Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over een afscheidsbonus voor een gemeentelijke ambtenaar in Doetinchem

17 maart 2010

2010Z03605 Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een afscheidsbonus voor een gemeentelijke ambtenaar. (Ingezonden 22 februari 2010)
1 Wat is uw mening over het bericht dat een ambtenaar van de gemeente Doetinchem in 2000 een bonus van 187.500 gulden heeft ontvangen? 1) Op basis van de informatie die de gemeente Doetinchem mij beschikbaar heeft gesteld, is mij gebleken dat betreffende ambtenaar deze vergoeding niet uit hoofde van zijn functie van ambtenaar heeft ontvangen, maar in de functie van directeur van een privaat bedrijf, Tebecai Netwerken b.v. Het ging daarbij overigens niet om een bonus, maar om een vergoeding ter vervanging van in de toekomst te derven inkomsten.
2 Deelt u de mening van de huidige burgemeester van de gemeente Doetinchem dat dit bedrag exorbitant hoog is? Hoe is dit bedrag tot stand gekomen? Passen dergelijke bonussen binnen de beloningsregels voor ambtenaren? De vergoeding was bedoeld ter vervanging van in de toekomst te derven inkomsten als directeur van een privaat bedrijf, waarbij werd uitgegaan van de duur van de arbeidsovereenkomst en de hoogte van het salaris. Aangezien het hier niet een vergoeding betreft die betrokkene uit hoofde van zijn functie van ambtenaar heeft ontvangen, bestaat er geen verband tussen deze vergoeding en de beloningsregels voor ambtenaren. In zijn functie van ambtenaar is de Doetinchemse Arbeidsvoorwaardenregeling van toepassing (nagenoeg gelijk aan CAR-UWO). Deze regeling kent dergelijke vergoedingen niet.
3 Mag een ambtenaar in dienst van een gemeente een nevenfunctie hebben als directeur van een gemeentelijk bedrijf? Zo ja, welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Zo nee, hoe heeft dit in Doetinchem dan toch kunnen gebeuren? In de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten is over nevenwerkzaamheden onder meer het volgende bepaald: 'Het is de ambtenaar verboden nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.' Of nevenwerkzaamheden toelaatbaar zijn, moet aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval worden beoordeeld door het college van Burgemeester en Wethouders. Daarbij moet worden gekeken naar de inhoud van de nevenwerkzaamheden en de precieze taak van de ambtenaar in zijn ambtelijke functie. De door mij verkregen informatie van de gemeente Doetinchem geeft het volgende beeld van de gang van zaken: In 1996, toen betrokkene werd benoemd in de functie van directeur Tebecai Netwerken b.v., een privaat bedrijf, bestonden hierover andere opvattingen dan nu. Men zag vooral het voordeel van ambtelijke kennis en kunde, die ten nutte van het bedrijf en wederkerig de gemeente konden worden aangewend. En dus rezen er geen bezwaren toen betrokkene werd benoemd. Hij was al de gemeentelijke vertegenwoordiger binnen de voorganger van de b.v., de Stichting Tebecai, en deed dat naar tevredenheid. Het toenmalige bestuur hechtte dus waarde aan de benoeming van betrokkene. Jaren later veranderden die opvattingen. Dit leidde ook tot de invoer van een ambtelijk integriteitsbeleid. Nu zou een dergelijke constructie door de gemeente niet meer worden toegestaan. Zou een ambtenaar tegenwoordig een dergelijke nevenfunctie melden (conform de huidige regels), dan zou hem toestemming worden onthouden vanwege de mogelijk voorkomende belangenverstrengeling, aldus de gemeente Doetinchem.
4 In welke gemeenten zijn de laatste tien jaar nog meer soortgelijke bonussen voor vergelijkbare functies gegeven? Deze informatie is onbekend.
5 Wat is uw mening over de door de betreffende ambtenaar ontvangen onkostenvergoeding van
1.375 gulden per maand voor één dag werk in de week? Deelt u de mening dat een onkostenvergoeding hier niet gepast is, aangezien het om een gemeentelijk bedrijf gaat en de betreffende ambtenaar in dienst was van dezelfde gemeente? Zo nee, waarom niet? Tebecai Netwerken b.v. was geen gemeentelijk bedrijf. De onkostenvergoeding werd niet door de gemeente Doetinchem betaald. De gemeente Doetinchem was aandeelhouder. Uit de overlegde correspondentie d.d. 10 februari 2010 van de loco burgemeester aan de gemeenteraad van Doetinchem blijkt dat men destijds wist dat betrokkene een onkostenvergoeding genoot ter dekking van te maken onkosten. Dit stuitte niet op bezwaren. Betrokkene gaf aan dat de onkosten vooral bestonden uit beroepskosten (reiskosten en telefoonkosten). Dit werd reëel geacht. De gemeente was destijds van oordeel dat de functie van directeur van Tebecai Netwerken b.v. als nevenfunctie moest worden gekwalificeerd en los stond van de functie van betrokkene bij de gemeente.
6 Had de betreffende ambtenaar zijn afscheidsbonus moeten melden aan zijn werkgever, d.i. de gemeente Doetinchem? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? De gemeente zag de functie van directeur als een nevenfunctie. De gemeente had er in beginsel niets mee van doen welke inkomsten hiermee werden verworven. De gemeente is van opvatting dat er destijds geen goede afspraken zijn gemaakt en dat ook de keuze voor de constructie destijds geen gelukkige was. Zoals de loco burgemeester in bovenvermelde brief stelde hadden veel vragen en problemen kunnen worden voorkomen als het anders zou zijn geregeld. Van de zijde van de gemeente Doetinchem is mij voorts meegedeeld dat de betrokken ambtenaar na onderzoek door bureau BING erop is aangesproken dat hij geen melding heeft gemaakt van de ontvangen eenmalige vergoeding. Naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders had betrokkene deze vergoeding dienen te melden, om vragen over zijn integriteit en eventuele belangenverstrengeling te voorkomen.
7 Had de gemeente van deze bonus op de hoogte kunnen zijn, aangezien het gaat om een gemeentelijk kabelbedrijf en de bonus is uitgekeerd bij de verkoop hiervan? Zo ja, waarom is dat dan nu pas bekend geworden?
8 Had de gemeente zeggenschap over de bonus en de hoogte daarvan, aangezien het om een gemeentelijk bedrijf ging?
9 Deelt u de mening dat het ongewenst is dat dergelijke bonussen worden gegeven bij de verkoop van gemeentelijke bedrijven, aangezien het om publieke gelden gaat? Komen dit soort bonussen nog steeds voor? Zo ja, wat gaat u hier tegen doen? Zoals hierboven al aangegeven is Tebecai Netwerken b.v. geen gemeentelijk bedrijf, maar een private onderneming. De gemeente was aandeelhouder in een privaat bedrijf. De vergoeding die betrokkene in 2000 heeft ontvangen ter vervanging van in de toekomst te derven inkomsten komt voort uit de relatie die er bestond tussen de directeur en de vennootschap. De verantwoordelijkheid voor het toekennen van de vergoeding lag niet bij de gemeente. De vergoeding ter vervanging van in de toekomst te derven inkomsten werd niet door of vanwege de gemeente verstrekt. De gemeente heeft ook van het toekennen geen weet gehad tot het moment waarop dit in een geheel ander verband in 2008 bekend werd. Inmiddels is een ambtelijk integriteitsbeleid ingevoerd en dat staat een dergelijke constructie niet meer toe. Zou een ambtenaar tegenwoordig een dergelijke nevenfunctie melden (conform de huidige regels), dan zou hem toestemming worden onthouden vanwege de mogelijk voorkomende belangenverstrengeling.
10 Welke mogelijkheden heeft de gemeente om de, in de ogen van de huidige burgemeester exorbitant hoge, bonus terug te eisen? Geen. Aangezien het hier geen gemeentelijk bedrijf betreft en er geen sprake is van gemeentelijke gelden, is er geen mogelijkheid of reden voor een terugvordering door de gemeente. In 2009 is de kwestie is door de gemeenteraad afgedaan. Perspublicaties hebben de kwestie opnieuw onder de aandacht gebracht. In verband hiermee zijn door de leden van de commissie voor bestuurlijke zaken en financiën vragen gesteld over betrokkene als directeur van Tebecai Netwerken b.v. Deze vragen zijn beantwoord door de locoburgemeester aan de gemeenteraad bij brief van 12 februari 2010.
1) De Gelderlander, 18 februari 2010