Vrije Universiteit Amsterdam

Hersenen bij chronische slaapproblemen


* Startdatum: 17-03-2010


* Tijd: 11.45


* Locatie: Aula


* Titel: Hersenen bij chronische slaapproblemen


* Spreker: E. Altena


* Promotor: prof.dr. D.F. Swaab prof.dr. E.J.W. van Someren


* Onderdeel: Faculteit der Aard- en levenswetenschappen


* Wetenschapsgebied: Aard- en levenswetenschappen


* Evenementtype: Promotie

Van chronische slaapproblemen zonder aanwijsbare oorzaak, ook wel insomnie genoemd, is bekend dat het kan leiden tot geheugenklachten, emotionele instabiliteit en moeite hebben met meerdere dingen tegelijk doen. Tot nu toe was er weinig bekend over wat er bij deze aandoening in de hersenen gebeurt. Ellemarije Altena onderzocht vijftigplussers met insomnie en vond dat de hersenactiviteit anders was dan bij leeftijdgenoten zonder slaapproblemen.

Deze afwijkingen herstelden zich deels na slaaptherapie zonder medicijnen. Ook in de hersenstructuur werden verschillen gevonden: in de orbitofrontale hersenschors (vooraan in de hersenen) en de precuneus (een meer naar achter gelegen gebied) hadden de slechte slapers minder grijze stof dan mensen zonder slaapproblemen. Het orbitofrontale gebied is belangrijk om te evalueren of een stimulus prettig is. De precuneus maakt deel uit van het rustnetwerk, dat actief wordt als de hersenen zich minder met prikkels uit de omgeving gaan bezighouden.

Overigens presteerden de insomniepatiënten niet slechter dan de normaal slapenden op de meeste taken. Dit kan komen door een verhoogde `arousal', waarvoor Altena en haar collega's ook aanwijzingen vonden na stimulatie van de hersenen met transcraniele magnetische stimulatie (TMS). Deze verhoogde `arousal' herstelde zich niet na slaaptherapie.

Om te kijken of de gevolgen van insomnie vergelijkbaar zijn met een nacht zonder diepe slaap, werd de diepe slaap van een groep vijftigplussers zonder slaapproblemen twee nachten verstoord. De gevolgen hiervan leken niet op insomnie, een aandoening die vaak al jaren speelt. De hersenactiviteit en prestatie van de groep zonder slaapproblemen van wie de diepe slaap verstoord was, leek meer op de prestatie en hersenactiviteit na een nacht helemaal niet slapen. Plaatjes werden bijvoorbeeld minder goed onthouden en er was minder activiteit in de hippocampus, die belangrijk is voor het geheugen. Hieruit blijkt hoe belangrijk diepe slaap is voor ons functioneren.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam