
3
De Belastingdienst behoudt het recht om het convenant met een individuele
thuiszorginstelling wegens bijzondere omstandigheden te beëindigen (blz. 4). Wat
kunnen deze bijzondere omstandigheden zijn? Dienen deze omstandigheden nader
te worden uitgewerkt in het convenant? Kunnen de thuiszorginstellingen waarvan
het convenant door de Belastingdienst is beëindigd tegen dat besluit in beroep
gaan?
4
De bemiddelingsorganisaties dienen voor 1 januari 2009 te beslissen of ze willen
werken met zorgverleners in loondienst dan wel willen bemiddelen zoals bedoeld
in blauwdruk (blz. 29). Ook voor zorgverleners geldt dat ze voor 1 januari 2009
dienen te beslissen of ze willen werken als zorgverlener in loondienst dan wel
willen worden bemiddeld zoals bedoeld in de blauwdruk. Kunnen bemiddelings-
bureaus en zorgverleners later in het jaar op deze beslissing terugkomen? Kunnen Pagina 4 van 16
de bemiddelingsbureaus en de zorgverleners die niet de mogelijkheid hebben Ons kenmerk
gehad om voor 31 december 2008 een beslissing te maken in andere kwartalen in DLZ/KZ-U-2983058
2009 het convenant ondertekenen?
5
Hoeveel bemiddelingsbureaus zijn bij de totstandkoming van het convenant
betrokken geweest?
3, 4 en 5
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven.
6
Actiz stelt dat het bemiddelen van AWBZ-zorg in natura tussen een
bemiddelingsbureau en een zorgvrager geen zorg in natura is, maar een
tussenvorm tussen zorg in natura en een persoonsgebonden budget (pgb). In
hoeverre is volgens de staatssecretaris het bestaan van zo'n tussenvorm
realistisch?
6
In het convenant zou gelezen kunnen wodren dat er sprake zou zijn van een
tussenvorm. De constructie in het convenant is door de rechter verboden. Deze
wordt dus ook niet aangeboden, zodat nu uitsluitend de keuze bestaat tussen zorg
in natura en een pgb.
7
Het convenant gaat per 1 januari 2009 inwerking. Zal dit ook een terugwerkende
kracht hebben voor de periode van bekendmaking van het convenant tot de
inwerkingtreding? Hoe gaat de Belastingdienst om met zaken van
bemiddelingsbureaus en zelfstandigen die geen VAR-wuo of ROW konden krijgen
die voor 2009 speelden?
7
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven.
8
Het keurmerk voor de zorgverleners moet nog worden ontwikkeld door BTN. BTN
is de enige vereniging in de branche die heeft ondertekend. Wat betekent dit voor
zorgverleners en bemiddelingsbureaus die geen lid zijn van BTN?
8
Het keurmerk ZOZ wordt beheerd door de onafhankelijke stichting STIZOZ. Elke
zelfstandige zonder personeel in de zorg kan ervoor kiezen om dit keurmerk te
behalen.
9
Omdat het convenant duidelijkheid schept over de vereisten waar een ondernemer
in de thuiszorg aan moet voldoen, hoeven betrokken ondernemers voor 2009
geen VAR meer aan te vragen. Betekent dit dat een zelfstandige via een en Pagina 5 van 16
hetzelfde bemiddelingsbureau kan gaan werken, zonder de erkenning als Ons kenmerk
zelfstandig ondernemer in gevaar te brengen? Of moet de zzp-er zich bij DLZ/KZ-U-2983058
verschillende bemiddelingsbureaus inschrijven?
9
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven. De Belastingdienst (en het
UWV) beoordeelt een arbeidsrelatie aan de hand van het Besluit van de
Staatssecretaris van Financiën van 6 juli 2006, nr. DGB2006/857M, Stcrt. 141,
Beleidsregels beoordeling dienstbetrekking. In dit besluit is aangegeven hoe te
beoordelen of er een dienstbetrekking is in het kader van de inhoudingsplicht voor
de loonheffingen en verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
1
Er wordt gesproken over AWBZ-erkende instellingen. Hoeveel en welke
zorginstellingen en zorgorganisaties beschikken over een AWBZ-erkenning en
wanneer zijn deze afgegeven? Hoeveel bemiddelingsbureaus hebben een AWBZ-
erkenning en hoeveel hebben geen erkenning?
Hoeveel zorginstellingen en zorgorganisaties die zorg in natura organiseren
beschikken niet over een AWBZ-erkenning en wat is hiervan de reden?
1
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 5 van het lid Leijten van 8 januari
2010 (2010Z0029).
2
Erkent de staatssecretaris dat ook niet-erkende thuiszorginstellingen,
onderaannemers en bemiddelingsbureaus zorg organiseren waar mensen
afhankelijk van zijn en dat deze zorg betaald wordt met gemeenschapgeld en dat
deze instellingen zich dus bezig houden met het organiseren en leveren van zorg?
2
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 6 van het lid Leijten van 8 januari
2010 (2010Z0029).
3
Wat is het verschil in de eisen die wettelijk gesteld worden aan erkende, niet-
erkende thuiszorginstellingen, bemiddelingsbureaus en onderaannemers? Waarom
is dit verschil er? Waarom vallen niet al deze organisaties onder de Wet toelating
zorginstellingen (Wtzi)?
3
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 7 van het lid Leijten van 8 januari
2010 (2010Z0029).
Pagina 6 van 16
4 Ons kenmerk
Waarom worden bemiddelingsorganisaties vrijgesteld van de wetten en regels en DLZ/KZ-U-2983058
waarom is dit volgens de staatssecretaris gewenst? Deelt de staatssecretaris de
mening dat iedere euro die beschikbaar is voor zorg daar ook aan besteed moet
worden?
4
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 8 van het lid Leijten van 8 januari
2010 (2010Z0029).
5
Hoe wordt voorkomen dat de winsten die gemaakt worden bij
bemiddelingsorganisaties wegvloeien naar commerciële organisaties en/of
directeureigenaren? Hoe gaat gestimuleerd worden dat er indien er winst wordt
gemaakt, dit geheel wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit en
kwantiteit van zorg, betere arbeidsvoorwaarden op de werkvloer en betere
salarissen voor uitvoerende zorgverleners?
5
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 9 van het lid Leijten van 8 januari
2010 (2010Z0029).
6
Waarom moet worden bevorderd dat zoveel mogelijk AWBZ-erkende instellingen
uit de branche individueel gaan ondertekenen? Wat zijn de consequenties als zij
dat niet doen? Kunnen zzp-ers enkel werken via de organisaties van BTN die dit
convenant ondersteunen?
6
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 10 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
7
Wat zijn de consequenties per 1 september 2009 voor de zzp-ers en hun cliënten
die werken/zorg krijgen via leden van Samenwerkende Professionele Organisaties
Thuiszorg (SPOT) en Actiz of via een pgb? Kunnen zij de zorg blijven geven en
blijven zij deze betaald krijgen?
7
Ik zie geen reden waarom zzp-ers die werken in opdracht van leden van SPOT of
ActiZ of van pgb-houders anders behandeld zouden worden dan zzp-ers die
andere opdrachtgevers hebben.
8
Erkent de Belastingdienst de zzp-ers die actief zijn buiten dit convenant en betaald
krijgen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de
Zorgverzekeringswet (Zvw) ook als zzp-er?
Pagina 7 van 16
8 Ons kenmerk
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 11 van het lid Leijten van DLZ/KZ-U-2983058
8 januari 2010 (2010Z0029).
9
Waarom wordt dit convenant ingevoerd terwijl de andere brancheorganisaties van
werkgevers in de thuiszorg (Actiz en SPOT) hier afstand van doen en Actiz zelfs
naar de rechter is gestapt?
9
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven.
10
Is het de bedoeling dat erkende en niet-erkende thuiszorginstellingen zich via dit
convenant ombouwen tot bemiddelingsorganisaties en hun personeel verder
flexibiliseren door hen enkel de mogelijkheid tot het werken als zzp-er aan te
bieden of de mogelijkheden van het werken in loondienst te beperken?
10
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 13 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
11
Erkent de staatssecretaris dat de werkgeverslasten voor bemiddelingsbureaus tot
een minimum beperkt worden, en dat zij degene zijn die met dit convenant
bepalen welke zorgverlener bij welke zorgvrager zorg gaat leveren?
11
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 14 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
12
Erkent de staatssecretaris dat met dit convenant enkel de
bemiddelingsorganisaties beter af zijn omdat zij nu gevrijwaard zijn van de
«dreiging» fictief dienstverband maar dat deze dreiging nog steeds kan en hangt
boven de zorgvragers en de zorgverleners? Zo ja, welke concrete maatregelen
gaan getroffen worden om de positie van de zorgvragers en zorgverleners te
versterken? Zo nee, waarom niet?
12
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 15 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
13
Er wordt enkel gesproken over AWBZ-zorg, betekent dit dat het convenant niet
van toepassing is op de zorg die gefinancierd wordt via de Wmo en de Zvw? Deze
Pagina 8 van 16
leden vragen hoe dit convenant zich verhoudt met de recentelijk ingediende Ons kenmerk
aanpassing aan de Wmo inzake de alfahulpen. DLZ/KZ-U-2983058
13
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven.
14
Erkent de staatssecretaris dat alle zorginstellingen die AWBZ-zorg in natura of via
een pgb laten financieren openheid moeten geven over de bedrijfsvoering, zoals
de hoogte van de salarissen, vergoedingen en winstuitkeringen van de
directie/bestuurders/eigenaren van de deze instellingen? Moeten deze
zorginstellingen aantoonbaar verantwoording dragen voor de kwaliteit van zorg en
continuïteit van zorg? Erkent de staatssecretaris tevens dat al deze
zorginstellingen moeten vallen onder de Wtzi?
14
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 7 van het lid Leijten van 8 januari
2010 (2010Z0029).
15
Waarom overlegt de Belastingdienst niet zelf met de zzp-ers?
15
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 16 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
16
Waarom overlegt Zorgverzekeraars Nederland (ZN) niet zelf met de
zzp-ers?
16
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 27 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
17
Waarom overlegt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
niet zelf met de zzp-ers?
17
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 17 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
18
Waarom zijn de zzp-ers in de zorg zelf geen ondertekenaar van dit convenant?
Erkent de staatssecretaris dat een brancheorganisatie van werkgevers in de
thuiszorg zoals BTN, niet de groep zzp-ers kan vertegenwoordigen?
Pagina 9 van 16
18 Ons kenmerk
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 18 van het lid Leijten van DLZ/KZ-U-2983058
8 januari 2010 (2010Z0029).
19
Wat is de reactie van de staatssecretaris op de negatieve reactie op dit convenant
van de beroepsorganisatie Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (VenVN)
en de landelijke belangenorganisatie ZZP Nederland?
19
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 19 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
20
Waarom zijn deze organisaties niet betrokken bij het opstellen van dit convenant?
Waarom hebben zij dit convenant niet ondertekend?
20
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 20 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
21
Is de staatssecretaris zich ervan bewust dat het werken als zzp-er in de zorg door
zorgverleners vaak wordt ingegeven door de onvrede die zij ervaren in de
instellingen over de wijze waarop zij hun werk moeten indelen en uitvoeren? Zo
ja, wat gaat de staatssecretaris doen aan het verbeteren van de omstandigheden
van mensen die in loondienst werken in de zorg?
21
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 21 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
22
Erkent de staatssecretaris dat het werken als zzp-er niet voor iedereen die op dit
moment werkzaam is in de thuiszorg, is weggelegd? Hoe verhoudt het stimuleren
van de zzp-ers zich met uw voornemen meer mensen naar de zorg te lokken als
met werken in de zorg geen economische zelfstandigheid meer te verwerven is?
22
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 22 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
23
Is de staatssecretaris zich ervan bewust dat de groep werkers in de zorg voor een
groot deel uit vrouwen bestaat en dat deze groep al vaak slecht voorbereid is op
de oude dag?
Pagina 10 van 16
23 Ons kenmerk
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 23 van het lid Leijten van DLZ/KZ-U-2983058
8 januari 2010 (2010Z0029).
24
Is het de staatssecretaris bekend dat een recentelijk advies van ZZP Nederland
sprak van een minimaal uurtarief van 30 euro? Is het de staatssecretaris ook
bekend dat de meeste bemiddelingsbureaus tarieven hanteren voor
verpleegkundigen en verzorgenden tussen 10 en 20 euro per uur en dat een zzp-
er daar niets tegen in te brengen heeft en vaak daarvan ook nog 10 tot 25% aan
het bemiddelingsbureau moet betalen voor administratiekosten? Is de
staatssecretaris bereid onderzoek te laten doen naar de tarieven die gehanteerd
worden door zzp-ers en hoe de sociaal economische situatie is van deze groep?
24
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 24 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
25
Hoe hebben bijvoorbeeld zzp-ers zelf invloed op de prijs/tarieven die gehanteerd
gaan worden? Waarom vinden de prijsonderhandelingen plaats tussen
bemiddelingsorganisatie en het zorgkantoor? Waarom kan een zzp-er niet zelf
rechtstreeks afspraken maken met het zorgkantoor? Waarom is een extra
kassiersfunctie nodig van het bemiddelingskantoor? Hoe groot is het gevaar dat
bemiddelingsbureaus hoge administratiekosten en bemiddelingskosten gaan
hanteren? In hoeverre heeft een zorgkantoor daar invloed op?
25
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op de vragen 25 tot en met 29 van het lid
Leijten van 8 januari 2010 (2010Z0029).
26
Is het waar dat bemiddelingsorganisaties dan ook niet hoeven te beschikken over
kennis en een visie over en op zorg? Vindt de staatssecretaris dit een gewenste
ontwikkeling? Zo ja, waarom en zo nee, welke maatregelen gaat zij treffen om er
voor te zorgen dat niet iedereen een bemiddelingsbureau kan starten in de zorg?
26
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 30 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
27
Zoals het er nu naar uitziet hoeft er enkel dit convenant getekend te worden maar
wie controleert de bemiddelingsorganisaties? Aan welke wetten en regels moeten
zij voldoen om actief te kunnen zijn in de zorg?
Pagina 11 van 16
27 Ons kenmerk
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op de vragen 3, 6, 7 en 8 van het lid Leijten DLZ/KZ-U-2983058
van 8 januari 2010 (2010Z0029).
28
Waarom wordt het keurmerk ontwikkeld door BTN? Waaruit blijkt dat BTN
beschikt over de kennis, de vaardigheden en de deskundigheid op het gebied van
het ontwikkelen van keurmerken van beroepsbeoefenaren?
28
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 31 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
29
Is het de staatssecretaris bekend dat de beroepsorganisatie VenVN afstand heeft
gedaan van het al ontwikkelde keurmerk en wat is daarop uw reactie?
29
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 32 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
30
In hoeverre zijn de andere beroepsorganisaties betrokken bij het Keurmerk? In
hoeverre zijn de cliëntenorganisaties daarbij betrokken?
30
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 33 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
31
Hoeveel geld is beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van dit keurmerk en
welke organisatie heeft dit geld gekregen?
31
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 34 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
32
Er is nog geen officieel keurmerk, toch moet dit convenant per 1 januari 2009
ingaan. Op welke wijze is gewaarborgd dat de bemiddelingsorganisaties en andere
organisaties die werken met zzp-ers, werken met mensen die bevoegd en
bekwaam zijn en wie beoordeelt dit?
32
Zzp-ers kunnen, als zij niet beschikken over een keurmerk, hun bevoegdheid en
bekwaamheid aantonen met diploma's en certificaten. De opdrachtgever kan zich
daarmee een oordeel vormen over de kwalificaties van de zzp-er. Pagina 12 van 16
Ons kenmerk
DLZ/KZ-U-2983058
33
Hoe worden zorgvragers in dit convenant beschermd tegen onprofessioneel
gedrag van de zorgverlener? Met andere woorden hoe kunnen zorgvragers
beoordelen dat de zorgverlener die zij via de «match» van een
bemiddelingsbureau gekregen hebben een professional is die beschikt over de
juiste kennis, vaardigheden, werkervaring en bevoegdheden? Wie is aansprakelijk
indien dit onverhoopt niet zo is? Is de staatssecretaris zich ervan bewust dat pas
achteraf kan worden geconstateerd dat een bemiddeling slecht of wellicht zelfs
fataal kan zijn voor mensen? In hoeverre zijn bemiddelingsbureau wettelijk
aansprakelijk te stellen voor een verkeerde match?
33
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 35 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
34
Wie zijn de zorgvragers die gebruik maken van een bemiddelingsorganisatie? Zijn
dit niet over het algemeen dezelfde mensen die gebruik maken van een pgb?
34
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 36 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
35
Waarom is Per Saldo niet betrokken bij dit convenant en wat is de reactie van Per
Saldo op het convenant?
35
Per Saldo zet zich in voor mensen met een pgb. Het convenant zag op AWBZ-zorg
in natura. Dat zijn twee verschillende zorgvormen.
36
Kan een bemiddelingbureau zich ook opwerpen als zaakwaarnemer van de
zorgvrager? Zo ja, erkent de staatssecretaris dat er een ongezonde
afhankelijkheidsrelatie kan ontstaan tussen bemiddelingsbureau en de zorgvrager?
36
Bij AWBZ-zorg in natura is het niet aan de orde dat een bemiddelingsbureau zich
opwerpt als zaakwaarnemer van de zorgvrager. Als de zorgvrager pgb-houder is,
kan hij gebruik maken van een zaakwaarnemer. Per Saldo en de Stichting De
Ombudsman hebben een gedragscode ontwikkeld om het ontstaan van een
ongewenste afhankelijkheidsrelatie tussen budgethouder en bemiddelingsbureau
te voorkomen. Het convenant had echter niet geen betrekking op zorg op basis
van een pgb.
Pagina 13 van 16
37 Ons kenmerk
Kan het zijn dat zorgkantoren zonder dat mensen daar zelf bewust voor kiezen DLZ/KZ-U-2983058
zorgvragen uitzetten bij bemiddelingsbureaus?
37
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 37 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
38
Hebben zorgvragers een keuze indien de reguliere thuiszorginstelling die werkt
met mensen in loondienst «vol» zit en het zorgkantoor hun onderbrengt bij een
bemiddelingsbureau?
38
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 38 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
39
Waarom mogen mensen werkzaam zijn via een bemiddelingsorganisatie die in het
geheel niet beschikken over enige opleiding of diploma's in de zorg?
39
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 39 van het lid Leijten van
8 januari 2010 (2010Z0029).
40
Wat maakt deze mensen bevoegd tot het werken in de zorg en hoe wordt bepaald
dat zij bekwaam zijn? Er wordt gesteld dat zij beschikken over competenties.
Welke competenties zijn dat, wie bepaalt dat en welke criteria worden
gehanteerd?
40
Iemand die in de zorg wil werken, zal bij zijn werkgever (ingeval van loondienst)
of opdrachtgever (als er sprake is van een zelfstandig zorgverlener) moeten
aantonen te beschikken over de vereiste kwalificaties. Dit kan bijvoorbeeld door
het tonen van diploma's en certificaten of door het behalen van een keurmerk als
het keurmerk ZOZ. In het laatste geval stelt een onafhankelijke instantie vast of
de persoon over de vereiste kwalificaties voldoet.
41
Wat vindt de Inspectie van de ontwikkeling om mensen zonder opleiding in te
zetten in de zorg en deze mensen dan ook nog geheel verantwoordelijk te maken
voor de kwaliteit van de zorgverlening
41
Er is geen sprake van dat mensen zonder opleiding in de zorg worden ingezet die
geheel verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de zorg.
Pagina 14 van 16
Ons kenmerk
42 DLZ/KZ-U-2983058
Enkel verpleegkundige vallen onder de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (BIG). Hoe wordt de kwaliteit van verzorgenden en
ongekwalificeerde mensen gegarandeerd?
42
De zorgaanbieder die voor AWBZ-zorg in natura is gecontracteerd door het
zorgkantoor, is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de namens hem geleverde
zorg. Deze zorgaanbieder moet dus beoordelen of de door hem in te zetten
mensen over voldoende kwalificaties beschikken om de benodigde zorg te
verlenen.
43
Waarom wordt de klachtenafhandeling niet door de zorgkantoren ter hand
genomen? Erkent de staatssecretaris dat zij de eindverantwoordelijke zijn?
43
Voor de inhoud van de zorg, denk daarbij aan de bejegening van de cliënt door de
zorgverlener, is de Wet klachtrecht cliënten zorgsector van toepassing. Deze wet
regelt dat de cliënt zich bij klachten kan wenden tot de klachtencommissie van de
zorgaanbieder. Als de cliënt klachten heeft over de zorgverlening in relatie tot de
indicatiestelling, dus de uitvoering van de AWBZ, is het zorgkantoor
aanspreekbaar.
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
1
De leden van de VVD-fractie vragen wat sinds dit convenant nu precies het
verschil is tussen een bemiddelingsbureau en een uitzendbureau. Tevens vragen
zij of zij goed begrijpen dat onder het convenant het bemiddelingsbureau
verantwoordelijk is voor het inzetten en controleren van minimum-kwaliteitseisen
(als BIG-registratie of verzorgingsdiploma's), maar dat de zzp-er hoofdelijk
verantwoordelijk is voor de kwaliteit van zijn eigen werk. De leden geven als
voorbeeld dat een bemiddelingsbureau een verzorgende inzet op een plek waar
een verpleegkundige zou moeten zijn. Zij vragen wie dan aansprakelijk is voor de
kwaliteit, het bureau dat deze keuze maakte of de zzp-er die de klus aannam?
1
Aan het convenant wordt geen uitvoering gegeven. Over de verantwoordelijkheid
voor de kwaliteit van de geleverde zorg, kan ik u verwijzen naar de uitspraak van
de Rechtbank Den Haag van 29 december 2009. In dat vonnis oordeelde de
rechter dat degene die door het zorgkantoor is gecontracteerd voor de levering
van AWBZ-zorg volledig verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geleverde
zorg.
2
Ook vraagt de VVD-fractie wie de zorginhoudelijke afspraken met de cliënt maakt.
Pagina 15 van 16
2 Ons kenmerk
Op grond van het Besluit zorgplanbespreking AWBZ-zorg van 2 maart 2009 DLZ/KZ-U-2983058
(Staatsblad 2009, nr. 131) is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor het
organiseren van een bespreking met de cliënt. Het resultaat van deze bespreking
wordt vastgelegd in een zorgplan. In de dagelijkse praktijk zal de bespreking,
leidend tot het zorgplan, met de cliënt gedaan worden door de eerstverant-
woordelijke verpleegkundige of verzorgende (evv-er). Dit kan ook een zzp-er zijn.
3
Tenslotte vragen de leden van de VVD-fractie of het mogelijk is dat een zzp-er
zelfstandig een AWBZ-erkenning krijgt en aldus rechtstreeks productieafspraken
kan maken met het zorgkantoor. Wat wordt verstaan onder instelling in het
Besluit zorgaanspraken AWBZ en geldt deze kwalificatie ook voor een zzp-er?
3
Op grond van het Besluit zorgaanspraken AWBZ kunnen productieafspraken nu
alleen met instellingen worden gemaakt. De AWBZ hanteert dezelfde definitie van
instelling als de Wet toelating zorginstellingen, namelijk een organisatorisch
verband dat een toelating als bedoeld in artikel 5. lid 1, van de Wtzi heeft (artikel
1, lid 1, sub f). Een zzp-er is geen organisatorisch verband en kan dus niet als
instelling gekwalificeerd worden.
Ik vertrouw erop hiermee alsnog de vragen over het niet uitgevoerde convenant
afdoende te hebben beantwoord.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Pagina 16 van 16
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport